Dit waren de eerste verkiezingen sinds de economische crisis. Alle partijen, de leiders van de SP.a en de PS incluis, ontkoppelden echter de verkiezingscampagne van de bikkelharde strijd in de bedrijven. Nochtans was deze strijd hoorbaar als vervormd achtergrondgeruis tijdens de campagne. Vlaams-nationalisten van allerlei pluimage - N-VA, LDD en Vlaamse Belang -, probeerden de weg uit de crisis te kanaliseren naar de Vlaamse strijd. Hoofdvijand werd dan ofwel de Waalse collega of de Marokkaanse en Turkse migrant. Anderen, zoals de CD&V, profileerden zich als de partij van de zekerheid. In de ervaren handen van de CD&V kunnen de mensen hun lot leggen, was de boodschap. Groen! probeerde zich te verkopen als de nieuwe groene beheerders van het kapitalisme.

Zekerheid

De SP.a trok de kaart van de nogal holle zekerheid. Later in de campagne werd de vrees uitgespeeld van een door rechts overheerst Vlaanderen. Deze schoorvoetend omhelsde links-rechts polarisatie redde de SP.a van een nog grotere electorale aderlating. 15,3 procent halen is zeker beter dan de catastrofale peilingen, maar duidt op een verdere afkalving van de steun van de SP.a sinds het barslechte resultaat van 2007 waar de socialisten 16,2 procent haalden. Die tendens is niet gestopt maar zet zich door. Dubbele jobkortingen en belastingsverminderingen ten spijt, hebben de klassieke liberalen van Open VLD hun plaats niet echt kunnen vinden in deze campagne. Geplet tussen haar donkerblauwe rechterflank en de zuigkracht van NVA, zijn zij de grote verliezers van de Vlaamse verkiezingen. Vlaanderen heeft overwegend voor rechtse partijen gestemd. De steun voor CD&V staat voor een stem voor zekerheid in tijden van crisis.

Het brede netwerk van de christelijke arbeidersbeweging blijft de electorale en sociale achterban van de CD&V. Die zoekt bescherming. De steun voor de PS, die veruit de grootste partij blijft in Franstalig België drukt iets gelijkaardig uit. Dit is normaal bij het begin van een crisis. Vooral als die partijen, zeker aan de rechterkant, hun masker niet hebben laten vallen. Sinds het begin van de crisis is het regeringsbeleid op alle niveaus verlamd door de nabijheid van de regionale verkiezingen en haar federale gevolgen. Het is de angst voor de politieke en sociale gevolgen van het soberheidsbeleid Binnenskamers zijn de grote keuzes (verdere privatiseringen, saneringen, aanvallen tegen de verworvenheden), gemaakt, maar ze werden niet de inzet van de verkiezingen. Dit alles werd angstvallig uit het debat gehouden. De omerta van de rechtse en linkse partijen over de aanval van het havenpatronaat bewijst dit. Deze partijen werden dan ook niet recentelijk op de proef gesteld door sociale strijd.

Versnippering

Opvallend in Vlaanderen is de grote versnippering van de rechterzijde over vier partijen: LDD, Vlaams Belang, Open VLD en N-VA. Op LDD na wegen deze partijen ongeveer even veel. De enorme achteruitgang van het Vlaams Belang, de belangrijkste in dertig jaar, duidt op interne verschuivingen binnen het Vlaams-nationale huis. N-VA wordt beloond voor haar 'rechtlijnigheid' in de hele crisis over de staatshervorming die de federale regering heeft verlamd en ondermijnd. Binnen de Vlaams-nationale biotoop komt N-VA tegelijkertijd realistischer over dan het Vlaams Belang. Ook LDD is het slachtoffer geworden van het grote aanzuigeffect van de partij van Bart De Wever. Vandaar dat LDD niet in de buurt komt van 10 procent. Paradoxaal worden de twee delen van het CD&V-N-VA kartel dat tot ontploffing kwam, beloond voor hun wederzijdse opstelling. CD&V krijgt een flinke schouderklop omdat ze niet verder is gegaan in het nationalistische opbod van Bart De Wever. N-VA op haar beurt wordt door het Vlaams-nationalisme op handen gedragen.

Het Vlaamse patronaat is tevreden met het kiesresultaat. Karel Vinck, captain of industry en voorzitter van het overheidsplan Vlaanderen in Actie vindt: "De uitslag voor ondernemend Vlaanderen een goed resultaat. Vlaanderen in Actie zal met dit resultaat verder kunnen gerealiseerd worden en dat is een goede zaak. Op sociaaleconomisch vlak zijn er toch duidelijke keuzes gemaakt" (Trends 7 juni 2009). 'Ondernemend Vlaanderen', dat zijn natuurlijk de kapitalisten. Als de bazen tevreden zijn hebben wij alle redenen om ongerust te zijn. Bij ongewijzigd beleid lopen de schulden van de Vlaamse regering op tot 10 miljard tegen het einde van de legislatuur.

