In 1983 kende ons land een van de grootste stakingen uit haar geschiedenis. Ze ging de geschiedenis in als de septemberstaking. Het was in de goeie traditie van de grote staking van ‘60-‘61, een beweging die spontaan gestart was en zich als een strovuur door heel België verspreidde. Het was in principe enkel een staking van de openbare diensten (met hun 800.000 werknemers al een formidabele kracht), maar de beweging zond schokgolven door heel de maatschappij. Tegen het einde waren ook privé-bedrijven in staking, en slechts een haastig compromis tussen de regering en vakbondstop kon een echte algemene staking verhinderen. Ook toen werd de crisis hard aangevoeld, ook toen steeg de werkloosheid tot recordhoogten. De enige oplossing die de regering ook toen kon vinden, waren inleveringen van de werknemers. September '83 leert ons echter dat op de ogenblikken dat heel de klasse zich verheft, alles mogelijk wordt. Een relaas.

De crisis had in België hard toegeslagen. In 1974, maar vooral in 1980-81 schreeuwde het patronaat steeds harder dat de werkende bevolking moest inleveren. De vakbonden hadden dat in de jaren ’70 nog grotendeels kunnen tegenhouden, vanaf 1981 was het echter prijs. De rechtse (christelijk-liberale) regering Martens-Gol-Declerck trad aan en opende prompt het gevecht tegen het meest militante deel van de Belgische arbeidersbeweging: de Waalse staalarbeiders. Na een heroïsche staking van vele weken moesten de arbeiders van Cockeril-Sambre 8.000 ontslagen en een loonsverlaging slikken. Hierna werd de volledige werkende bevolking aangepakt, de index werd opgeheven (de zogenaamde index-sprongen), werklozen, zieken, gepensioneerden werden geviseerd. Niets scheen de driestheid van deze asociale regering in de weg te kunnen staan. Het ABVV hield verscheidene 24-urenstakingen, zonder succes. Tot...

De begroting '84

In haar begroting '84, uitgewerkt in de zomer van '83, bakte de regering het wel bijzonder bruin. Vooral de openbare diensten werden zwaar aangepakt. We citeren even uit ons blad Vonk van september '83 (geschreven eind augustus):

"De uitbetaling van de eindejaarspremie wordt uitgesteld. Er komt een aanwervingsstop, behalve voor vervanging van natuurlijke afvloeiingen; maar het nieuw aangeworven personeel mag slechts 4 dagen op 5 werken (verplichte deeltijdse arbeid dus). De druppel die de emmer doet overlopen is wel dat de in het geldelijk statuut wettelijk voorziene tweejaarlijkse verhogingen verdwijnen in '84 en '85! De meeste van deze maatregelen vormen een regelrechte aanval op het statuut van de openbare diensten. Wie hier niet op reageert zet zijn volledig statuut, pensioen inbegrepen, op de helling."

We hebben geen enkele illusie dat deze tekst, gezien de geringe verspreiding van ons blad, meer dan een beperkte invloed heeft gehad, maar het toont in ieder geval dat we de atmosfeer juist inschatten. Wat volgde was niet mis te verstaan.

Staking!

Nadat op 8 september een algemene informatievergadering was doorgegaan, leggen de spoormannen van Charleroi het werk neer vanaf 9u30 op vrijdag 9 september. Zij trekken in hun beweging al direct spoormannen mee uit de rest van Wallonië, Brussel en zelfs Vlaanderen (Oostende en Merelbeke). 's Namiddags beslist een algemene vergadering van de spoorvakbonden in Kortrijk tot staking. Tegen de nationale ordewoorden in beslist de algemene vergadering van het spoor in Charleroi de staking voort te zetten gedurende het weekeinde, tot maandag 10u. Die dag (12 september) wordt op een algemene vergadering van 700 man beslist dat de christelijke (CVCC) en socialistische (ACOD) vakbonden de voorbije stakingen dekken en de acties voortzetten tot 15 september. Dezelfde dag ligt het spoor al plat in heel het land. De postboden in Luik zijn de beweging ook al gevolgd. De nationale leiding van ACOD en CVCC-spoor beslist alle acties te dekken tot vrijdag 16 september om 22u. Nog dezelfde dag roept het nationaal bestuur van de ACOD op tot een algemene staking van de openbare diensten op donderdag 15 september. Ook het directiecomité van het CVCC roept op tot een veralgemening van de staking tegen 15 september en is zelfs nog duidelijker in zijn motivering: "Wij moeten de acties verharden om de regering te dwingen haar budgettaire keuzen voor '84 te veranderen, met inbegrip van de ingrepen in de sociale zekerheid en de pensioenen".

