Bij de start van het 16de wereldfestival voor jongeren en studenten op 8 augustus ll. in de Venezolaanse hoofdstad Carácas, nam president Chavez bij het begin van z’n speech de gelegenheid duizenden jongeren te herinneren aan het moment waarop zestig jaar geleden atoombommen de Japanse steden Hiroshima en Nagasaki vernietigden. Hij gaf een eerbetoon aan de slachtoffers van die massamoord en veroordeelde deze wellicht grootste daad van terrorisme uit de geschiedenis.

Dit was een totaal overbodig en superdestructief gebruik van massavernietigingswapens door dezelfde imperialistische macht die vandaag naties aanvalt op basis van valse voorwendsels dat ze zulke wapens nog maar zouden bezitten. Het was het einde van zes jaar oorlog waarin legers en volkeren van alle continenten betrokken waren en bijna 60 miljoen mensen de dood vonden. Een oorlog tegen fascisme en voor democratie, als we de kapitalisten en hun mooipraters mogen geloven.

Oorlog heeft echter altijd een relatie met de klassenstrijd tussen arm en rijk, bezitlozen en bezitters. Zulke belangenconflicten kenmerken de samenlevingsvormen van ruwweg de laatste 10.000 jaar menselijke ontwikkeling. Vergeleken met de ongeveer 1,5 miljoen jaar aanwezigheid van mensen op deze planeet, is dit natuurlijk een relatief korte periode. In die tijdspanne ontwikkelden zich klassen, staatsapparaten, nationale staten, technologie, cultuur enzovoort op basis van veranderende bezits- en productieverhoudingen tot op het niveau dat we nu kennen. Een turbulente geschiedenis, soms aanleiding gevend tot de meest bizarre allianties, gekenmerkt door etappes van relatieve stabiliteit, afgewisseld met meestal kortere maar heftige periodes van openlijke (fysieke) confrontatie.

Op school leerden we allemaal dat WO2 ging om een oorlog tegen het fascisme en voor democratie. We leerden dat Hitler en Mussolini oorlogszuchtige tirannen waren die de aardbol in een wereldwijde beenhouwerij veranderden. Slechte mensen die een heleboel onschuldige mensen veel pijn en leed hebben aangedaan. Zonder afbreuk te willen doen aan de meest huiveringwekkende beschrijvingen van deze twee gestoorde pipo’s moeten we met enige droefheid vertellen dat de realiteit iets complexer in elkaar zit. De wereld evolueert spijtig genoeg niet op basis van idealen die mensen los van de realiteit bedenken. Integendeel. De ontwikkeling van de samenleving is een aaneenschakeling van mekaar beïnvloedende gebeurtenissen op basis van belangenconflicten. Marx en Engels maakten ons duidelijk dat het die klassenstrijd is die de motor van de menselijke geschiedenis vormt. Ideeën zijn een factor in de mate waarin ze appelleren aan de verzuchtingen van grote groepen in de samenleving. De natuur, en ook de mens als onlosmakelijk deel ervan, zoekt steeds de weg van de minste weerstand. Als individu, of als groep van individuen bewust van een collectief belang, zoekt de mens van nature het pad dat voor hem/haar het zinnigst lijkt en vooral (op korte of lange termijn) het meeste voordeel oplevert. Krachtsverhoudingen en moreel spelen uiteindelijk een doorslaggevende rol in elk soort conflict.

Met de Tweede Wereldoorlog was dat niet anders. Hier in West-Europa kennen we WO2 vooral van D-day, de landing in Normandië in de zomer van 1944. Het grote publiek is er mee vertrouwd via films zoals ‘De Langste Dag’ en meer recent ‘Saving Private Ryan’. De vieringen van het afgelopen jaar hebben, samen met televisiedocumentaires, de verhalen van de heroïsche invasie van Frankrijk, de hoge tol in mensenlevens, de opoffering en de moed, weer uitgebreid opgerakeld. Waargebeurde feiten, die echter niet het volledige verhaal vertellen…

Overdreven belang van de landing in Normandië

De invasie van Normandië in de zomer van 1944 was ongetwijfeld een sterk staaltje van militaire planning waarbij kolossale voorzieningen en mankracht betrokken waren. De Duitse bezetter had de kustlijn versterkt met betonnen bunkers en artillerie in de vorm van mitrailleurnesten en dergelijke. Deze verdedigingslinie werd de Atlantische Muur gedoopt.

