Marx stelde ooit dat op lange termijn onze kapitalistische samenleving ofwel zou vervangen worden door een socialistische, ofwel zou teruggegooid worden naar het stenen tijdperk. De situatie vandaag in Afghanistan is een treffende illustratie van wat het stenen tijdperk in realiteit betekent.

In 1978 leidde een militaire staatsgreep tot het installeren van een nieuw regime in Afghanistan, gemodelleerd naar het stalinistisch Rusland. De toenmalige leiders probeerden en uitweg te vinden uit de onderontwikkeling. Hoewel steden als Kaboel moderne centra waren, bruisend van cultureel leven, bevond het grootste gedeelte van het land zich nog steeds in de middeleeuwen. De stalinistische officieren die de staatsgreep leidden probeerden het land naar de twintigste eeuw te halen. Ze verboden bijvoorbeeld het verkopen van vrouwen. Ze introduceerden ook andere hervormingen en hun politiek was een belangrijke stap vooruit in de ontwikkeling van Afghanistan.

Maar ondanks al hun goede bedoelingen hadden deze officieren, die opgeleid waren in Moskou, te weinig inzicht in de Afghaanse samenleving. Een ware leninistische partij probeert altijd massale aanhang te verwerven voor zijn ideeën en strategie. Gezien de extreme onderontwikkeling, een uiterst kleine arbeidersklasse en praktisch geen industrie, was het onmogelijk om in Afghanistan een klassiek model van arbeidersdemocratie, gesteund op sovjets (raden), in te voeren.

De politiek correcte manier ware geweest stap voor stap een massa-aanhang te verwerven bij de kleinburgerij, de intellectuelen, boeren en de semi-proletarische elementen in de dorpen en steden. Om dit tot een goed einde te brengen moest er zeer voorzichtig, met tact en behoedzaamheid worden opgetreden, vooral op het vlak van de godsdienst. Helaas gingen de stalinistische officieren op een bureaucratische manier tewerk en regeerden ze per decreet. Dit optreden vervreemde brede lagen van vooral de landelijke bevolking van de regering en gaf de reactionaire islamitische fundamentalisten een goede uitvalsbasis om tegen het regime te ageren.

De bedoeling van dit artikel is niet de Afghaanse geschiedenis van de laatste twintig jaar te herhalen, maar wel de mythe te ontmaskeren dat de krachten die het voormalige sovjetbewind omver gooiden in enige mate konden aanspraak maken op de naam van "vrijheidsstrijders". De fundamentalisten die in Afghanistan aan de macht kwamen werden gesteund door verschillende westerse landen. Vooral de VS en Pakistan verleenden de meest reactionaire fundamentalisten geld en wapens. Hun enige bedoeling was de controle te herwinnen van deze strategische landstreek. Het lot van de Afghaanse bevolking liet hen uiteraard koud.

Hieronder publiceren we een groepinterview dat we hadden met enkele militanten van de PDPA (Afghaanse Communistische Partij). Wegens veiligheidsredenen blijven ze anoniem. Het volstaat te vertellen dat ze allemaal voor de contrarevolutie werkzaam waren als leraar, universiteitsprofessor, wiskundige of legerofficier en reeds jaren lid zijn van de CP. Momenteel hebben ze niets meer, ze zijn hun werk kwijt en leven in bijzonder slechte omstandigheden.

G: We zijn allemaal gewone partijleden. Helaas is de top van de CP corrupt. Toch verwacht de meerderheid van de bevolking er nog veel van. Vergeleken met vandaag is het vorige sovjetregime een hemel op aarde. We hebben niets te maken met de oude stalinistische KGB. We baseren ons op de ideologie van Marx, Engels en Lenin. We zijn wijzer geworden door de vroegere ervaringen en vastbesloten om alleen nog samen te werken met ware socialisten.

H: De verschrikkelijke levensomstandigheden in Afghanistan zijn de schuld van de fundamentalisten. De bevolking is het meer dan beu. De drugsmaffia controleert het land, er is veel handel in heroïne. Dan zijn er ook nog de buitenlandse belangen. Pakistan, Iran en de Centrale Aziatische Staten (zoals Oezbekistan) zijn allen betrokken partij. Buitenlandse huurlingen opereren in het land. De leiders van de communistische partij zijn verdeeld in verschillende kampen, sommigen werken zelfs mee met de Pakistaanse geheime dienst en de CIA, anderen ondersteunen dan weer de grote landeigenaars. Eén vleugel van de CP, de zogenaamde "beweging voor de vrede", maakt zelfs deel uit van een coalitie die de terugkeer van de monarchie wil! Veel activisten van de CP bevinden zich in het buitenland, in Pakistan, Iran, Rusland, Europa. De verschillende buitenlandse mogendheden proberen deze activisten verdeeld te houden, hun tegenstellingen uit te spelen en hen om te kopen.

Maar in Afghanistan zelf zijn er meer dan een half miljoen leden van de CP die op zoek zijn naar een echt socialistisch alternatief.

