Het ziet er steeds meer naar uit dat de crisis in Zuidoost Azië ook Japan ernstig begint aan te tasten. De Japanse economie, die al voor het grootste gedeelte van de jaren '90 in recessie verkeert, staat volgens Norio Ohga, topman bij Sony, op de rand van de instorting. "We worden geconfronteerd met de meest kritieke economische toestand uit de geschiedenis", aldus Ogha. Ook Jesper Koll, hoofdeconoom van JP Morgan in Tokio, glijdt de Japanse economie af naar een zeer diepe recessie. Indien dit gebeurt, zal dit enorme gevolgen voor de hele wereldeconomie. De economische groei die Europa en dus ook België vandaag meemaakt zou wel eens van heel korte duur kunnen zijn.

Beurzen op hol: wanneer komt de kater?

Twee jaar geleden waarschuwde Alan Greenspan, hoofd van de Federal Reserve, dat de beurskoersen buitensporige hoogten hadden bereikt. De Dow Jones stond toen op 5000. Bij de laatste beurscrash in oktober '97 was de Dow Jones boven de 8000 geklommen en de daaropvolgende crash heette een "correctie" te zijn. Er was immers niets aan de hand: de fundamenten van de Amerikaanse economie waren gezond, aldus Clinton. De Dow herstelde zich snel en beneveld door speculatiewoede en overmoedig door de goede afloop van de beurscrash van 1987 is de Dow vandaag omhooggeschoten tot boven de 9000 grens. Deze situatie tart alle wetten van de economische zwaartekracht. De VS-economie staat in voor 20% van het wereld-BNP, maar meer dan de helft van de aandelenwaarden bevinden zich in Amerika. De Financial Times voorspelt dan ook een catastrofe. Bovendien hebben thans tien keer zoveel Amerikanen aandelen dan tijdens de beurscrash van 1929. Met andere woorden: veel meer mensen zullen erdoor getroffen worden.

Inmiddels is voor het eerst de werkloosheid in de VS terug toegenomen, wat mogelijk wijst op het begin van het einde van de Amerikaanse opleving, die nu al zeven jaar aanhoudt, wat uitzonderling lang is. Maar de triomfalistische geruchten over de oersterke Amerikaanse economie, met een werkloosheidsgraad die gedaald is tot op het niveau van het begin van de jaren '70, zijn verraderlijk. In tegenstelling tot de economische gouden jaren '50 en '60 profiteren de arbeiders niet van de huidige opleving. In tegendeel, de huidige groei is juist gebaseerd op een extra uitbuiting van de arbeiders, die soms twee of drie jobs moeten aannemen om in hun levensonderhoud te kunnen voorzien. Vandaag staan 24 miljoen Amerikanen dagelijks aan te schuiven in de gaarkeukens en velen onder hen hebben een job.

Terug naar een klassiek kapitalisme

Na de beurscrash en de Grote Depressie van 1929-1933 dachten de kapitalisten hun lesje geleerd te hebben. Er werden tal van reglementen ingevoerd om dergelijke economische rampen te vermijden, de rol van de staat in de economie werd opgedreven en het Keynesianisme vierde hoogtij. Bovendien verzekerde de Gouden Standaard ingevoerd door Bretton Woods dat er wereldwijd handel kon gedreven worden tegen vaste wisselkoersen, waarbij de Amerikaanse dollar tegen een vaste waarde steeds kon ingewisseld worden tegen goud. De gouden jaren eindigden echter in een escalatie van de inflatie, waardoor Keynes begraven werd er geleidelijk aan terug werd gekeerd naar het klassieke model van het kapitalisme.

Vooral in de laatste tien jaar kan het feest van deregulering, privatisering en afbouw van de rol van de staat in de economie niet op. Maar hierdoor worden alle elementen terug verzameld die aan de basis lagen van de grote depressie van de jaren '30. In de reële economie zien we de contouren van een klassieke overproductiecrisis, terwijl de financiële markten zich in een uiterst precaire situatie bevinden. De Japanse bankwereld staat op instorten, in Zuidoost Azië dreigt een nieuwe golf van competitieve devaluaties (vooral een devaluatie van de Chinese yuan kan de boel in gang steken) en een nieuwe instorting van de aandelenwaarden op de beurzen is ingebakken in de situatie. Er is dus heel wat meer aan de hand dan "een vertrouwenscrisis" waar de kapitalisten het steevast over hebben indien de zaken slecht beginnen te gaan.

Willen we daarmee zeggen dat er een economische depressie voor de deur staat? Neen, hoewel dit niet uit te sluiten is. Het wereldkapitalisme beschikt nog steeds over reusachtige reserves die ze in de laatste decennia hebben opgebouwd en die ze zullen inzetten indien het tot een rampscenario zou komen. We kunnen wel zeggen dat de wereldeconomie terug zal afglijden naar een recessie en dat dit hoogst waarschijnlijk de diepste zal zijn uit de naoorlogse geschiedenis. De enige vraag waarop we geen antwoord kunnen geven is de timing.

