Een dikke onvoldoende. Dat is het rapport dat het Generatiepact in de zeer licht aangepaste versie krijgt van de twee grote vakbonden. Na de reuzenbetoging van 28 oktober had de regering een nieuw manoeuvre ingezet om de vakbonden te overhalen de strijd tegen het Generatiepact te laten varen.

Door de vakbonden te betrekken bij de technische invulling van het pact zou “alles nog mogelijk zijn”. Het zou mogelijk zijn het pact van binnen uit te hollen, hoorden we sommige vakbondsleiders zeggen. Wij waarschuwden voor een valstrik. Op de luttele maatregelen ten voordele van de jongerenwerkloosheid na, stonden enkel punten en komma’s ter discussie. Veel vakbondsleiders zagen dit al snel in.

Bovendien probeerde de regering verdeeldheid te zaaien met een charmeoffensief naar de metaalarbeiders. Het brugpensioen op 55, 56 of 57 jaar tot 2010 zoals vastgelegd in de CAO’s, zouden ze niet onmiddellijk afschaffen. De metaalarbeiders hebben met andere woorden recht op een tragere afbraak van het brugpensioen. Tegen 2015 moet het gordijn nochtans vallen over die regelingen, dan komt er ook in de Metaal een einde aan. De generaties van metaalarbeiders worden tegen elkaar uitgespeeld (tot zover het ‘Generatiepact’!). Voor diegenen die tegen hun 50ste verjaardag aankijken, is dit misschien een gedeeltelijke oplossing. Maar alle arbeiders die nu 45 jaar zijn of jonger, mogen het vergeten om ooit nog met brugpensioen te gaan op 58. Trouwens, alle andere maatregelen waartegen de metallo’s hebben gestaakt blijven evengoed overeind: een job in de metaal wordt als dusdanig niet erkend als zwaar beroep, het brugpensioen wordt opgetrokken naar 58 en dan 60 jaar, de bruggepensioneerden blijven beschikbaar op de arbeidsmarkt en kunnen nog steeds gesanctioneerd worden enzovoort. Redenen genoeg dus om de strijd verder te voeren, samen met de andere centrales en sectoren. Aan de essentie van het Generatiepact raakt de regering immers niet.

Binnen het ABVV en ook binnen het ACV bestaat er sterk verzet tegen het pact. De Algemene Centrale riep op tot een federaal en interprofessioneel actieplan in gemeenschappelijk vakbondsfront. De bedienden eveneens. De Voeding en de Horeca voelen zich duidelijk misprezen. Om dan nog te zwijgen over het standpunt van de Textiel.

“Wij roepen op tot harde acties. Het liefst in een front met de hele vakbeweging. Tot het Generatiepact wordt afgevoerd. Als dat betekent dat de regering moet vallen, dan is dat maar zo. In 1978 zijn we erin geslaagd Tindemans ten val te brengen. Net als toen willen we om de beurt actie voeren in alle provincies. Het liefst elke dag. Toen is die strategie een succes geworden.” Aldus een strijdvaardige Wittevrongel, de vakbondsleider van de rode textielarbeiders

Ook in het ACV blijft het verzet zeer groot. De machtige LBC en zijn Franstalige evenknie het CNE willen eveneens een nieuw actieplan. ACV Chemie wil zelfs langdurige stakingen organiseren tegen het pact. In de metaalcentrale geleid door Tony Janssen zijn niet alle afdelingen zo voldaan als hij. ACV Metaal in Brugge roept bijvoorbeeld op tot verdere acties.

Die druk van onderuit heeft gemaakt dat de twee grote vakbonden een nieuw actieplan hebben aangekondigd. Dat is goed. Maar het blijft wel vaag. Deze vrijdag houden de bonden informatie- en sensibiliseringsvergaderingen. Deze kunnen samenvallen of gevolgd worden door werkonderbrekingen. Volgende dinsdag, 29 november, stellen ze dan een definitief actieplan voor. “Stap voor stap” bouwen we de acties op, verklaarde een onzekere Luc Cortebeeck. “Met stakingen, de enige taal die de werkgevers begrijpen”, voegde Xavier Verboven er gespierd aan toe. Maar spijtig genoeg zonder een concreet voorstel op tafel te leggen. Die onzekere en verwarde indruk doet de rechtse media en de regering luidop denken dat er snel een einde komt aan de strijd tegen het Generatiepact. De propagandamolen van de media draait op volle toeren met als hoofddoel de arbeiders en de bedienden te demoraliseren en af te raden verder te strijden. De “zachte landing” zou ingezet zijn.

