Onder dit motto verwelkomt de website van Carrefour je. Het wordt door de megakruidenier nu ook al gebruikt in zijn personeelspolitiek. Duikt er een staking op, dan wordt de advocaat van stal gehaald. Door middel van een simpele, maar efficiënte, procedure worden de stakingsposten in een mum van tijd verwijderd.

Hoe doen ze het?

De techniek is eenvoudig. De werkgever vraagt via zijn advocaat aan de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg door middel van een eenzijdig verzoekschrift (i.e. zonder tegenspraak) en onder verbeurte van dwangsom dat de stakingsposten worden verwijderd. Indien een en ander wordt toegestaan, wordt de rechterlijke beschikking door een deurwaarder in een bevelschrift gegoten en aan de actievoerders overgemaakt. De stakingspost krijgt een document waarin wordt gevraagd op te krassen. Wie weigert zijn identiteit bekend te maken, wordt opgepakt door de politie. Wie het bevelschrift in ontvangst neemt, moet zich uit de voeten maken. Is men niet weg binnen de door de rechtbank opgelegde termijn (een uur, twee uren...) dan moet de dwangsom worden opgehoest, die vaak enkele duizenden euro bedraagt. Het animo om op (stakings)post te blijven is in de regel dan ook gering.

Een perfide procedure

De procedure is niet nieuw. Zij bestaat al sinds het nieuwe gerechtelijk wetboek in de late jaren zestig van de vorige eeuw werd ingevoerd. Vanaf medio jaren tachtig werd zij dan door werkgevers ontdekt. In het begin schreeuwden vakbonden moord en brand: de rechterlijke macht zou niet bevoegd zijn. Het is correct dat je aan een rechter niet kan vragen om een staking te beëindigen. Werkgevers doen dat evenwel niet. Zij klagen aan dat zij het bedrijf niet mogen betreden (wat een schending van het eigendomsrecht is), dat de werkwilligen worden geïntimideerd (wat een schending van de vrijheid van arbeid is) enzovoort. Hiervoor is de rechter wel bevoegd.

Het probleem is dat wordt gewerkt met een "eenzijdig" verzoekschrift. Officieel weet de werkgever immers niet wie er voor de poort staat en kan hij geen namen noemen. De vordering wordt beslecht tijdens een onderonsje tussen de voorzitter en de advocaat van de werkgever. Bij gebrek aan tegenspraak kan de voorzitter dus eender wat worden verteld.

In de voorbije jaren hebben we een massa drogredenen de revue zien passeren. De eerste prijs is waarschijnlijk weggelegd voor een bedrijf van brandblussers dat een voorzitter met succes op de mouw spelde dat - indien de beschikking niet werd afgeleverd - brandgevaar in gans het land dreigde. Dat de firma geen monopoliepositie had (en men dus ook elders terecht kon) werd even vergeten. Een bijkomend probleem is dat in de regel naar de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg wordt gestapt. Deze magistraat is minder vertrouwd met de arbeidsverhoudingen dan zijn collega van de arbeidsrechtbank en zal soms sneller geneigd zijn om toe te geven.

Wanneer de beschikking wordt afgeleverd en door de deurwaarder aan de stakingsposten wordt gegeven, is de actie meestal snel beëindigd. Je kan weliswaar achteraf nog via het zogenaamde derdenverzet bij dezelfde rechtbank de beschikking betwisten. Maar zelfs indien men dan gelijk krijgt, is dat een pyrrusoverwinning. Er zijn al enkele weken verstreken en niemand heeft er nog zin in.

Vooral de stakingen tegen het Generatiepact in 2005 hebben een aantal werkgevers de procedure doen ontdekken. Bepaalde advocatenkantoren hebben toen op een vrij agressieve wijze reclame gemaakt voor deze union-busting-techniek en hebben hem ook verfijnd. Daar waar men zich vroeger beperkte om naar de rechter te stappen wanneer acties al bezig waren, stelt men nu meestal een vordering in wanneer stakingen nog maar worden aangekondigd. Daarnaast wordt de beschikking ook vaak niet uitgevoerd. Ze wordt met andere woorcden niet aan de stakingsposten overhandigd. Wanneer dan met de vakbonden wordt onderhandeld, wordt even met de beschikking gezwaaid waardoor de machtsverhoudingen plots worden gewijzigd. De werkgever ligt weer bovenaan. Het beroep op de rechter is een onderdeel van de onderhandelingsstrategie geworden.

Een nieuwe wind?

Niet alle rechters spelen het spel mee. Eind november besliste de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg te Mechelen dat hij het eenzijdig verzoekschrift niet moest inwilligen. De procedure mag alleen worden gebruikt "in geval van volstrekte noodzakelijkheid". In casu was de actie echter nog niet begonnen en de voorzitter uitte zijn verwondering over het feit dat een vordering werd ingesteld omdat feitelijkheden "zouden" gepleegd worden. Hij redeneerde dat - indien zich problemen met betrekking tot de openbare orde stellen - de ordediensten maar moeten tussenkomen.

