Rosa Luxemburg
Massastaking, partij en vakbonden
Bijna alle vroegere schriften en uitlatingen van het internationale socialisme over het vraagstuk van de massastaking dateren uit de tijd vóór de Russische revolutie, het eerste historische experiment waarin dit strijdmiddel op grote schaal toegepast werd. Van daar is het ook te verklaren waarom zij voor het grootste deel verouderd zijn. In hun opvatting staan zij wezenlijk op hetzelfde standpunt als Friedrich Engels, die in 1873 in zijn kritiek op het bakoeninistisch revolutiegedoe in Spanje schreef:
“De algemene staking is in het bakoeninistisch programma de hefboom die tot inleiding van de sociale revolutie toegepast wordt. Op een schone morgen leggen alle arbeiders van alle bedrijven van een land of zelfs van heel de wereld het werk neer en dwingen daardoor in hoogstens vier weken de bezittende klassen ofwel op de knieën ofwel tot het losslaan op de arbeiders, zodat deze dan het recht hebben zich te verdedigen en te dien gelegenheid de hele oude maatschappij neerslaan.
Het voorstel is verre van nieuw, Franse en nadien Belgische socialisten hebben sinds 1848 dit paradepaard, dat echter oorspronkelijk van Engels ras is, duchtig bereden.
Tijdens de op de crisis van 1837 volgende snelle en heftige ontwikkeling van het chartisme onder de Engelse arbeiders, was al in 1839 de ‘heilige maand’ gepredikt, het neerleggen van de arbeid op nationale maatstaf (zie Engels: Toestand van de arbeidende klasse, tweede druk, blz. 234) en had zulk een weerklank gevonden dat de fabrieksarbeiders van Noord-Engeland in juli 1842 het voornemen beproefden dit uit te voeren. Ook op het Alliantie-congres te Genua 1883 speelde de algemene staking een grote rol. Alleen werd volledig toegegeven dat daarvoor een volledige organisatie van de arbeidersklasse en een gevulde kas nodig waren. En daarin ligt juist de knoop.
Langs de ene kant zullen de regeringen, vooral wanneer men hen door politieke onthouding aanmoedigt, noch de organisatie noch de kas van de arbeiders ooit zover laten komen, en langs de andere kant zullen de politieke gebeurtenissen en het ingrijpen van de heersende klassen de bevrijding van de arbeiders in gang zetten lang voor het proletariaat ertoe komt zich deze ideale organisatie en dit kolossale reservefonds aan te schaffen.
Indien het deze echter bezat dan zou het de omweg van de algemene staking niet nodig hebben om tot zijn doel te geraken.” [1]
Hier hebben we de argumentatie die voor de stellingname van de internationale sociaal-democratie tot de massastaking voor tientallen jaren toonaangevend was. Ze is volledig op de leest van de anarchistische theorie van de algemene werkstaking geschoeid, t.t.z. op de theorie van de algemene staking als middel om de sociale revolutie in te leiden, in tegenstelling tot de dagelijkse politieke strijd van de arbeidersklasse, en lost zich op in het volgend eenvoudig dilemma: ofwel is het hele proletariaat nog niet in het bezit van machtige organisaties en kassen, en dan kan het de algemene staking niet doorvoeren, ofwel is het reeds sterk genoeg georganiseerd, en dan heeft het de algemene staking niet nodig.
Deze argumentatie is in ieder geval zo eenvoudig en op het eerste gezicht zo onaanvechtbaar dat ze een kwarteeuw lang de moderne arbeidersbeweging uitstekende diensten heeft bewezen, als logisch wapen tegen de anarchistische hersenschimmen en als hulpmiddel om de idee van de politieke strijd tot in de breedste kringen van de arbeidersklasse over te dragen.
De grootse vooruitgang van de arbeidersbeweging tijdens de laatste 25 jaar is het schitterendste bewijs ten voordele van de door Marx en Engels in tegenstelling tot het bakoeninisme verdedigde tactiek van de politieke strijd, en de Duitse sociaal-democratie, in haar positie als voorhoede van heel de internationale arbeidersbeweging, is niet in de laatste plaats het directe product van de consequente en beklemtoonde toepassing van deze tactiek.
De Russische revolutie nu heeft bovenstaande argumentatie aan een grondige herziening onderworpen. Ze heeft voor het eerst in de geschiedenis van de klassenstrijd een grootse verwezenlijking van de idee van de massastaking, en — zoals we hieronder nader zullen toelichten — zelfs van de algemene staking meegebracht, en daardoor een nieuw tijdperk in de ontwikkeling van de arbeidersbeweging geopend. Daar valt echter niet uit af te leiden dat de door Marx en Engels aanbevolen tactiek van de politieke strijd, of hun op het anarchisme uitgeoefende kritiek, fout waren.
Integendeel, het is dezelfde gedachtegang, dezelfde methode, deze van de tactiek van Marx-Engels, deze die ook aan de basis lag van de praktijk van de Duitse sociaal-democratie, die vandaag in de Russische revolutie geheel nieuwe toestanden en nieuwe voorwaarden voor de klassenstrijd voortbracht.