Verwoestende sociale gevolgen

Een nieuwe kapitalistische wereldcrisis zal onvermijdelijk belangrijke sociale en politieke gevolgen hebben en diepe sporen nalaten op het bewustzijn en de psychologie van alle klassen in de samenleving. Dit betekent niet dat er meteen een opflakkering zal zijn van de klassenstrijd en een massale verwerping van het kapitalisme. Dit zien we duidelijk in Oost-Azië. De vernederende dictaten van het IMF en de Wereldbank en uitverkoop van de in solden zijnde Aziatische bedrijven aan westerse multinationals hebben nationalistische gevoelens aangewakkerd en de haat tegen het westen opgedreven. In Indonesië, één van de landen die het zwaarst getroffen wordt door de crisis, hebben plunderende menigten hun woede gericht tegen de Chinese handelaars. Van de 200 miljoen Indonesiërs zijn er ongeveer 6 miljoen Chinezen, die ongeveer de helft van de economie controleren. Gevreesd wordt dat een massale vlucht van de Chinezen de economie in nog grotere rampspoed zal brengen. De sociale onrust en politieke instabiliteit hebben er ook voor gezorgd dat zowat alle buitenlanders ofwel reeds het land ontvlucht zijn, ofwel evacuatieplannen hebben. Bovendien heerst er hongersnood op Java en moet er volgens de Wereldbank ongeveer 4 miljoen ton rijst worden ingevoerd. Maar de dictaten van het IMF zetten de reeds lage overheidsuitgaven en voedselsubsidies onder druk, waardoor de westerse geneesmiddelen erger zijn dan de kwaal.

De Aziatische crisis zorgt ook in andere landen voor grote onrust. Er is een migrantenstroom op gang gebracht, waarbij honderdduizenden gastarbeiders brutaal het land worden uitgezet. Maleisië wil dit jaar één miljoen migranten uitwijzen. Ook Thailand wil voor 1 Mei een miljoen migranten uitwijzen om jobs vrij te maken voor de 2 miljoen werklozen. Filippijnen en Indonesiërs moeten terug naar het thuisland, dat eveneens zwaar te lijden heeft onder de crisis.

In Zuid-Korea viel de economische crisis samen met de presidentsverkiezingen. Voor het eerst won de leider van de oppositie Kim Dae Jung. Het gemiddelde inkomen is er gedaald van 10.000 tot 6.600 dollar en voor het eerst in een generatie worden de Koreanen met werkloosheid geconfronteerd. De machtige vakbonden (volgens Aziatische normen) hebben "in het belang van de economie een aangekondigde staking afgeblazen en toegevingen gedaan, o.a. op het vlak van deregulering van de arbeidsmarkt (net als in Japan gold in Korea het "job-voor-het-leven-principe"). De nieuwe premier predikt -hoe kan het anders- zuinigheid en wordt hierin voorlopig gevolgd door de vakbondsleiders. Indien zijn recepten echter niet zullen werken- en ze zullen niet werken- zullen de militante Zuid-Koreaanse arbeiders zich snel radicaliseren en het systeem zelf in vraag stellen.

Alsof dit alles nog niet genoeg is, hangen ook boven China zware donderwolken. De beweging naar de markt heeft er nu al chaos veroorzaakt op het platteland. In negen regio's zijn er boerenopstanden uitgebroken. Miljoenen boeren zijn er op de dool en trekken naar de steden in hoop voor werk. Ondanks de indrukwekkende groeicijfers van rond de tien procent, zitten 150 miljoen Chinezen zonder werk. Het is waanzin te denken dat China immuun zou zijn voor de Aziatische crisis. Het land ziet zijn export bemoeilijkt door de goedkopere producten van de in crisis verkerende tijgers en een devaluatie van de yuan, die de Chinese leiders vooralsnog steevast ontkennen, zou een nefaste kettingreactie van competitieve devaluaties uitlokken die de hele wereldeconomie zou aantasten.

Veertig procent van de Japanse export gaat naar de rest van Azië, wat in de huidige omstandigheden catastrofaal dreigt te zijn voor het land van de rijzende zon.

Angst

Is bovenstaande doembeeld niet eenzijdig pessimistisch? Wat met de blijvende gunstige economische voorspellingen van de OESO en andere internationale studiebureaus. Een eerste zaak dat we hier moeten stellen is dat burgerlijke economen zoals altijd tot en met verdeeld zijn, niet alleen over de toekomstperspectieven, maar ook over de remedies om de crisis aan te pakken. Zo is er een zeer sterke kritiek op gang gekomen tegen de maatregelen die het IMF heeft doorgevoerd in Azië om het bloeden te dempen.

