Jack LondonJack London (Californië1876-1916) was één van de populairste schrijvers van zijn tijd. Hij werd tot ver buiten de VS bekend met zijn dierenverhalen, The Call of the Wild (1903) en White Fang (1906), die zich in de Far West afspeelden. Hij schreef meer dan 50 boeken, honderden kortverhalen en werd in maar eventjes 70 talen vertaald! Hij maakte van de raad die aan elke beginnende auteur gegeven wordt, Schrijf over wat je kent, de rode draad in zijn oeuvre.

Een leven vol avontuur

Hij was achtereenvolgens scheepsjongen, walvisvaarder, landarbeider, zwerver, mijnwerker, fabrieksarbeider, goudzoeker, journalist en landbouwer en verwerkte al zijn belevenissen in zijn romans en verhalen. Zelf een verwoed lezer ging hij steeds op zoek achter de grote verbanden en een verklaring van de toenmalige stand van zaken. Onder invloed van de geschriften van Darwin en Marx kwam hij tot het socialisme en werd in 1896 lid van de Socialist Labor Party. In zijn bundel Revolution and other essays (1910) verwoordt hij het aldus: Ik ben geboren in de arbeidersklasse. Als jonge man was ik vol idealen, enthousiasme en ambitie. Aan de onderkant van de maatschappij had het leven mij echter niets anders te bieden dan armoede, smerigheid en wanhoop. Ik zocht met al mijn kracht een uitweg en heb die gevonden.

Jack London ontpopte zich tot een begenadigd en flamboyant spreker over het socialisme en  was een graag geziene gast op vele meetings. Zijn persoonlijk leven kende veel ups en downs, hij dronk veel méér dan goed voor hem was, verzonk soms in maandenlange depressies en stond meerdere keren aan de rand van de zelfmoord. Hij bleef een verteller in hart en nieren en verwerkte ook de mindere kanten van zijn bestaan in verhalen en boeken. In het semi-autobiografische Martin Eden maken we kennis met een jonge zeeman, die aan lager wal is geraakt. Hij schrijft op het obsessieve af en droomt van succes en mooie vrouwen. Tevergeefs, want het loopt slecht met hem af! In Alcoholic memoirs beschrijft hij niet zonder zelfspot de lotgevallen van een notoire alcoholicus.

De zoektocht naar geluk

In 1913 verscheen The Valley of the Moon, het verhaal van  Billy en Saxon, een koppel uit de arbeidersklasse dat zich probeert te ontworstelen aan hun lotsbestemming. Jack London beschouwde dit boek als zijn magnum opus, waarin alle themas die hem nauw aan het hart lagen behandeld werden.

Eind vorig jaar kwam een herwerkte Nederlandse vertaling uit. Hans Dütting, de vertaler, mag hiervoor terecht een pluim op zijn hoed steken: hij herschreef de tekst grondig zodat we 511 paginas lang geboeid blijven.

In het eerste deel wordt het leven geschetst van Saxon, hulp in een wasserij en Billy, vrachtrijder voor een kleine baas. De arbeidsomstandigheden zijn abominabel, vakbonden zijn onbestaand en het is ieder voor zich. Het enige plezier dat de jongeren hebben is het wekelijkse dansuitje. Het is daar dat Saxon en Billy elkaar leren kennen. Om uit de armoede te geraken probeert Billy te boksen voor geld. Hij stopt er echter gedegouteerd mee, wanneer hij verplicht wordt zijn beste vriend tot moes te slaan. Het verhaal wordt grotendeels verteld vanuit het standpunt van Saxon. Je vergeet bijna dat de schrijver een man is, zo goed zijn de gedachten en gevoelens van een jonge vrouw weergegeven. Jack London spendeert ook heel ondeugend ettelijke paginas aan frivole lingerie en de kunst van het verleiden!

In het tweede deel staat een stakingsgolf centraal en de invloed die dit heeft op de hoofdpersonages. Billy bevindt zich in het heetst van de strijd en slaat een stakingsbreker het ziekenhuis in. Hij wordt opgepakt en vliegt naar de gevangenis. De bestuursleden van de vakbond worden aangehouden en de leider wordt opgeknoopt. Saxon, net zwanger, komt in het tumult terecht en verliest haar baby. De vertwijfeling slaat toe: waarom staakt niet iedereen mee? Waarom verkopen sommigen zich voor een halve dollar als stakingsbreker? Waar is de solidariteit? Zal het wel lukken, met dat socialisme? Helpt op hen stemmen wel? Zullen zij op hun beurt ons ook niet verraden?

In het derde deel beslissen Billy en Saxon om de stad te ontvluchten en de trek naar Californië te wagen, op zoek naar land. Ze stuiten op een kunstenaarskolonie, die heel lyrisch beschreven wordt: iedereen werkt samen, alles wordt gedeeld, er bestaat geen privé eigendom meer. Ze leven van wat het land opbrengt, s avonds komt iedereen samen en wordt er gediscussieerd, gelachen, gemusiceerd Je zou er zo naar toe willen!

Deze kunstenaarsidylle paste in de tijdsgeest: in de lage landen had je Frederik Van Eeden die met zijn nederzetting Walden zijn eigen socialistische tuinbouwkolonie oprichtte. Jack London had plannen in dezelfde richting. Hij was gedesillusioneerd in de leiding van de Socialist Labor Party: ze waren voor de oorlogskredieten en ondersteunden WOI. Hij diende enkele maanden voor zijn dood dan ook zijn ontslag in.

Op 22 november 1916 sloeg het noodlot toe: Jack London overleed aan een nierfalen, amper 40 jaar oud. In het bericht dat zijn uitgeverij verspreidde stond Geen enkele Amerikaanse schrijver had zon romantisch leven als Jack London. Wij dachten allemaal dat hij onoverwinnelijk was. We zijn in shock: het gehele land is in rouw.

Jack London De vallei van de maan vertaald door Hans Dütting 2014 Uitgeverij Aspect Nederland.