Met het vooruitzicht van een geallieerde invasie belastte Hitler Duitslands meest befaamde generaal, de legendarische veldmaarschalk Erwin Rommel (voormalig bevelhebber van het Afrikakorps en veteraan van de Eerste Wereldoorlog), met de verdediging van de Normandische kust. Rommel was echter geshockeerd door de relatieve zwakheid van de Duitse verdediging en vooral het ontbreken van effectieve strijdkrachten die hij bij zijn aankomst aantrof. De enige mogelijkheid voor de Duitsers was de invasie te stoppen op de stranden. Dit werd bepaald door zwakheid, niet door sterkte. De Duitsers verzamelden al de beste krachten die ze nog ter beschikking hadden. Vanuit hun strategische positie met een goed zicht over de gehele lengte van Omaha Beach genereerden ze het maximum aan vuurkracht dat ze ter beschikking hadden. Antitankkanonnen gecombineerd met een voortdurende hagel van machinegeweren vernietigden tanks en maaiden onophoudelijk soldaten neer.

Ondanks de zware verliezen op de Normandische stranden was na het landen van de Britse en Amerikaanse strijdkrachten het resultaat zoals voorzien. De Duitse krachten waren te zwak om doeltreffend verzet te bieden. De reden hiervoor is dat Hitler de reserves die hij voorheen in Frankrijk had, naar het Russische front had gestuurd om daar de zware verliezen te vervangen. We willen niet beweren dat de Landing van Normandië geen indrukwekkende en kostelijke militaire operatie was, maar ze kan niet vergeleken worden met de schaal van het offensief van het Rode leger in het oosten.

Op het Oostfront werd Hitler verslagen

“Terwijl in Italië de strijdkrachten van Groot-Brittannië en de VS tegenover twee Duitse divisies staan, krijgt het Russische front aandacht van ongeveer 200 Duitse divisies. Wanneer de geallieerden een tweede front openen op het continent, zal het zeker een secundair front zijn ten aanzien van dat van Rusland”, aldus het Amerikaanse opperbevel in augustus 1942.

De oorlog tegen Hitler in Europa werd voornamelijk gevochten door de USSR en het Rode Leger. De Britten en Amerikanen waren het grootste deel van de oorlog louter toeschouwers. Na de invasie van de Sovjet-Unie in de zomer van 1941 eiste Moskou herhaaldelijk dat Groot-Brittannië en Amerika ook de strijd zouden aanbinden tegen Nazi-Duitsland. De Britse premier Churchill wou hier lange tijd om politieke redenen niet op ingaan en ook de Amerikaanse heersende klasse heeft lang de kat uit de boom gekeken.

De officiële propaganda wil ons doen geloven dat liefde voor democratie en haat voor het fascisme centraal stonden bij de geallieerden. Bij de gewone soldaten was dit ongetwijfeld het geval. De standpunten en tactieken van de Britse en Amerikaanse heersende klasse werden echter zoals altijd bepaald door klassenbelangen. Zij waren in eerste plaats geïnteresseerd hoe ze hun industrieën, bezittingen, staatsmacht en invloedsferen (markten) konden verdedigen en uitbreiden. Toen Hitler in 1941 de invasie van de USSR begon, rekende de Britse heersende klasse erop dat de Sovjet-Unie zou verslagen worden door Duitsland, dat op zijn beurt danig verzwakt zou worden zodat het geen noemenswaardige tegenstand meer zou kunnen bieden. Ze baseerden zich op een oud spreekwoord dat zegt: “Als twee honden vechten om een been gaat de derde ermee heen.” Dit bleek een schromelijke vergissing te zijn.

In plaats van verslagen te worden door Nazi-Duitsland vocht de Sovjet-Unie terug en bracht de legers van Hitler een beslissende nederlaag toe. De reden voor deze ongewone zege kan door voorstanders van het kapitalisme niet worden toegegeven maar is een evidentie voor marxisten. Hun genationaliseerde planeconomie gaf de USSR een enorm voordeel in de oorlog. Ondanks de criminele politiek van Stalin die bij het begin van de oorlog bijna tot de ineenstorting van de USSR leidde, was de Sovjet-Unie in staat snel te herstellen en haar industriële en militaire capaciteit terug op te bouwen. Door de immense kracht van haar geplande economie te mobiliseren, slaagde de USSR erin de machtige Wehrmacht te overtreffen in productie en vuurkracht. Dit is het geheim van haar succes.