Op drie december jl. werd door de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg te Veurne een derdenverzet behandeld in de zaak Carrefour dat nogal wat media-aandacht heeft gekregen. Op 7 november had de werkgever door middel van een eenzijdig verzoekschrift gedaan gekregen dat ongeveer eender welke actie onmogelijk werd. De teneur van de beschikking was dat de stakers alleen nog thuis in hun zetel konden gaan zitten. De voorzitter van de rechtbank besloot echter naar aanleiding van het derdenverzet dat de oorspronkelijke vordering onontvankelijk was. De argumentatie is vrij technisch maar bevat toch een aantal opmerkelijke bedenkingen die ook voor de niet-jurist interessant zijn.

De werkgever had initieel gebruik gemaakt van het eenzijdig verzoekschrift omdat het onmogelijk was om de tegenpartij te kennen. Daarop repliceerde de voorzitter dat de werkgever de syndicale gesprekspartners kende en deze maar had moeten oproepen. Daarnaast had de werkgever oorspronkelijk zijn zin gekregen omdat hij had aangevoerd dat de economische activiteit volledig zou worden lamgelegd. Hierbij merkte de voorzitter op dat dreigen tot het normale "instrumentarium" (sic) van een sociaal conflict behoort. Net zoals de rechter te Mechelen meent zijn Veurnese collega dat hij niet preventief moet oordelen over conflicten.

Het is echter te vroeg om van een trend te spreken en het is ook nog niet zeker dat andere voorzitters hun collega's zullen volgen.

Wat te doen?

In sommige vakbondskringen wordt de tussenkomst van de rechter met de nodige tremolo's bestempeld als een uiting van klassenjustitie. Uiteraard kan je hopen dat er een mentaliteitswijziging komt en de recente rechtspraak van Mechelen en Veurne massaal zal worden gevolgd. De kans is evenwel gering. Hoe dan te reageren?

Vakbonden kunnen zich blijven wentelen in hun slachtofferrol. Een tussenkomst van de rechter met alle bijhorende folklore (aflevering van het bevelschrift door de deurwaarder, intimidatie door politie enz.) schept een band. Het feit dat de actievoerders bij Carrefour een uurtje zijn opgepakt door de politie heeft waarschijnlijk meer kameraadschap gecreëerd dan eender welk survivalweekend in de Ardennen had kunnen doen.

Mits een aantal technische ingrepen kan de wapengelijkheid tussen de partijen evenwel - via een parlementair initiatief - worden verbeterd. Wat is realiseerbaar?

De voorzitter van de arbeidsrechtbank bevoegd

Sociale conflicten zouden alleen maar mogen behandeld worden door de voorzitter van de arbeidsrechtbank. Deze magistraat is vertrouwd met de geplogenheden van het sociaal overleg en weet beter dan wie ook of hij de advocaat (die vaak alleen maar voor de arbeidsgerechten pleit) kan vertrouwen.

Tegensprekelijke procedure

Uiteraard kent de werkgever niet alle personen die de stakingspost bemannen, maar hij zou de leden van de vakbondsafvaardiging kunnen oproepen of de gewestelijke secretaris. Waarom dit dan niet verplichten en in het Gerechtelijk Wetboek inschrijven?

Plaatsbezoek

Nu oordeelt de rechter zonder de tegenpartij gehoord te hebben en gelooft hij dus vaak de facto de werkgever op zijn woord. Waarom kan een beschikking niet afhankelijk worden gesteld van een plaatsbezoek naar analogie met wat parketmagistraten doen? Zo zou de voorzitter met eigen ogen kunnen of er een probleem is. Idealiter wordt ook de werkgever verplicht om aanwezig te zijn bij het plaatsbezoek. Een stakingspost is vrij confronterend en een dergelijke ervaring zou hem wel tweemaal doen nadenken alvorens anderen het vuile werk voor hem te laten opknappen.

Geen actio ad futurum

Een rechter moet tussenkomen wanneer er zich een concreet probleem stelt. Een aankondiging van acties volstaat niet. Nu wordt op grond van een of ander pamflet vaak een beschikking afgeleverd en wordt dit door de werkgever misbruikt om de onderhandelingen in zijn voordeel te beslechten. De uitspraak van de Mechelse rechter verdient dus navolging en zou best wettelijk worden verankerd.

Voorafgaande procedures

Zelfs wanneer een werkgever een actie uitlokt (bv. door elke dialoog te weigeren) kan hij nog naar de rechter. Waarom laat men de procedure op eenzijdig verzoekschrift niet (mede) afhangen van de verzoeningsbereidheid? Zo zou de werkgever het bewijs moeten kunnen leveren van het feit dat hij gehoor heeft gegeven aan een oproep van het paritaire verzoeningscomité.

Inspraak

In het debat over de tussenkomst van de rechterlijke macht wordt soms het argument gebruikt dat dit ook in Nederland vrij frequent gebeurt. Waarom dan niet bij ons? Je kan geen appelen met peren vergelijken. In Nederland kunnen werknemers bijvoorbeeld via de ondernemingsraad aan de rechter vragen om een betwiste beslissing van de werkgever te blokkeren. De reden om te staken is minder aanwezig.

De minister van Justitie wil de aandeelhouders meer inspraak geven. Misschien is het 60 jaar na het totstandkomen van de Bedrijfsorganisatiewet ook eens de tijd om de werknemers medebeslissingsrecht te geven. Zij zullen dan minder snel geneigd zijn om te staken.