De Russische revolutie, dezelfde revolutie die de eerste historische toepassing op het onderwerp massastaking vormt, betekent niet alleen geen eerherstel voor het anarchisme, maar betekent juist een historische liquidatie van het anarchisme. Het droevige bestaan waartoe deze geestesrichting door de machtige ontwikkeling van de sociaal-democratie in Duitsland veroordeeld was, had in zekere mate door de uitsluitende heerschappij en lange duur van de parlementaire periode verklaard kunnen worden.
Een volledig op de leest van het ‘losslaan’ en ‘directe actie’ geschoeide, in de meest vulgaire betekenis van het woord ‘revolutionaire’ richting had alleszins in de windstilte van het parlementaire sleurleven tijdelijk kunnen kwijnen, om pas bij een terugkeren van de rechtstreekse openlijke strijdperiode bij een straatrevolutie op te leven en haar innerlijke kracht te ontplooien.
Rusland scheen er zelfs bijzonder voor aangelegd het experimenteerterrein voor de heldendaden van het anarchisme te worden. Een land waar het proletariaat in het geheel geen politieke rechten en uiterst zwakke organisaties had, een bonte wemeling van verschillende volkslagen met zeer verschillende, wild dooreenlopende belangen, geringe ontwikkeling van de volksmassa, daarbij een volmaakte bestialiteit in het aanwenden van geweld door het heersende regiem. Dit alles scheen als geschapen om het anarchisme tot een plotselinge, zij het ook waarschijnlijk kortstondige macht te verheffen.
En tenslotte was Rusland de historische bakermat van het anarchisme. Maar het vaderland van Bakoenin moest het graf van zijn leer worden. Niet alleen stonden en staan de anarchisten in Rusland niet op de voorpost van de massastakingsbeweging. Niet alleen ligt heel de politieke leiding van de revolutionaire actie en ook van de massastaking in handen van de sociaal-democratische organisaties, die door de Russische anarchisten als burgerlijke partij bitter bekampt worden, of gedeeltelijk in handen van zulke min of meer door de sociaal-democratie beïnvloede en met haar verwante socialistische organisaties zoals de terroristische partij van de Revolutionaire Socialisten.
De anarchisten bestaan als ernstige politieke richting in de Russische revolutie in het geheel niet.
Slechts in een Litouwse kleine stad met bijzonder moeilijke verhoudingen — bonte nationale opeenhoping van de arbeiders, overwegende versplintering van het kleinbedrijf, zeer laagstaand proletariaat — in Bialystok zijn er onder de zeven of acht verschillende revolutionaire groepen ook een hoopje onvolwassen anarchisten die de verwarring en misleiding van de arbeiders zoveel mogelijk in de hand werken. Ten slotte kan men in Moskou en wellicht in nog twee of drie andere steden een groepje van hetzelfde slag aantreffen.
Maar, wat is nu, afgezien van die paar ‘revolutionaire’ groepen, de eigenlijke rol van het anarchisme in de Russische revolutie? Het is een uithangbord voor gemene dieven en plunderaars geworden. Onder de firmanaam ‘anarchocommunisme’ wordt een groot deel van deze talloze diefstallen en plunderingen bij privaatlui bedreven, die in iedere periode van de depressie, van het tijdelijke defensief van de revolutie, als een troebele golf omhoogslaan. Het anarchisme is in de Russische revolutie niet de theorie van het strijdende proletariaat maar het ideologische uithangbord van het contrarevolutionaire lompenproletariaat, dat als een school haaien achter het slagschip van de revolutie wemelt, geworden. En daarmee heeft de historische loopbaan van het anarchisme een einde genomen.
Langs de andere kant is de massastaking in Rusland niet doorgevoerd als een middel om de politieke strijd van de arbeidersklasse en in het bijzonder van het parlementarisme te kunnen overslaan en door een ‘coup de théâtre’ plots in de sociale revolutie te kunnen springen, maar als een middel om juist de voorwaarden van de dagelijkse politieke strijd en vooral van het parlementarisme voor het proletariaat te scheppen.
De revolutionaire strijd in Rusland, waarin de massastakingen als het machtigste wapen toegepast worden, wordt door het arbeidende volk en in de eerste plaats door het proletariaat juist om diezelfde politieke rechten en voorwaarden gevoerd, waarvan de noodzakelijkheid en de betekenis in de ontvoogdingsstrijd van de arbeidersklasse door Marx en Engels het eerst in het licht werden gesteld en die zij, in tegenstelling tot het anarchisme, in de Internationale met alle kracht verdedigd hebben. Zo heeft de historische dialectiek, de rots waarop de hele leer van het marxistische socialisme rust, met zich meegebracht dat vandaag het anarchisme, waaraan de idee van de massastaking onafscheidbaar verbonden was, met de praktijk van de massastaking zelf in tegenstelling geraakt is. Terwijl omgekeerd de massastaking, die als de tegenstelling tot de politieke actie van het proletariaat bestreden werd, vandaag het machtigste wapen van de politieke strijd voor politieke rechten blijkt te zijn. Wanneer dus de Russische revolutie een grondige herziening van het oude standpunt van het marxisme ten overstaan van de massastaking noodzakelijk maakt, dan is het weer alleen het marxisme, waarvan de algemene methoden en gezichtspunten hierbij in een nieuwe gedaante de zege behalen.
De Moor zijn geliefde kan slechts door een Moor sterven.
[1] Fr. Engels: De Bakoeninisten aan het werk. — Internationaal nieuws uit de Volksstaat blz. 20. — Noot van Luxemburg