Ze hadden zich sowieso al voorbereid om hun gal te spuien bij de tachtigste verjaardag van Fidel Castro. Maar de burgerlijke media kregen met de spoedopname van de Comandante zelfs twee weken voordien al de kans om weer eens hun venijn te laten vloeien over het heroïsche eiland in de Caraïben.

Leugens, dooddoeners, verdraaiingen, feiten uit hun context, alles halen ze uit de kast om Castro en de Cubaanse Revolutie te beschimpen. Wat ze daarbij vooral willen raken, is niet zozeer Castro zelf, maar de mogelijkheid van socialisme. De burgerij verfoeit het idee dat we kunnen vechten voor een betere wereld en dat we daarvoor het kapitalisme moeten overwinnen. Voor miljoenen mensen is Fidel Castro een verpersoonlijking van dit idee. Samen met Che Guevara leidde hij de Cubaanse Revolutie die begin jaren ’60 komaf maakte met het kapitalisme door nationalisering van de gronden, de industrie en het financiewezen. Juist dat heeft de heersende klasse Castro nooit kunnen vergeven. De invoering van een planeconomie vormde de basis voor de ontwikkeling van hoogstaand onderwijs en geneeskunde, toegankelijk voor iedereen. Daarmee steekt de levensstandaard en -kwaliteit van de modale Cubaan ver uit boven de ellende in het gros van de ‘Derde Wereld’, ondanks de economische blokkade door de VS.

Natuurlijk heeft Cuba zijn problemen. Vele daarvan hebben te maken met het falen van de revolutie in de rest van Latijns-Amerika en in de grootmachten. Tijdens de jaren ’60 en ’70 werd de revolutie de kop ingedrukt in Chili, Bolivia, Argentinië enzovoort. Dat zorgde voor demoralisatie onder de Cubanen. De greep van de stalinistische bureaucratie uit Rusland werd sterker. De bureaucratisering en alles wat daarmee samenhangt, gaf aan de imperialisten argumenten om de revolutie zwart te maken. Tegelijk verliet de Cubaanse leiding de idee van een wereldrevolutie. Voordien, zeker onder Che Guevara, probeerden ze actief de revolutie te verspreiden naar andere landen, hoewel de methode van guerrilla niet tot de verhoopte resultaten leidde. Met de stalinisering verdween dit internationalistische element in de Cubaanse buitenlandse politiek, om plaats te maken voor zogenaamde ‘realpolitik’.

De ineenstorting van het Oostblok begin jaren ’90 was nochtans geen zegen voor Cuba. In één klap verdwenen de voordelige handelsrelaties. Cuba was volledig op zichzelf teruggeworpen. Het mag een wonder heten dat de revolutie kon overleven op dit kleine eiland in de buik van de VS. De basis van dit ‘wonder’ is de revolutionaire overtuiging van de Cubaanse massa’s.

De Chinese weg

Om te overleven voerde de regering beperkte markthervormingen door, zoals joint-ventures met multinationals in bepaalde sectoren en vooral de liberalisering van het toerisme. In een zee van kapitalisme is het onmogelijk om het hoofd boven water te houden zonder economische relaties met het buitenland. Met die markthervormingen is er echter een nieuwe middenklasse ontstaan die de sociale basis vormt voor herstel van het kapitalisme. In de eerste plaats de bureaucraten die verbonden zijn met de toeristische sector en die banden hebben met multinationals via de joint-ventures. Zij zouden hun privileges graag verzilverd zien in eigendom, wat voor de wet totnogtoe onmogelijk blijft. Ook de zwarte markt en criminaliteit floreren. Obscure figuren die hier een aardige boterham verdienen, zien evenmin brood in het terugschroeven van markthervormingen. De sociale basis van de contrarevolutie bestaat dus uit diverse groepen.

Vaak worden de rechtse Cubanen in Miami aangevoerd als de stormram waarmee Washington de Cubaanse revolutie wil breken. Zij hebben dichte banden met de uiterst-rechtse zijde van de Republikeinen, inclusief de familie Bush. Na de spoedopname van Fidel maande Bush hen echter aan om kalm te blijven en “de mensen op Cuba zelf te laten beslissen”. Zelfs de Amerikaanse president begrijpt blijkbaar – ondanks zijn minuscule herseninhoud – dat hij de Miami-Cubanen in toom moet houden. Een conflict met de Miami-Cubanen zou het Cubaanse volk immers provoceren en de anti-imperialistische linkerzijde de wind in de zeilen geven. De Amerikaanse staat wedt eerder op haar paard van Troje: de voorstanders van het kapitalisme op het eiland zelf. En daarmee bedoelen ze niet zozeer de dissidenten. Die zijn vooral van belang voor propaganda tegen de revolutie voor ‘schending van de mensenrechten’ enzovoort. Het paard van Troje is de nieuwe middenklasse binnen de Cubaanse staatsbureaucratie, de voorstanders van de ‘Chinese weg’. Zij willen de planeconomie en de revolutionaire verworvenheden stilaan ondermijnen ten voordele van de markt, maar onder strenge controle van de Communistische Partij. Ze hebben geleerd van de snelle overgang in de Sovjetunie, die gepaard ging met totale ineenstorting.

