De Duits-Tsjechische schrijver Egon Erwin Kisch (1885-1948) wordt beschouwd als de man die van de reportage een volwaardig literair genre heeft gemaakt.
Hij vestigde zijn naam met het boek “Der Rasende Reporter”. Het maakte hem in 1924 wereldberoemd en hij hield er zijn bijnaam van “niets ontziende reporter, de man die kost wat kost tot op het bot ging” aan over. Hij koos in zijn stukken resoluut de kant van de onderdrukten, de machtelozen, van zij die geen stem hebben. Hij was steeds op zoek naar de wezenlijke kern van wat hij zag, naar datgene wat verborgen bleef achter de schijn. Het was zijn stelligste overtuiging dat “de Waarheid de grondstof is van de kunst”.
Zijn oeuvre is van superieure kwaliteit: hij combineert literaire stijlmiddelen, met diepgaand journalistiek onderzoekswerk. Bertold Brecht complimenteerde hem met de uitspraak “Je zou een Nobelprijs kunnen bijeen schrijven met slechts één vijfde van het talent van Kisch!”

Wat een verschil met het gros van de huidige journalisten! Telkens je vandaag een krant openslaat hou je je hart vast: welk amalgaan van overgeschreven persberichten, halve waarheden, citaten van zogezegd ‘neutrale experts’ en trivialiteiten krijg je nu weer op je bord? Het is een feit dat veel meer dan vroeger markteconomische factoren bepalen wat nieuws is en wat niet, maar mag het asjeblieft ietsje meer zijn?

De reporter als bevoorrechte getuige

Kisch is door zijn nomadisch bestaan steeds daar waar de actie is. Hij verslaat de Balkanoorlog in 1912 en brengt verslag uit van het front van de Eerste Wereldoorlog. Hij blijft positief schrijven over Emile Zola en Jean Jaures, ook toen de haat tegen Frankrijk kunstmatig werd opgevoerd. Hijzelf vecht mee maar deserteert het laatste jaar: de gebeurtenissen hebben hem geradicaliseerd. Hij speelt een leidende rol in de Weense opstand van 1918: gewapende arbeidsmilities marcheren door Wenen en de roep om een rode machtsovername wordt alsmaar luider. Tevergeefs: Oostenrijk is Rusland niet en de revolutionaire beweging wordt afgeblokt door de restanten van het oude regime en het verraderlijke optreden van de sociaal-democraten. Kirsch treedt in 1919 toe tot de Communistische Partij van Duits-Oostenrijk. Om hem zelf te citeren: “Communisme staat in mijn ogen voor humanisme in ethische en sociale zin en is dé standplaats van de cultuur”.

Het lichtbaken voor alle armen en verdrukten

Egon_Erwin_Kisch
17 Februari 1935: Egon Erwin Kisch
waarschuwt een menigte van 18.000
mensen in het "Domain" in Sydney
voor de gevaren van het nazi-regime

Kisch was een groot bewonderaar van “Ten days that shook the world” van John Reed en in 1925 kon hij met eigen ogen de jonge socialistische staat aanschouwen. Voor vele linkse intellectuelen was de Sovjet-Unie toen een lichtbaken, de plaats waar de geschiedenis opnieuw zou worden uitgevonden. Het boek dat Kisch schreef over zijn Russisch avontuur, “Zaren, Popen, Bolschewiken”, werd aangezien als een standaardwerk over het rode rijk. Vanuit communistische hoek kreeg hij veel minder bijval: ze vonden het té anekdotisch, niet serieus genoeg. Het virus van de reisreportage had hem voorgoed te pakken en hij trok naar de Verenigde Staten, naar China en opnieuw naar de Sovjet-Unie. Tot verbijstering van velen evolueert hij naar een rasechte dweper: hij verdedigt de USSR te allen prijze en kan niet om met kritiek.

De opkomst van extreem-rechts

De antifascistische strijd brengt hem in de jaren ’30 terug naar Duitsland. In 1933 wordt hij samen met duizenden tegenstanders van het national-socialisme gearresteerd. Gelukkig heeft hij nog zijn Tsjecho-Slowaaks paspoort, en wordt hij uitgewezen. Hij belandt uiteindelijk in Parijs en groeit uit tot een sleutelfiguur van de exil-literatuur. Hij propageert de groots mogelijke eenheid: communisten samen met sociaal-democraten en andere strekkingen, allen verenigd tegen Hitler! Volgens Arthur Koestler was Kisch toen op politiek gebied volkomen cynisch geworden: hij had geen enkele illusie meer in zijn partij, de KPD, maar hij had nog minder illusies over de wereld buiten die partij!

Aanbevolen lectuur: “Egon Erwin Kisch, de vliegende reporter” samengesteld door Geert van Istendael en Mark Schaevers – Uitgeverij Atlas – Amsterdam/Antwerpen