De afgelopen maanden was er in het secundair onderwijs commotie over een arbeidsduurverhoging van één of twee lesuren per week. Onder druk van de vakbonden heeft minister Crevits de maatregel in de ijskast gezet. Deze bijdrage verscheen in Standpunt, het tijdschrift van ACOD Onderwijs Antwerpen/Kempen/Mechelen.

 

Gevraagd naar wat ze het meest betreuren, antwoorden veel mensen op hun sterfbed: ‘Dat ik zoveel werkte.’ Te veel werken staat in de ‘spijt top vijf’ die de Australische verpleegkundige Bronnie Ware optekende tijdens haar jaren op een palliatieve dienst. Toch is het net dat wat de regering eist van leerkrachten. ACOD Onderwijs vraagt daarentegen een arbeidsduurvermindering van twee uur.

 

In 1930 dacht John Maynard Keynes dat we honderd jaar later slechts vijftien uur per week zouden werken. Hoe onze zee aan vrije tijd invullen, zou volgens de beroemdste econoom van de 20e eeuw de grootste uitdaging van de 21e eeuw zijn. Vandaag naderen we met rasse schreden 2030. Van ‘vrijheid, blijheid’ kunnen we echter moeilijk spreken. Het is niet de invulling van de vrije tijd die ons hoofdbrekens bezorgt, maar wel de vraag hoe we het opstapelende werk kunnen combineren met ons gezin en sociale leven. Stress en burn-out zijn de grootste werkgerelateerde uitdagingen.

 

Nochtans baseerde Keynes zich op een reële trend. Aanvankelijk joeg de industriële revolutie het aantal gewerkte uren steil de hoogte in. Rond het midden van de 19e eeuw kwam er echter een trendbreuk. In Engeland, de bakermat van de industrialisatie, stemde het parlement in 1848 bijvoorbeeld de tienurige werkdag – dat was voor veel arbeiders een vooruitgang… Om arbeidsduurvermindering te verklaren verwijzen economen graag naar de gestegen productiviteit. Toenemende rijkdom maakt minder werken voor een leefbaar loon inderdaad mogelijk. De Engelse wet van 1848 werd echter gerealiseerd door jarenlange sociale strijd. Zonder krachtige sociale bewegingen en vakbonden gaat groeiende rijkdom grotendeels naar een beperkte groep rijken. In een boek van de Algemene Centrale en het AMSAB stellen Bernard Conter en Corinne Gobin: ‘Arbeidstijdverkorting is vanaf het begin een eis van de arbeidersbeweging. Het is ook een van de tastbare resultaten van haar strijd: in honderd jaar liep de arbeidsduur per dag terug van 14 uur naar 7 uur en 40 minuten.’¹ Tussen 1953 en 1973 verminderde de arbeidstijd met meer dan twintig procent. De inzet van het ABVV is daar niet vreemd aan.

 

Tot een halve eeuw na 1930 leek Keynes’ voorspelling dus dichterbij te komen. Met de crisissen van de jaren ’70 en ’80 kwam die trend echter tot stilstand. In het onderwijs voerde minister Coens zelfs een arbeidsduurverhoging door.² Om het hoofd te bieden aan de hoge werkloosheid ontwierp de regering vanaf midden jaren ’80 wel een nieuwe manier om de arbeidsduur te beperken: thematische verloven, loopbaanonderbrekingen en tijdskrediet. In de (neoliberale) geest van de tijd kregen we niet langer collectieve oplossingen maar individuele, die bovendien worden betaald door de sociale zekerheid en een tijdelijke daling van het persoonlijke inkomen. Maar dankzij deze stelsels bleven werk en het privéleven in zekere mate combineerbaar. Is het toeval dat de huidige regering na de beperking van verlofstelsels en loopbaanonderbrekingen nu een arbeidsduurverhoging wil realiseren?