Men hoefde zelfs niet te wachten tot 15 september... Een staking van het spoor had een signaalfunctie voor de Belgische arbeidersbeweging en had hoe dan ook als gevolg dat een hele reeks pendelarbeiders hun werk niet konden bereiken. Dinsdag 13 september volgde al de Post, zowat overal in het land, de TT enzovoort. Woensdag brak de staking uit in de haven van Antwerpen en bij de RMT-veerdiensten Oostende-Dover. Donderdag 15 september was de staking vrijwel algemeen in de openbare diensten (enkele uitzonderingen: de christelijke onderwijsbonden en de christelijke vakbond CCOD in de Antwerpse haven). Overal werden betogingen gehouden: Brussel, Charleroi, Mons, Doornik, Ath, La Louvière, Antwerpen, Gent, Brugge, Mechelen, Landen enzovoort.

Onmiddellijk werd duidelijk dat het daarbij niet zou blijven. Overal, of het nu al dan niet werd goedgekeurd door de officiële vakbondsinstanties of algemene vergaderingen, werd het ordewoord: staking tot de finish. Op vrijdag nam de staking zelfs nog uitbreiding (bv. ASLK, Gemeentekrediet, Nationale Bank, Bankcommissie enzovoort). Dezelfde dag startte de nationale leiding van de vakbonden onderhandelingen met de regering.

Grote eenheid

Overal viel op dat alle traditionele scheidingslijnen tussen de werknemers wegvielen. Algemene stakersvergaderingen verenigden christelijke, socialistische en liberale vakbondsleden. Een goed voorbeeld was de RMT-Oostende. Door de aard van het bedrijf, met afvaarten op ongeveer op elk moment van de dag en nacht werd daar een 24-urenpiket opgesteld aan de ingang. Het werd een verzamelplaats van zowat alle stakers, ook uit andere sectoren. Elke morgen kwamen er honderden stakers bijeen om te beslissen over het verdere verloop. Toen de CVCC-leiding op een gegeven ogenblik haar eigen leden wilde verzamelen voor een aparte vergadering, werd dat door 80 procent van de aanwezigen verworpen. In Wallonië gingen vanaf maandag 19 september ook privé-bedrijven in staking: Caterpilar, Glaverbel, ACEC enzovoort. Het ABVV kondigt een uitgebreid nationaal comité aan voor vrijdag 23 september. De bedoeling van de aanvragers is duidelijk om de staking te vervoegen.

De rol van de vakbondsleiding

Zoals gezegd was de staking spontaan ontstaan en werd ze ook voor een groot deel vanuit de basis gedragen. De vindingrijkheid van de piketten was werkelijk schitterend. Maar toch is bij dergelijke bewegingen de rol van de nationale leiding doorslaggevend. Zij moet de onderhandelingen met de regering voeren (een regering die trouwens, dat werd met de dag duidelijker, moest vechten voor haar voortbestaan). Op zondag 18 september mondden die onderhandelingen uit in een eerste ontwerpakkoord, waarvan de leiding toezegde het voor te leggen aan haar basis, maar niet te verdedigen. Om even de stemming weer te geven in die tijden vermelden we dat in de woedende besluittekst, waarmee het CVCC (de meest militante van de twee christelijke bonden, die o.a. het spoor omvat) dat voorstel afkeurde. De ACW-ministers in de regering werden aan de kaak gesteld, er werd opgeroepen om bij de volgende verkiezingen niet meer de CVP te steunen, de overkoepelende ACV-vakbond werd opgeroepen de staking uit te breiden naar de privé-sector, terwijl gesteld werd dat "als deze regering ermee doorgaat de zwaarste lasten op de rug van de arbeiders te leggen, dat zij dan ophoepelt". Toch slaagde de vakbondsleiding erin een praktisch identiek akkoord vijf dagen later goedgekeurd te krijgen. Hoe kon dat gebeuren?

De inzet van de staking

Het eigenaardige was dat de staking was gestart over een inlevering die ‘maar’ 10 miljard bedroeg. Zodra een beweging echter een dergelijke omvang krijgt, kan alleen een offensief programma ze vooruithelpen. Vanaf het begin echter beperkten zowel de ACOD als de christelijke bonden zich tot de eis van de herziening van de begroting. Bij alle stakers was het duidelijk, zeker na 20 september, dat het om veel meer ging. Op dat moment had de leiding een offensief en socialistisch programma moeten naar voren schuiven dat bijvoorbeeld de 36-urenweek zonder loonverlies en met evenredige aanwervingen, onmiddellijk herstel van de index enzovoort, inhield. Toen de werkers zagen hoe de staking zich ontwikkelde en dat de hele arbeidersklasse bereid was een vastberaden strijd te voeren, verwachtte een groot deel van de stakers dat de staking algemeen zou worden en dat de regering zou vallen. Maar de vraag die toen ook op iedereens lippen lag, was: OK, een andere regering, een regering met de socialisten, maar om wat te doen?

