Kan een film over de Afghaanse menselijke ellende mooi zijn? Sommige Europese en Amerikaanse critici vinden althans dat een sociale prent niet overtuigend kan zijn als die esthetisch zo geladen is als de nieuwste film van de Iraanse regisseur Mohsen Makhmalbaf. Voor hen kan dit genre enkel maar krachtig zijn tegen een grijze, sombere achtergrond.

Kandahar slaagt er echter wel in een bijna poëtische, schilderachtige tocht te maken door de Afghaanse gruwel verborgen achter een zo vernederende burqa (sluier).

We volgen Nafas, een journaliste die reeds jaren in Canada leeft, op zoek naar haar jongste zus in Kandahar, een zuidwestelijke stad in Afghanistan. Ze wil haar zus redden van een geplande zelfmoord tijdens de laatste zonsverduistering van het millennium. “Het leven is niet waard geleefd te worden” is haar trieste besluit in de open gevangenis die het land geworden is onder de loodzware repressie van de Taliban. De middernacht van Afghanistan heeft zowel vrouwen als mannen in het donker geduwd. Nafas wil haar zus nieuwe redenen geven tot leven en hoop. Met een kleine bandopnemer probeert ze onderweg getuigenissen, indrukken en beelden “te verzamelen die haar hoop kunnen geven”. Vreemd genoeg ontdekt ze die tussen de talrijke oorlogsstigma’s.

De film mengt technieken van een documentaire met deze van een fictief verhaal. Naar trouwe gewoonte haalde filmregisseur Makhmalbaf zijn acteurs op straat of op de dichtbevolkte markten van de regio. Met een minimum aan beroepsacteurs slaagt hij erin een authentiek drama te brengen.

We trekken van de verdrukkende Madrassa’s (Islamitische indoctrinatiescholen) naar de vluchtelingenkampen van het Rode Kruis. Van een bijna surrealistische slow motion scène van een stormloop van op krukken springende een-of-geen-beners, de blik gericht op geparachuteerde been- en heupprotheses, botsen we op een kleurrijke en gesluierde groep vrouwen op weg naar een bruiloft. Een wanhopig man probeert zich tevergeefs in deze groep te verschuilen om aan de politie te ontsnappen. Uiteindelijk wordt Nafas ook aangehouden voordat zij haar zus heeft kunnen ontmoeten.

Het is een zeer trage film. Net zoals met het eten (fast food) zijn we verslaafd geraakt aan ‘fast films’. Daarom lijkt het plotse einde van de film ons misschien zo abrupt en laat hij een onafgewerkte indruk na. Al bij al blijft dit echter een zeldzame film, tegelijkertijd primitief en geraffineerd.