 

Minder werken zou nochtans de kwaliteit van ons werk bevorderen en het aantal ziektedagen verminderen, zo tonen enkele recente experimenten in Zweden aan.³ Net zoals de kwaliteit van de zorg in rusthuis Svartedalen vooruitging, zal bijvoorbeeld de kwaliteit van onze leerlingbegeleiding verbeteren wanneer we twee uur minder les geven. In principe hebben we ook meer recht op vrije momenten want de complexiteit en intensiteit van ons werk zijn de afgelopen jaren enkel toegenomen (bv. differentiatie, M-decreet enz.). Karl Marx schreef in de 19e eeuw al over het ‘opvullen van de poriën van de arbeidstijd’, elke seconde van de arbeidstijd dient intensiever benut te worden, niet enkel in de industrie. Via smartphones en dergelijke sijpelt de arbeidstijd nu zelfs binnen in de poriën van onze privétijd.

 

Talrijke studies bewijzen dat leerkrachten gemiddeld meer dan veertig uur per week werken.² Dat wij telkens opnieuw moeten aantonen dat we veel werken, is op zich al veelzeggend. Blijkbaar is er een maatschappelijk opbod bezig over de omvang van de arbeid. Het ene beroep wil het andere beroep duidelijk maken dat ze zeker geen profiteurs zijn. ‘Ik heb het druk’ lijkt de leuze van de tijd. En wanneer mensen even niet meedoen aan die ratrace wringen ze zich in allerlei bochten om zich te verantwoorden. Anderen zouden immers kunnen denken dat ze profiteren. Vroeger voelde je je schuldig wanneer je zondigde tegen de geboden van God. Vandaag voel je je schuldig wanneer je zondigt tegen de geboden van het kapitalisme. Terwijl minder werken eigenlijk een teken van beschaving is. Dat is toch de impliciete boodschap achter Keynes’ voorspelling?

 

ACOD Onderwijs wil niet alleen zeggen waar we tegen zijn, in dit geval de arbeidsduurverhoging van Crevits. Wij zeggen ook waar we voor zijn: het aantal contacturen in elk niveau met twee uren verminderen ten opzichte van de huidige situatie.⁴ Wij willen een collectieve arbeidsduurvermindering met loonbehoud. Omdat dit de kwaliteit van ons werk zal bevorderen. En omdat dit de kwaliteit van ons leven zal bevorderen.

 

Rond de tijd dat Keynes zijn prognose voor de 21e eeuw maakte, schreef een andere toonaangevende Britse denker, de filosoof Bertrand Russell, zijn pleidooi voor een vierurige werkdag, waarvan de essentie zich aldus laat vatten: ‘Moderne technologie heeft het mogelijk gemaakt om vrije tijd, binnen bepaalde grenzen, niet langer het voorrecht te laten zijn van een kleine, geprivilegieerde klasse, maar een recht dat gelijk verdeeld is over de gemeenschap. De arbeidsmoraal is een slavenmoraal, en de moderne wereld heeft geen nood aan slavernij.’⁵

 

in Carl Devos et al. (2009) Solidariteit in beweging: Perspectieven voor de vakbond van morgen

Zie Tino Delabie www.skolo.org/nl/2017/02/07/een-loopbaanpact-moet-alle-leraren-ten-goede-komen/www.skolo.org/nl/2017/02/07/een-loopbaanpact-moet-alle-leraren-ten-goede-komen/

Olivier Pintelon, ‘De kortere werkweek: de echte analyse van het Zweedse experiment’ www.dewereldmorgen.be/artikel/2017/02/23/de-kortere-werkweek-de-echte-analyse-van-het-zweedse-experimentwww.dewereldmorgen.be/artikel/2017/02/23/de-kortere-werkweek-de-echte-analyse-van-het-zweedse-experiment

Zie het edito van Uwe Rochus in het vorige nummer van Standpunt.

Bertrand Russell (1932) In Praise of Idleness

De geïnteresseerde lezer kan extra argumenten voor een kortere werkweek vinden in volgende artikels:

Rutger Bregman, ‘De oplossing voor (bijna) alles: minder werken’, www.decorrespondent.nl/3/de-oplossing-voor-bijna-alles-minder-werken/115335-ad6c6f0bwww.decorrespondent.nl/3/de-oplossing-voor-bijna-alles-minder-werken/115335-ad6c6f0b

Denktank Poliargus, ‘De kortere werkweek: werken om te leven in plaats van leven om te werken’, www.poliargus.be/de-kortere-werkweek-werken-om-te-leven-in-plaats-van-leven-om-te-werken/www.poliargus.be/de-kortere-werkweek-werken-om-te-leven-in-plaats-van-leven-om-te-werken/