Opnieuw is er een record gebroken. Op de zesde actiedag in Frankrijk in zeven weken betoogden drie en een half miljoen mensen tegen de verhoging van de pensioenleeftijd. Nog steeds geniet de beweging van een groot draagvlak onder de publieke opinie. Meer dan 70 procent staat achter de actievoeders.

Aanzwellende stakingsbeweging

Sinds tien dagen is het zwaartepunt van de acties verschoven van de nationale actiedagen naar het veelvoud van stakingsacties en blokkades. De actiedagen van 12, 16 en 19 oktober zijn hierdoor een verzamelpunt geworden van de talrijke acties tussen de officiële actiedagen in. We zijn getuige van een echt bloei van honderden zo niet duizenden dagelijkse acties over het hele land. Er is nooit zoveel over de algemene staking gesproken als de laatste tien dagen. Er is ook nooit zoveel gedaan om deze algemene staking vorm te geven. Volgens een peiling is immers 61 procent van de bevolking voorstander van een staking van lange duur. In de kleine privébedrijven worden er korte werkonderbrekingen gehouden, ergens anders worden de kruispunten geblokkeerd. De ruggengraat van de acties is samengesteld uit de actievoerders uit de sleutelsectoren van de economie zoals de transportsector en de energiesector.

Sleutelsectoren verstoord

Het startschot kwam uit de nieuwe hoofdstad van het sociaal protest, namelijk Marseille. De haven ligt er al bijna drie weken stilletjes bij dankzij de acties van de dokwerkers. Dan is er de spoormaatschappij, de SNCF, waar elke dag algemene ledenvergaderingen discussiëren en besluiten tot de acties van de dag. Het stedelijke openbaar vervoer (metro, bus, tram) is ook in de stakingsdans gesprongen. De blokkering echter van de 12 grote olieraffinaderijen en opslagplaatsen zorgt voor de grootste economische pijn. Een paar dagen geleden telden we 2800 tankstations zonder brandstof. Een derde van de stations wordt zo getroffen, vooral in het westen van de Franse zeshoek. Deze week zijn de vrachtwagenchauffeurs ook in beweging gekomen. Of beter gezegd: op verschillende plaatsen bewegen ze niet meer en helpen ze bij het afsperren van industriële zonings, de blokkades van de olieraffinaderijen of met slakkenacties rijden ze de grote invalswegen of snelwegen vast. De motor van deze sociale opwelling is de activiteit van de plaatselijke of departementale vakbonden. Zo heeft de Union Départementale van alle bonden van de Ardennes en van de Haute Loire opgeroepen tot de algemene staking (grève reconductible) in de openbare diensten, alsook als in de privésector.

Oude tradities heruitgevonden

In de havenstand, Le Havre, komen elke avond de actievoerders samen in interprofessionele algemene vergadering met de ruggensteun van hun vakbonden. Daar beslissen ze over de vorm die de mobilisatie ‘s anderdaags zal aannemen. De algemene vergadering publiceert ook een dagelijks pamflet. Van onder uit is er dus enorm veel initiatief. Oude methodes en praktijken worden heruitgevonden, andere worden herontdekt. Op talrijke plaatsen worden de muren tussen sectoren, beroepsgroepen en vakbonden spontaan gesloopt. Wat vroeger als ‘normaal’ werd gezien wordt vandaag ondraaglijk. Leerkrachten vervoegen spoorarbeiders op hun algemene vergaderingen, scholieren doen mee aan de blokkades van de raffinaderijen en vakbonden van verschillende strekkingen steken de handen in elkaar. Interprofessionele en intersyndicale algemene vergaderingen nemen uitbreiding.

‘Wij zijn het land’

Op nationaal vlak zijn de bonden nogal passief in vergelijking met deze initiatieven. Dan is er ook de intrede van de onstuimige schoolgaande jeugd, eerst van de secundaire scholen maar nu ook van de universiteiten. Zij zorgen voor een aanzienlijke verjonging van het protest. Alle generaties zijn nu op straat. Een socioloog beschreef onlangs de jeugd als een soort ‘nitroglycerine’ onder de funderingen van de regering. Deze beweging is sterker en dieper dan de protestbewegingen in 2006, 2003 of zelfs die van november-december 2009. In het land bij uitstek van revoluties wordt snel natuurlijk de vergelijking gemaakt met mei ‘68 (zie het artikel De Franse revolutie van mei ’68) of juni 1936. Als er een beweging is die sindsdien de meeste trekken vertoont met mei ’68, is het wel deze beweging. We denken dan aan de spontane opwelling van stakingen en een overschot aan andere acties op een zeer korte tijd, en ook het feit dat de beweging meer een meer een politiek karakter vertoont waarbij de hele regering wordt verworpen. Een belangrijker factor is ook de breedte en de diepte van de invraagstelling door een massa mensen van belangrijke aspecten van het kapitalisme zelf. In belangrijke steden zoals Marseille en Toulouse omhelst de beweging alle volkslagen en treedt het protest buiten de oevers van de klassieke georganiseerde arbeidersbeweging. Le peuple est dans la rue!