Patronaat wil nieuwe aanvallen

De Tijd, lijfkrant van het Vlaamse patronaat, dringt aan op kordate maatregelen. "Uit de cijfers blijkt ook dat het erop aankomt snel te handelen. Als de Vlaamse regering in haar eerste begrotingsjaar meteen het mes zou kunnen zetten in 1 miljard van de jaarlijks terugkerende uitgaven, dan is er in het laatste jaar van de legislatuur weer wat geld. Maar als er niet meteen wordt bespaard, zal de volgende Vlaamse regering er een zijn die jaar na jaar putten moet dempen en nog meer schulden zal moeten maken. De puzzel is moeilijk, maar het werk is dringend" (Tijd 9 juni 2009).

Verder schrijft de Tijd: "Tijdens de verkiezingscampagnes werd gezwaaid met bevoegdheden die niet de regionale waren. Want elke partij gaf aan het programma te hebben om uit de economische crisis te geraken. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat regionale regeringen slechts in beperkte mate het verschil kunnen maken. Zonder federale doorslaggevende beslissingen redden noch de Vlaamse, noch de Waalse regionale regeringen het pleit. Dan verliest elke Belg, Vlaams, Waals of Brussels." Daarom pleiten het Vlaamse patronaat en de rechterzijde voor een nieuwe staatshervorming. De staatshervorming is hier weer het breekijzer voor een antisociaal beleid. Ofwel toont de federale coalitie dat ze in staat is de nodige antisociale maatregelen te nemen, ofwel moet Vlaanderen meer bevoegdheden krijgen. De grote vraagtekens boven de slagkracht van de federale regering zet ook die coalitie onder druk.

Het lot van de federale coalitie hangt dus nauw samen met dat van de gewestelijke regeringsvorming. Wallonië stemde zeer verschillend van Vlaanderen. Een absolute meerderheid stemde daar voor partijen met een links profiel. Niet alleen wordt de Parti Socialiste er niet afgestraft, ze blijft veruit de grootste partij. De polarisatiestrategie van de Franstalige liberalen van de MR en van Didier Reynders in het bijzonder, heeft niet gewerkt. Of beter gezegd, het heeft wel gewerkt maar in omgekeerde richting. Het heeft de PS verplicht zich verbaal radicaler, linkser en antiliberaler op te stellen. Zo heeft de PS in grote mate de meubelen kunnen redden. De keuze waarvoor de PS de arbeidersklasse heeft geplaatst is 'ofwel de PS ofwel een sociaal bloedbad'.

Geen stabiliteit

Deze boodschap, versterkt door de vakbonden, heeft ondanks alle schandalen het verschil gemaakt. Het gaat hier om een elementaire verdedigingsreflex van de arbeidersklasse. Volgens een analist van de Waalse uiterst rechterzijde, is de electorale aanhang van het Front National ingestort onder andere door het "linksere discours van de PS in de laatste weken van de campagne" (RTL-Info, 8 juni 2009). Ecolo, die ook een links profiel heeft, deed meer dan haar vorige resultaat verdubbelen en wipt over de CDH van Joëlle Milquet. Samen hebben PS en Ecolo een absolute meerderheid in Wallonië. De spreistand tussen Vlaanderen en Wallonië is dus zeer groot geworden. Dit verkiezingsresultaat ontneemt de federale regering de nodige stabiliteit. In Vlaanderen is nu de CD&V aan zet. Drie partijen zijn nodig om een regering te vormen.

Twee coalities lijken politiek haalbaar. Voor de stabiliteit van de federale regering, ook een bezorgdheid van Peeters, is een heruitgave van de rooms-rood-blauwe regering wenselijk. Binnen de CD&V zijn de gangmakers van het oude kartel versterkt uit de stembusslag gekomen. Die willen een coalitie met de N-VA. Het ACW huivert voor dit scenario en ziet de SP.a graag als 'sociaal' tegengewicht in de regering stappen. Een coalitie van CD&V, N-VA en SP.a, hoe vreemd ook, behoort daarom tot de reële mogelijkheden.

Verklaart dit waarom SP.a kopstuk Patrick Janssens de N-VA feliciteerde met haar resultaat? "Bart De Wever heeft het Vlaams Nationalisme weer een democratische inhoud gegeven" (VRT 7 juni 2009). Caroline Gennez beweert nu ook dat de SP.a "Vlaamser is dan de N-VA". Een dergelijke koers zal de SP.a vroeg of laat naar een nieuwe crisis leiden. Zeker in vakbondskringen zal dit moeilijk te verteren zijn. In Franstalig België is een regering zonder de PS, de natte droom van de MR, nu moeilijk te verwezenlijken. Ecolo zit op een of andere manier weer in de regering. Het groene kapitalisme wordt dan 'in vivo' getest. Het patronaat aan beide kanten van de taalgrens ziet deze regeringen graag hun programma uitvoeren, namelijk: doe de werkende mensen de crisis betalen. De leiding van de socialistische partijen zit dan geklemd tussen de verwachtingen van de achterban om ze te beschermen tegen de patronale aanvallen en de druk van het patronaat. Dit is een recept voor verhoogde sociale strijd en crisis, ook binnen de arbeidersbeweging.