Er was nog een andere reden voor de formidabele vechtcapaciteit van het Rode Leger. Lang geleden wees Napoleon op het doorslaggevende belang van moreel tijdens oorlogen. De arbeidersklasse van de Sovjet-Unie vocht om wat overbleef van de verworvenheden van de Oktober Revolutie te verdedigen. Ondanks de monsterlijke misdaden van Stalin en zijn bureaucratie vertegenwoordigde de genationaliseerde economie een enorme historische verworvenheid. Ondanks zware repressie en gebrek aan democratie hadden heel wat Russen een nooit eerder geziene levensstandaard bereikt. Vergeleken met de barbarij van het fascisme was dit iets dat waard was om voor te vechten.

Stalingrad en Koersk

Het echte keerpunt van de oorlog was het tegenoffensief in 1942-43 met als hoogtepunten de slag om Stalingrad en de beslissende slag om Koersk. De slag om Stalingrad was een verbrijzelende slag voor het Duitse leger. Na een verschrikkelijke veldslag van een week viel het Duitse verzet uit elkaar en gaf generaal Paulus zich over aan het Sovjetleger. Accurate cijfers ontbreken, maar ongeveer de helft van de 250.000 mannen van het Duitse Zesde Leger zou gestorven zijn in gevechten, van de kou, van honger of van ziekte. Ongeveer 35.000 soldaten konden zich in veiligheid brengen, maar van de 90.000 die zich overgaven, zagen slechts 6.000 Duitsland terug. De overwinning had de Russen zelf bijna 750.000 doden, gewonden en vermisten gekost. Wat daarna volgde, overtrof al het voorgaande. In slechts zes maanden van gevechten sinds midden november 1942 verloor de Wehrmacht een verbijsterend aantal van 1.250.000 manschappen, 5.000 vliegtuigen, 9.000 tanks en 20.000 stukken artilleriegeschut. Meer dan honderd divisies werden vernietigd of vielen uit elkaar.

Na deze verbrijzelende slag begonnen de Russische legers de Duitsers langs een lang front terug te duwen naar het westen. Dit was het grootste militaire offensief in de geschiedenis. Onmiddellijk gingen de alarmbellen af in Londen en Washington. De echte reden waarom ze zich haastten een tweede front te openen in de lente van 1944 was om te verzekeren dat de opmars van het Rode Leger gestopt zou worden. Al de tijd daarvoor wou Churchill de geallieerde oorlog beperken tot het gebied rond de Middellandse Zee, enerzijds met het oog op het Suez-kanaal en de doorgang naar Brits India en anderzijds omdat hij een invasie in de Balkan beraamde om de opmars van het Rode Leger daar te stoppen. De landing in Italië was vooral ingegeven door de angst dat na de omverwerping van Mussolini in 1943 de Italiaanse Communisten de macht zouden nemen. Het belangrijkste doel van de Britten en de Amerikanen was daarom de Italiaanse Communisten ervan weerhouden aan de macht te komen. Terwijl dus het Rode Leger het volle gewicht van de Wehrmacht moest trotseren in de slag om Koersk dobberden de Britten en Amerikanen de stranden van Sicilië tegemoet. Tevergeefs smeekte Mussolini Hitler om hem versterking te sturen. Hitlers volledige aandacht was gericht op het Russische front.

De koele berekeningen van Churchill en Roosevelt

Churchills berekeningen waren uitsluitend gebaseerd op de strategische belangen van het Britse imperialisme en de noodzaak het Britse rijk te verdedigen. Churchill had lang nog niet volledig de hoop opgegeven dat Rusland en Duitsland mekaar zouden uitputten waardoor een patstelling zou ontstaan in het oosten.

De belangen van het Amerikaanse en het Britse imperialisme waren echter tegenstrijdig. Terwijl Washington formeel gezien een Britse bondgenoot was, wilden ze heel de tijd de oorlog gebruiken ter verzwakking van Groot-Brittannië op wereldschaal. Vooral de Britse wurggreep op India en Afrika wilden ze graag breken. Washington wou het oprukkende Rode Leger tegenhouden en na de nederlaag van Duitsland en Japan controle verwerven over een verzwakt Europa. Zo zouden ze de leidende rol in de wereld van Groot-Brittannië overnemen. Amerika wou niet dat Hitler in z’n opzet slaagde want dat had voor hen een machtige rivaal in Europa opgeleverd. Dat verklaart de toenemende drang van de Amerikanen om een tweede front te openen in Europa en Churchills gebrek aan enthousiasme ervoor.