Om die indruk snel weg te werken moeten de vakbonden met een duidelijk en strijdvaardig actieplan naar buiten komen. Dat kunnen een reeks provinciale stakingen zijn, tegelijkertijd een Vlaamse en een Waalse, om dan uit te monden in een gezamenlijke 48-urenstaking in heel het land.

Informatievergaderingen moeten aanzetten tot strijd

De informatievergaderingen van deze vrijdag moeten de aanzet zijn tot zo’n actieplan. De voorwaarde hiervoor is dat ze plaatsvinden op de werkvloer, tijdens de werkuren, en dat ze open staan voor het personeel van alle vakbonden. Afzonderlijke rode, groene en blauwe informatievergaderingen zijn niet bevorderlijk voor de eenheid (bij de lange strijd van het Antwerpse bibliotheekpersoneel bijvoorbeeld versterkte zulke gezamenlijke vergaderingen de eendracht en kracht van de vakbonden). Met behulp van een vrije micro kunnen alle arbeiders en bedienden hun zeg hebben op de vergadering, zodat niet alleen de hoofddelegee of de secretaris het woord moet voeren. Dat zorgt voor grotere betrokkenheid en zo hoor je de mening van de basis. Verschillende opinies moeten aan bod komen. Op sensibiliseringsvergaderingen moeten de mensen natuurlijk informatie krijgen over wat er al dan niet aan het pact is veranderd. Maar onder sensibilisering begrijpen wij ook dat het personeel een duidelijke en krachtige uitleg krijgt waarom verdere strijd tegen het pact nodig is. Door de propaganda in de media is zo’n vastberaden uitleg absoluut noodzakelijk. Na de vergadering kan er dan beslist worden om actie te voeren in het bedrijf of in het industriepark, samen met andere werkplaatsen. Zo zorgen we ervoor dat die informatievergaderingen niet het einde van de beweging betekenen, maar een nieuw begin.

“Kunnen we iets beter uit de brand slepen?”, vragen zich velen af. We krijgen te horen dat we nu het onderste uit de kan hebben gehaald. Dat de socialistische partijen in de regering hun best hebben gedaan om het pact aan te passen. Erger nog, de Eerste Minister dreigt ermee de ‘verbeteringen’ voor de metaalarbeiders terug te trekken als de vakbonden nog verder strijd voeren. De regering zou kunnen vallen, dreigen de socialistische ministers. Donald Wittewrongel van de textielcentrale van het ABVV heeft hierop een duidelijk antwoord, dat wij volledig bijtreden.

”Volgens Vande Lanotte kan een val van de regering alleen maar tot gevolg hebben dat er een rechtse regering aan de macht komt. Die zal nog hardere maatregelen treffen, waarschuwt hij. Wat ben ik met een regering die even rechts is als die waarvoor hij waarschuwt? De pest of de cholera, mij om het even. We zullen tegen die volgende regering even hard actie voeren. Het Generatiepact is een liberaal project. De SP.a moet zich dringend bezinnen. Als ze niet meer uit de brand kan slepen dan wat nu voorligt, moet de partij maar uit de regering stappen. De socialisten moeten beseffen dat ze veel aanhang gaan verliezen. Niet alleen bij oude knarren als ik, maar ook bij de jonge garde.”

Daarom is de spectaculaire opkomst van SPa-Rood, de nieuwe spreekbuis van de vakbondsrevolte in de SP.a, zo belangrijk. Ontstaan tijdens de algemene stakingen van oktober zorgt deze groep voor een noodzakelijk politiek verlengstuk van de syndicale strijd. SPa-Rood vervangt de vakbondsacties niet, maar is een gezond tegengewicht op het cynisme dat kan groeien bij vakbondsmensen over ‘de politiek’. Want onze strijd is ook politiek. Een globaal socialistisch alternatief dringt zich op, een alternatief op het kapitalistische beleid van de regering en dus ook van de blauwe SP.a-leiding. We kunnen ons niet meer beperken tot strijden tegen deze of gene maatregel. Want binnen het kapitalistische kader is er nooit ofte nimmer een oplossing te vinden voor de werkende klasse. De Vonk-militanten willen daarom een motor zijn van de strijd tegen het Generatiepact maar ook van de uitwerking van een echt socialistisch alternatief op de kapitalistische ellende.