Voor de meeste economen komt daarbij dat alles "een kwestie is van vertrouwen". Als ze maar genoeg blijven herhalen dat alles goed gaat, zullen consumenten en bedrijven ook dusdanig handelen. Het probleem is dat de crisis niet psychologisch is, maar ingebakken zit in de werking van het systeem zelf. In laatste instantie komt elke kapitalistische crisis neer op het feit dat de door de arbeidersklasse geproduceerde goederen niet kunnen teruggekocht worden. De crisis is er geen van tekorten, maar van overvloed. Er kan teveel staal en cement worden geproduceerd, teveel auto's, teveel video's, teveel voedsel (tegen winstgevende prijzen).

De internationale bourgeoisie heeft niet zozeer schrik voor een nieuwe recessie, die sowieso onvermijdelijk is. Wat ze het meest angst inboezemt is dat de huidige toestand aanleiding zou geven tot protectionisme en een ondergraven van de wereldhandel. Hierdoor zou het kapitalisme de tak afzagen waar het op zit. De ontwikkeling van de wereldhandel is een van de belangrijkste factoren van de gigantische naoorlogse economische ontwikkeling. Eén van de uitverkoren middelen van protectionisme is het devalueren van de munt.

Competitieve devaluaties waren één van de belangrijkste oorzaken van de depressie van de jaren '30. Om dit te vermijden worden thans om de haverklap economische topontmoetingen georganiseerd om gezamenlijk een uitweg te vinden, zoals onlangs de Europees-Japanse topontmoeting, waarbij Europa zich bereid vond een deel van de Japanse export op zich te nemen. Clinton daarentegen werd onlangs door het Congres teruggefloten toen hij een wet op vrijhandel wou voorstellen. Zowel Republikeinse als Democratische congresleden, die onder zware druk staan van de Amerikaanse industriëlen, willen niet dat de groeiende Aziatische overschotten gedumpt worden op de Amerikaanse markt ten koste van Amerikaanse bedrijven.

De internationale financiële markten bevinden zich op een bom. Indien het tot een ontploffing komt is het zeer de vraag of in zo'n kader de EMU tot stand kan komen. Het verklaart allicht de haast van de Europese regeringsleiders om met volle gas door te gaan met het project.

Breuk

Het is niet uitgesloten dat de huidige groei van de wereldeconomie nog hooguit een paar jaar aanhoudt. Maar hiertoe moeten veel voorwaarden worden vervuld. Indien Japan, dat onlangs voor de vijfde keer een massaal overheidspakket ter waarde van 4600 miljard frank in de economie heeft gepompt, een ernstige recessie zou kunnen vermijden, indien China niet devalueert, indien de massa's in Zuidoost Azië de bezuinigingen opgelegd door het IMF slikken, indien niemand verleid wordt tot protectionistische maatregelen, ja dan kan de groei nog een tijdje aanhouden. Er zijn echter veel indienen.

Zuidoost Azië was lange tijd het paradepaardje van het wereldkapitalisme. Dit model ligt nu aan scherven. Het is niet het enige model dat tot de vuilnisbelt van de geschiedenis behoort. Stalinistisch Rusland is decennia lang een model geweest, vooral voor derde wereldlanden. Tsjechië was tot onlangs het voorbeeld bij uitstek van een geslaagde overgang naar het kapitalisme. Vandaag is ook dat sprookje gedaan. Tsjechië worstelt met een ernstige economische en politieke crisis. Tot enkele jaren geleden was Mexico het nieuwe model in Latijns-Amerika. Tot de zeepbel barstte. De Mexicaanse arbeiders betalen nog steeds zwaar voor deze crisis die uiteraard naar aloud IMF-recept werd afgewenteld op de werkende klasse. In Europa hebben de sociaal-democratische modellen als Zweden eveneens afgedaan. Ook daar wordt de welvaartsstaat systematisch ondergraven en is de koopkracht op enkele jaren tijd gedaald tot een bijna Brits niveau.

In de afgelopen vijftien jaar is de pendule in de maatschappij zwaar naar rechts geslingerd. Binnen de arbeidersbeweging staan de rechtse reformisten, die de recepten van het kapitalisme volledig hebben overgenomen (kijk maar naar Blair), sterker dan ooit. Een nieuwe crisis zal echter een einde stellen aan dit proces. Keynes zal terug worden opgegraven en er zal een beweging op gang komen van meer staatstussenkomst, nationalisaties, reguleringen. Dit proces valt nu al waar te nemen bij burgerlijke economen.

Indien de komende recessie zeer diep is, en veel wijst in die richting, zal de arbeidersklasse in eerste instantie verlamd worden. Maar na een tijd zal de klassenstrijd met meer verve dan ooit op de agenda staan. Socialistische en marxistische ideeën, die jarenlang misbruikt werden door de stalinisten, zullen in dit klimaat opnieuw op grote steun kunnen rekenen.