I: We hebben één verzoek aan jullie: verspreid onze stem in Europa. Jullie moeten aan de Europeanen uitleggen in welke miserabele omstandigheden wij moeten leven. Het imperialisme wil ons straffen voor de revolutie van 1978, toen de stalinisten aan de macht kwamen. Marxisten moeten uitleggen wat er in werkelijkheid aan de hand is. We zien ons geplaatst tegenover de bemoeienissen van Pakistan, India, Iran, Saoedi-Arabië en de voormalige stalinistische staten, vooral Rusland. Zij willen Afghanistan verdelen langs etnische lijnen. Bijvoorbeeld: de Hazars (Centraal Azië) worden gesteund door Iran omdat ze sjiieten zijn, de Dostans (Oezbeken) worden gesteund door Turkije en Oezbekistan, de Anatsanarhud (Tagiks) worden gesteund door Frankrijk en India en de Talibans door de Saoedi's, de VS en Pakistan. De oorlog is nu omgeslagen in een etnisch conflict. De Talibans bv zijn allemaal Pushtoons. Toen ze Kaboel binnentrokken vermoordden ze zo'n 150 kinderen en ouderlingen. Toen de Talibans Afghanistan binnenreden waren hun voertuigen met bloemen behangen en zegden ze dat ze de vrouwen van de Tagiks kwamen verkrachten. Wanneer Tagik-kinderen een brood willen, moeten ze dit in het Pushtoon vragen of ze krijgen niets. Dit zijn maar enkele voorbeelden om aan te tonen hoe buitenlandse interventies de etnische tegenstellingen opdrijven. We beschikken over veel natuurlijke rijkdommen in Afghanistan. Koper, zeldzaam marmer, uranium... Momenteel weten we dat er uraniumerts verdwijnt naar een onbekende bestemming. De multinationale onderneming Unicorp, van Amerikaanse oorsprong, heeft een contract met Turkmenistan om een pijpleiding te leggen door Afghanistan naar Pakistan. Maar de Iraanse regering wil dat de pijpleiding door Iran gaat. Zo kan je nogmaals zien dat internationaal tegengestelde belangen lokale conflicten beïnvloeden.

M: De vrouwen mogen niet langer werken. De mannen moeten lange baarden dragen op het werk. Mensen met een opleiding krijgen van de Talibans geen werk. Radio, TV, spelletjes en muziek zijn verboden. De Afghanen zijn traditioneel nochtans een zeer muzikaal volk. Iedereen die deze regels schendt wordt gestraft, zelfs gemarteld. In de burgeroorlog werden anderhalf miljoen mensen gedood. Dat betekent dat er heel veel weduwen zijn, die hun familie alleen moeten onderhouden. Maar gezien de vrouwen niet meer mogen werken, heerst in veel gezinnen honger. De Afghaanse vrouwen hebben een gloeiende hekel aan de mullahs omdat zij het dagelijks leven ondraaglijk maken.

N: Veel arbeiders in Afghanistan hebben niet genoeg inkomen om zich één maaltijd per dag te kunnen veroorloven. Er is heel weinig werk en de werkloosheid is groot. De Talibans hebben alle overheidsambtenaren ontslagen. De voedselprijzen zijn enorm gestegen. Een klein gezin heeft bv 1,5 miljoen roepies per dag nodig om te kunnen overleven. Onder het oude regime was de gezondheidszorg gratis. Nu is dit niet langer het geval. Veel dokters zijn bovendien het land ontvlucht. Vreselijke ziektes verspreiden zich over het land en velen sterven bij gebrek aan verzorging. Er zijn veel NGO's die proberen iets te doen aan de gezondheidszorg, maar de Talibans verbieden hen de medicijnen rechtstreeks aan de bevolking te geven, alles moet via hen gebeuren. Zij bepalen dan wie geholpen wordt en wie niet.

S: Voor de burgeroorlog beschikte Afghanistan over een goed uitgebouwd onderwijsnet. Nu blijft daar niets meer van over. Heel veel scholen zijn gesloten en diegenen die nog open zijn hebben hun lesprogramma totaal veranderd: het enige wat de kinderen nog leren in de Koran. Alle tekenen van beschaving werden uitgeroeid. We hadden een beetje zware industrie, maar dit is ook verdwenen. De hoogovens werden verkocht aan het buitenland. Nawar Sharif, de eerste minister van Pakistan, die zelf eigenaar is van een staalindustrie in zijn land, kocht het materiaal op van de gesloten Afghaanse fabrieken.

G: In en BBC-documantaire werd getoond hoe beenderen van Afghaanse doden verkocht worden in Pakistan om te verwerken in kippenvoer. Kleine kinderen breken de graven open, delven de beenderen op en krijgen 12 roepies per stuk. Dit betekent dat de beenderen van 4 miljoen Afghaanse arbeiders welgeteld vier dollar waard zijn. Dit alles sterkt ons nog meer in de overtuiging dat de enige redding ligt in het verspreiden van marxistische ideeën. We zullen dan ook niet rusten vooraleer dit volbracht is.