Nog enkele maandjes slapen en België mag zich voorzitter noemen van de Europese Unie. Hoewel de Europese Constructie gebouwd is op de as Parijs-Berlijn en er in Euroland niks gebeurt zonder het fiat van Schroëder en Chirac, probeert elk voorzittend land(je) toch enkele klemtonen te leggen. Zo pakte de Zweedse regering uit met drie ‘E’s’: Enlargement, Employment en Environment (uitbreiding, tewerkstelling en leefmilieu). Mooie woorden, waar je op het terrein niks van merkt. Tijdens de laatste top in Nice stonden Duitsland en Frankrijk met getrokken messen tegenover elkaar wat de landbouwpolitiek betreft, zodat de uitbreiding nog altijd vast zit. De tewerkstelling neemt toe, maar dat is een gevolg van de economische opleving en niet van het Zweedse voorzitterschap. En aan milieunormen heeft ‘Europa’ (lees de bedrijfswereld’) een broertje dood, tenzij ze erop gericht zijn de plaatselijke industrie te beschermen tegen concurrentie van buiten.

De reden waarom de Belgische regering nog niet in de kaarten van haar Europese agenda heeft laten kijken is omdat de grote broers die kaarten al één voor één uit haar handen hebben genomen. Daa-rom wil ze een ‘blok’ vormen met Nederland en Luxemburg en de Benelux nieuw leven inblazen, om van haar schriel gepiep een klein ‘kwaakje’ te kunnen maken. Het zal niets baten. Het Europese voorzitterschap zal hooguit de public relations ten goede komen. Maar het biedt de arbeidersbeweging te lande wel een mooie gelegenheid om de regering en het antisociale beleid dat hoogtij viert binnen de EU aan de kaak te stellen en onze PR voor te bereiden. En we moeten niet wachten tot juli om na te denken over acties.

Europa is een constructie van het Europese grootkapitaal om zijn belangen te verdedigen op de wereldmarkt, gedomineerd door de VS en Japan. Maar wat is het ‘Europese grootkapitaal’? Europese bedrijven hebben een thuisland: Duitsland, Frankrijk, Nederland... en bedrijven in dezelfde sector zijn concurrenten van elkaar. In die zin hebben ze tegengestelde belangen. Er is natuurlijk al enkele jaren een belangrijke fusie- en overnamegolf aan de gang, maar op nationaal vlak blijven regeringen stokken in de wielen steken van ‘Europese richtlijnen’ indien deze de heimat niet ten goede komen. België is hier trouwens een leuk voorbeeld van: alle Eurofilie ten spijt, behoort België tot de vijf slechtste leerlingen wat de toepassing van Europese richtlijnen betreft.

De enige gemeenschappelijke ‘vijand’ van het Europees kapitaal is de Europese arbeidersbeweging. De bulk van de maatregelen komen dan ook terecht op de gemeenschappelijk hoofden van de werkende bevolking. Welke antisociale maatregel van de afgelopen tien jaar werd niet genomen zonder een Europese paraplu? De arbeidsmarkt moet flexibeler, steun aan bedrijven in nood mag niet (oneerlijke concurrentie), de lonen mogen niet stijgen, de arbeidsduur niet verminderen, de sociale zekerheid is te duur, staatsbedrijven moeten gepriva-tiseerd worden, enz, enz. En kroon op het werk is de euro, die de monetaire politiek overlevert aan een onafhankelijke centrale bank, zodat de enige manoeuvreerruimte om de concurrentiepositie op te krikken zich situeert in de wereld van de arbeid.

Is ‘Europa’ een goede zaak voor de loontrekkenden? Het antwoord luidt ondubbelzinnig neen. Toch bestaat er niet veel oppositie tegenover de EU binnen de Belgische arbeidersbeweging. Er heerst wel een sterk gevoel van machteloosheid, maar dat is geen goede basis voor strijd of verzet. En zowel de vakbondsleiding als de leiding van de sociaal-democratie zijn felle voorstanders van ‘Europa’, ook al willen ze meer ‘sociale klemtonen’ leggen. De reden waarom ze pro-Europa zijn, is omdat ze net als de kapitalisten de noodzaak inzien om zich te verenigen tegen het geweld van de VS-economie die de wereld domineert. De EU heeft overigens als ambitie om tegen 2010 de ‘meest dynamische kenniseconomie’ ter wereld te worden en nu het bergaf gaat met de Amerikaanse economie begint die hoop nog gestalte te krijgen ook. Gevangen in die redenering, kloppen ze bij Europa aan de deur en bedelen ze voor sociale normen, omdat die op nationaal vlak worden afgeknabbeld. Maar hiermee gaan ze voorbij aan de realiteit van wat ‘Europa’ is. De EU dient daar niet voor. De EU dient juist voor het tegenovergestelde. Maar indien de EU een maatregel treft die lijnrecht ingaat tegen de belangen van de nationale kapitalisten, dan mag Prodi op zijn kop staan, maar dan geraken die maatregelen er niet door. Op dezelfde manier moet de arbeidersbeweging reageren tegen Europese normen en richtlijnen waarvan wij de dupe zijn. Het been stijf houden en onze regering dwingen dergelijke maatregelen niet door te voeren. Op die manier stellen we een voorbeeld aan de collega’s in de andere landen. Tijd dus om ons lijstje op te stellen en de internationale vergaderingen die binnenkort overal te lande zullen plaats vinden op te smukken met acties die onze eisen in de verf zetten. Dat de wereldpers hier zes maanden zal neerstrijken, is natuurlijk mooi meegenomen.