Fidel Castro is zich altijd blijven verzetten tegen een herstel van het kapitalisme. Leiders die zich te openlijk voor het kapitalisme uitspraken, mochten hun biezen pakken, zoals minister van Buitenlandse Zaken Robaina. Fidel erkende ook zelf in een historische toespraak aan de Universiteit van Havana op 17 november 2005 dat de VS niet het grootste gevaar is, maar wel de interne vijand: de corruptie en de bureaucratie. Dat de burgerlijke media druk speculeren over de dood van Fidel is dus geen toeval. Het wegvallen van Fidel is nauw verbonden met vooruitzichten voor de herinvoering van het kapitalisme.

Wereldrevolutie

Strikt genomen is Cuba nooit een socialistisch land geweest; het is slechts een glimp van wat socialisme kan betekenen. Socialisme zal pas echt mogelijk zijn wanneer de werkende klasse in de ontwikkelde kapitalistische landen wint. Wanneer de wereldrevolutie dus triomfeert. Tot dan blijft Cuba in een overgangsregime. En overgangsregimes kunnen worden teruggedraaid.

Uiteindelijk zal het lot van de Cubaanse Revolutie internationaal beslist worden, door de overwinning of de nederlaag van de Latijns-Amerikaanse revolutie aangevoerd door Venezuela. Alleen socialistische revoluties in andere landen kunnen Cuba uit zijn isolement halen. Dat was het standpunt van Lenin en Trotski ten opzichte van Rusland en het blijft geldig vandaag. Dit is het standpunt dat wij verdedigen met de campagne Handen Af van Venezuela. Voor veel Cubanen is dat ook hun reële hoop. De ontwikkelingen in Venezuela en de toespraken van Chavez worden via de media door miljoenen Cubanen gevolgd.

Onder Cubaanse communistische activisten vinden de ideeën van Trotski ook steeds meer ingang. Onze Internationale Marxistische Stroming speelt daarin een grote rol. De afgelopen twee jaar werd onze Spaanse uitgeverij, de Fundacion Federico Engels (FFE), uitgenodigd voor de boekenbeurs van Havana. Daarmee doorbraken ze het Spaanse culturele embargo, wat de Cubaanse media op veel applaus onthaalden. De werken van Trotski waren de bestsellers van de boekenstand, samen met de boeken van Ted Grant en Alan Woods. Hun werk ‘Reason in Revolt’ werd door de Cubaanse uitgeverij Ciencias Sociales uitgebracht in een Cubaanse editie en Alan Woods kon op spreektoer over heel het eiland, waarbij telkens veel geïnteresseerden opdaagden.

Onze bijdrage in het debat over de redding van de Cubaanse Revolutie bestaat fundamenteel uit twee argumenten. Ten eerste zal het isolement pas doorbroken worden door socialistische revoluties in andere landen. Daarom dient Cuba die actief te stimuleren door onteigeningen van kapitalisten en grootgrondbezitters en de invoering van een planeconomie aan te moedigen, onder andere in Venezuela. Ten tweede heeft de Cubaanse Revolutie behoefte aan arbeidersdemocratie. Niet de schijndemocratie zoals we die kennen in Europa en de VS, met verkiezingen die niks fundamenteel veranderen en de macht in handen laten van de multinationals en banken. Met zo’n formele democratie zou de VS direct massa’s geld pompen in een of andere liberale partij. De specifieke situatie van Cuba, dat al jaren wordt verstikt door het imperialisme, laat dit niet toe. Het lot van de revolutie is echter wel gediend met een grote discussie over de toekomst van de revolutie, met het Cubaanse volk en met alle groepen die de planeconomie steunen. De beslissingen over de toekomst van de revolutie mogen niet binnen de beperkte kring van de leiding van de Communistische Partij blijven. Dit dient een straatdiscussie te zijn waarbij het volk beslissingsmacht moet hebben. Zelforganisatie van het volk voor de verdediging en uitbreiding van de eigen verworvenheden is altijd al het sterkste wapen geweest tegen verdrukkers die de klok willen terugdraaien.

Lees ook:

  • IMT-verklaring over Cuba: solidariteit met de Cubaanse revolutieIMT-verklaring over Cuba: solidariteit met de Cubaanse revolutie
  • Laatste etappe van de spreektoer van Alan Woods in Santiago de CubaLaatste etappe van de spreektoer van Alan Woods in Santiago de Cuba
  • Alan Woods lanceert Cubaanse uitgave van zijn boek Reason in RevoltAlan Woods lanceert Cubaanse uitgave van zijn boek Reason in Revolt
  • Cubaanse Revolutie viert 45ste verjaardag, maar is in groot gevaarCubaanse Revolutie viert 45ste verjaardag, maar is in groot gevaar