De zweetdruppels rollen over het voorhoofd van de ministers van de Franse regering. Sarkozy is nooit zo klein gebleken als vandaag. Maar de president, de premier en zijn ministers doen stoer.  Er is niets aan de hand. In Matignon en l’Elysée neuriën ze ‘Tout va très bien Madame la Marquise’…

Regering en president geïsoleerd

Ze zullen niet buigen, roepen ze in koor. Dat valt nog te zien. Ondertussen zinkt hun populariteit in de peilingen. De studentenbetoging georganiseerd tegen de staking door een uiterst rechtse studentenkring in Parijs bracht welgeteld twintig betogers op de been. De politie opgetrommeld om de actie te beschermen was wel talrijker.

De regering hangt ergens midden in de lucht op dit ogenblik. Onmachtig en gedreven door wanhoop, probeert Sarkozy de repressie in te schakelen. Op verschillende plaatsen worden de blokkades van de raffinaderijen met de matrak ontzet. Op andere plaatsen worden oliearbeiders het stakingsrecht ontzegd en worden ze opgeëist. Zij die de oproep niet beantwoorden riskeren vijf jaar cel! De jongerenbetogingen krijgen op verschillende plaatsen ook slaag. De politie zorgt voor extra provocaties en laat relschoppers die keet slaan de vrije hand in verschillende steden. In Nanterre beschuldigen de burgemeester en de algemene vergadering van de leerkrachten de politie er van de spanning ten top te drijven tijdens de manifestaties en de jongeren te provoceren. Dit is een klassieke truc van een regering die met de rug tegen muur staat: geweld uitlokken en het dan uit de hand laten lopen om zo de beweging in een gewelddadig daglicht te brengen. Hiermee hoopt de nieuwe Zonnekoning de publieke opinie los te weken van de steun aan de actievoerders. De voorzitter van de regerende UMP-partij kwam onlangs vertellen dat zijn regering de ‘stilzwijgende meerderheid’ van het land vertegenwoordigt. Mogelijk hebben zijn medewerkers hem niet op de hoogte gehouden van de koppige resultaten van de opiniepeilingen. Slechts een kleine minderheid van de bevolking volgt de regering in haar afbouw van de pensioenen.

Hier is de arbeidersklasse weer, terug van nooit weggeweest!

Deze beweging is ook een antwoord op alle sceptici die de laatste dertig jaar pagina’s en boeken hebben volgeschreven over de zogezegde ‘onmacht’ van de arbeidersklasse. De werkende bevolking was immers ‘verbrokkeld’ ja zelfs ‘geatomiseerd’. De arbeidersklasse was volgens sommige would-be theoretici niet meer in staat tot grote collectieve en sociale bewegingen. Misschien wel een kleine oprisping hier en daar, maar niets meer. De arbeidersklasse was, ja hoor, zelfs verdwenen! En hop, daar is ze weer! Eigenlijk is de arbeidersklasse in al haar diversiteit nooit van het toneel verdwenen. Vandaag is de loontrekkende klasse in Frankrijk zich zeer bewust van haar macht. Voor de televisiecamera’s vertelde een actievoerder: “Wij zijn het land”. En ja, vandaag staat het reële land (de massabeweging) tegenover het irreële land van de gemuilbande media, een onrepresentatief parlement, een arrogante regering en een autistische president.

De inzet in Frankrijk is zeer groot. Daarom is de druk op Sarkozy vanuit het patronaat maar ook vanuit de financiële en economische kringen in de rest van Europa zo groot. Niet toegeven is bij hen het ordewoord. Indien de beweging in de volgende dagen verder uitbreiding neemt is dat standpunt moeilijk vol te houden. Dit besef groeit met het uur in Frankrijk. Vandaar dat de volgende etappe in de actiebeweging de uitbreiding is van de algemene staking van onbeperkte duur naar de hele economie. Volgens een peiling van het opiniebureau BVA dat op 20 oktober werd gepubliceerd is 59 procent van de ondervraagden “voorstander van de voortzetting door de vakbonden van de stakingsacties en betogingen na de stemming van de hervorming van de pensioenleeftijd in het parlement.” Als Sarkozy en Fillon denken dat met een stemming in het parlement de zaak geklonken is, vergissen ze zich schromelijk.