Verdeeldheid lijkt de grootste vijand van emancipatie in de sociale geschiedenis van de meest uiteenlopende landen. Werkende mensen worden tégen elkaar gemobiliseerd over taalgrenzen, rassen, religies, seksuele geaardheid, noem maar op. Onze dagdagelijkse stress, de impact van sociaal en ecologisch geweld waaraan we bloot staan, heeft echter weinig met deze ‘tegenstellingen’ te maken. In de liberale globalisering waarin enkel winst centraal staat, waar of hoe dan ook, is er immers slechts een tegenstelling die universeel geldt: die van de klassen. Deze tegenstelling wordt echter voortdurend naar de achtergrond verdrongen, terwijl culturele diversiteit en materiële rijkdom worden geperverteerd tot bron van conflict. Een deel van de politieke en syndicale beweging zit nog steeds met een vertroebeld beeld van deze werkelijkheid, en sleurt de aanhang daarin mee.

Deze tragedie heeft ook een land als Bolivia jarenlang gekenmerkt. Tijdens de Koude Oorlog steunden militaire regimes zelfs op milities van de inheemse boeren, in hun strijd tegen linkse arbeidersverenigingen (in het zgn. Pacto Militar-Campesino). Arbeiders en boeren waren jarenlang ideologisch verdeeld: ‘socialisme’ stond tegenover ‘indigenisme’. Vreemd genoeg, want dat indigenisme, het teruggrijpen naar de inheemse cultuur, was zeer vertrouwd met vele belangrijke aspecten van het socialistische gedachtegoed. De boerengemeenschappen van de Andes worden gekenmerkt door uiterst democratische bestuursvormen, waarbij een roterend systeem ervoor zorgt dat iedereen van de gemeenschap vroeg of laat instaat voor het bestuur, terwijl er collectief aan landbouw wordt gedaan – en uit respect voor Pachamama (Moeder Aarde), liefst op ecologische wijze... Deze democratische vorm van samenleven stamt van voor het koloniale tijdperk, en is ondanks vijf eeuwen onderdrukking stevig verankerd gebleven in de inheemse cultuur.

Helaas heeft het lang geduurd alvorens deze boerengemeenschappen enerzijds en de arbeidersgemeenschappen van de steden anderzijds over de oppervlakkige verschillen konden kijken, om te beseffen dat zij in hun streven naar een sociaal en ecologisch gezonde maatschappij één en dezelfde tegenstander hebben. Pas in het begin van de jaren tachtig slaagde de nationale vakbond COB (Boliviaanse Arbeiderscentrale) erin met de meest progressieve boerenvereniging, de CSUTCB, eenheid te vinden door het klassenstandpunt van de eersten te verzoenen met de inheemse slogan “eenheid in verscheidenheid” van de boeren. Deze laatste verwijzing naar de strijd voor etnisch-culturele erkenning geeft aan in welke mate de verschillende breuklijnen effectieve ‘eenheid’ konden verstoren.

De laatste jaren is er aan de basis hard gewerkt aan toenadering. Er moeten dan ook ernstige lessen getrokken worden uit de gemiste kansen van 2003 (en later van 2005). In 2003 bracht de bevolking met massale mobilisatie de regering ten val, maar, zo stelde de COB: “Indien de arbeiders de macht niet namen, kwam dat door het ontbreken van een revolutionaire partij.” De MAS (Beweging voor Socialisme) nam op dat moment haar verantwoordelijkheid inderdaad niet op. Het presidentschap van Mesa werd in 2003 gesteund door de MAS. Twee jaar later, in 2005, waren er opnieuw massabetogingen en stakingen, met als eis de nationalisering van de gasvelden. Opnieuw toonde de leiding van de MAS zich gematigd, hoewel haar basis mee marcheerde voor volledige nationalisering. Hun parlementsleden waren in paniek toen de straten opnieuw werden opgeëist door de verenigde arbeiders- en boerenbevolking. Ondanks de lessen van 2003 zag de vakbond COB echter niet in hoe deze beweging politiek te kanaliseren.

In juni 2005 kwam dan toch de eerste stap naar een werkelijke volksregering toen de COB samen met de belangrijkste arbeiders- en boerenorganisaties in El Alto een Volksvergadering oprichtten. Ze noemden dit zelf “het hoofdkwartier van de revolutie”. Zulke democratische organen georganiseerd door de gewone mensen, zijn inderdaad een voorafspiegeling van een hogere samenleving.

In plaats van zich te baseren op deze volksraden, steunde de MAS, ondanks haar basis, het compromis dat bestond in het aftreden van Mesa en aantreden van een interim-president, met de belofte van vervroegde verkiezingen. De MAS, de Beweging voor Socialisme, hield met andere woorden louter vast aan de burgerlijke parlementaire democratie met al haar ondemocratische beperkingen, en durfde bij monde van ideoloog Garcia Linera te stellen dat ‘socialisme’… niet meer op de agenda staat.

De vroegere verdeeldheid van de arbeiders- en boerenbevolking die de linkse partijen ooit in het nadeel speelden, is geen excuus meer. Arbeiders en boeren hebben nu integendeel met hun herhaaldelijke bereidwilligheid tot uitgebreide en langdurige mobilisatie de bal in het kamp van de MAS gelegd. Deze partij heeft na de electorale overwinning een mandaat gekregen van de bevolking voor een antikapitalistisch beleid. Een groot deel van de kiezers veronderstelt dan ook dat Morales, een inheemse, hun eisen voor nationalisatie van gas, en andere bodemrijkdommen, zal doorvoeren, en de macht van multinationals zal inperken ten voordele van een socialistische economie. De retoriek van de MAS-leiding, én de recente voorgeschiedenis, doet echter vermoeden dat zij de hoop die op hen gesteld wordt, niet wil waarmaken. Het initiatief van de Volksraad in El Alto zal navolging moeten krijgen in andere steden, om het proces dat gedragen wordt door de bevolking, eindelijk tot voltooiing te kunnen brengen. Met deze verkiezingsoverwinning is allicht een belangrijke stap vooruit gezet, maar de strijd is nog niet gestreden.

Lees ook onze eerste analyse na de verkiezingenonze eerste analyse na de verkiezingen en de uiteindelijke resultaten van de verkiezingen in Boliviade uiteindelijke resultaten van de verkiezingen in Bolivia.