De Amerikanen hadden een reden om te willen ingaan op de eisen van de Sovjet-Unie en de bezwaren van de Britten aan de kant te schuiven. Ze waren verwikkeld in een bloederige oorlog met Japan in de Stille Oceaan. Ze realiseerden zich dat het onder handen nemen van de sterke Japanse legers op het Aziatische vasteland een buitengewoon zware taak zou zijn indien het Rode Leger geen offensief zou lanceren tegen de Japanners in China, Mantsjoerije en Korea. Stalin liet weten dat het Rode Leger de Japanners zou aanvallen, maar enkel nadat het Duitse leger verslagen was.

De VS waren echter vastberaden Berlijn te bereiken voor het Rode Leger. “We zouden tot in Berlijn moeten gaan”, zei Roosevelt tot de stafchefs op weg naar de vergadering in Cairo. “De Sovjets kunnen dan het territorium ten oosten van Berlijn nemen. De Verenigde Staten zouden Berlijn moeten hebben.” (FRUS, The Conference at Cairo and Teheran, 1943, p. 254.) Voor Londen en Washington was het voornaamste probleem dat het Rode Leger als een onafwendbare golf door Oost-Europa raasde. In enkel twaalf dagen bewogen de Sovjettroepen zich 500 kilometer voorwaarts. Dat is 25 tot 30 kilometer per dag. Het Duitse leger verloor 300.000 soldaten en nog eens 100.000 werden gevangen genomen. Tegen de tijd dat de Amerikaanse en Britse strijdkrachten bekomen waren van de slag om de Ardennen en verder oprukten op de 8ste februari 1944, was het Rode Leger 60 kilometer van Berlijn verwijderd terwijl de Britten en Amerikanen nog op 500 kilometer waren. Begin april waren de Nazi’s uit Polen verdreven. Op 13 april kwamen Sovjetkrachten Wenen binnen.

De Nazi-leiders wisten dat ze de oorlog verloren hadden, maar een deel van hen hoopten dat de alliantie tussen de USSR enerzijds en de Britten en Amerikanen anderzijds, zou uiteenvallen. Het idee was zich in het westen over te geven maar in het oosten de Russen te blijven bevechten. Dit was niet zo onmogelijk als het zou kunnen lijken. Er werden onderhandelingen opgestart in Zwitserland in verband met een Duitse overgave in Italië tussen het hoofd van de Amerikaanse intelligentiedienst in Europa, Allen Dulles, en de vertegenwoordiger van het Duitse opperbevel in Italië, SS-generaal Wolff. Verschillende gelijkaardige pogingen werden ondernomen. De Amerikanen namen de mogelijkheid tot oorlog tegen de Sovjet-Unie in beschouwing zelfs toen Hitler nog niet verslagen was en lieten dit idee varen omdat ze terecht dachten niet te kunnen winnen. De USSR was te sterk en de VS besefte dat hun capaciteit nog vele malen groter was dan wat ze gebruikt hadden in WO2. Bovendien waren de Amerikaanse en Britse soldaten nooit bereid geweest te vechten tegen de Sovjet-Unie na een bloederige oorlog die verondersteld was tegen het fascisme te zijn en waarbij 30 miljoen Russen het leven verloren.

Alle herdenkingen ten spijt legt dezelfde oorzaak die leidde tot Wereldoorlog 1 en 2 nog steeds, en zelfs in toenemende mate, een hypotheek op de toekomst van de mensheid. Het geglobaliseerde kapitalistische systeem dat winsthonger als voornaamste drijfveer heeft, voedt alle bestaande tegenstellingen tussen mensen en creëert er steeds nieuwe om zichzelf in stand te houden ten koste van miljoenen mensen. Steeds opnieuw, zoals nu in Venezuela en in min of meerdere mate heel Latijns-Amerika, worden mensen zich bewust van het doodlopende straatje waarin dit systeem ons duwt. Het is dat bewustzijn geschraagd met de lessen uit het verleden waarin de kiemen liggen van een toekomst zonder oorlog. Of om het met de woorden van Alexander Rodchenko (Sovjetkunstenaar, 1891-1956) te zeggen: “De toekomst is onze enige ziel.”