De socialistische oppositie

Als de socialistische leiders Van Miert (SP) en Spitaels (PS) door iets zijn opgevallen gedurende de hele stakingsbeweging, dan was het door hun onzichtbaarheid. Jawel, Spitaels riep op de RTBF op 17 september op tot "een verandering die een relance zou kunnen geven aan de arbeid en nieuwe hoop aan alle Belgen" en stelde de PS kandidaat voor de macht op een dergelijk programma. De PS vroeg ook een vervroegde bijeenkomst van het parlement. De SP stelde na de bureauvergadering van maandag 19 september een viertal maatregelen voor om de grote fortuinen te belasten. Maar geen van de stakers die daar genoegen mee nam. In Brussel waren er ettelijke stakersbetogingen die bij het voorbijkomen aan de hoofdkwartieren van de liberalen en de christen-democraten in een fluitconcert losbarstten. Toen ze aan de Keizerslaan (het gebouw van PS en SP) voorbij kwamen, riepen ze echter "Spitaels au balcon". Spitaels verscheen niet...

De afloop

Het keerpunt van de staking kwam op donderdag 22 en vrijdag 23 september. Men heeft wat verbeelding nodig om zich de toestand in die dagen te kunnen voorstellen. Het land was meer en meer in verwarring. De berichtgeving in de media was een aanfluiting van eerlijke journalistiek. Elke werkhervatting van de kleinste centrale in het meest onooglijke boerengat werd dik in de verf gezet. Alles werd in het werk gesteld om de indruk te geven dat de staking aan het afbrokkelen was. Vele stakers luisterden naar de Franse radio om toch nog een schijn van objectieve berichtgeving te krijgen. De geruchtenstroom veranderde van uur tot uur. Er was echter ook positief nieuws voor de stakers. De Waals interregionale van het ABVV (algemeen, dus ook privé-sector) stelde een algemene 48-urenstaking voor op 26 en 27 september (de maandag en dinsdag van de volgende week). In die atmosfeer kwam de regering met een nieuw voorstel, dat zoals gezegd een tweelingbroertje was van het vorige voorakkoord. Het bestond erin de meeste besparingsmaatregelen – of toch de zwaarste, zoals de afschaffing van de tweejaarlijkse verhogingen – weg te laten en het gezochte geld te ‘vinden’ door een verschuiving van de uitbetaling van de lonen van het begin naar het einde van de maand. Op 22 september was het bestuur van de liberale vakbond het eerste dat het voorakkoord goedkeurde (met 75 procent). Dat was nog geen zware slag, want iedereen wist dat die vakbond de meest rechtse was en vooral qua aantal geen gewicht in de schaal legde. Een zwaardere slag was al dat op dezelfde dag het CCOD (zoals gezegd de minst militante christelijke vakbond) het akkoord goedkeurde met 61 stemmen tegen 14. Alle ogen waren nu gericht op het CVCC, de christelijke vakbond die o.a. de spoormannen en het RMT-personeel omvatte. Op vrijdag 23 september besliste het CVCC met 75 stemmen tegen 21, bij vier onthoudingen, het voorakkoord te aanvaarden en de staking te beëindigen om 22u. Nog was de zaak echter niet beslist. De morgen na de afkondiging van het voorakkoord kwamen de arbeiders, dikwijls samen met partner en kinderen, mee betogen. Zij wilden tonen dat ze de staking voort wilden zetten en dat ze het voorakkoord verwierpen. In Antwerpen, waar de CCOD-leiding de beweging reeds vanaf de eerste dag probeerde te boycotten, stemde een strijdbare ACOD-vergadering voor de onvoorwaardelijke voortzetting van de staking. In Brussel werd twee dagen na het voorakkoord door de socialistische arbeiders (de christelijke arbeiders liepen mee) massaal betoogd voor de voortzetting van de actie. In Luik en Charleroi werd unaniem voor de voortzetting van de staking gestemd. Ook in Gent werd het voorakkoord verworpen.

Verraad

Iedereen had in de dagen en maanden die volgden de mond vol van het verraad van de leiding van de christelijke vakbonden. Dat was onbetwistbaar. De ACV-leiding (zeker Houthuys) had maar één bekommernis en die was: de stakingsbeweging afremmen en uiteindelijk stoppen. Het verhaal is echter niet zo simpel. We herhalen even wat we in die periode (Vonk van oktober '83) schreven:

"De strijdbaarheid die de ACV-basis op verschillende plaatsen aan de dag legde stak duidelijk af tegen de rol van de nationale vakbondsleiding! Deze leiding nam op geen enkel ogenblik het initiatief om de beweging uit te breiden en te versterken. In Luik en Charleroi was de CVCC-leiding zelfs bereid de oproep van de basis tot uitbreiding van de staking tot de privé-sector te verwoorden. Dit deden ze alleen maar om de steeds militanter wordende basis onder controle te houden. Alleen omdat de basis van de CCOD en CVCC in Wallonië meer strijdbaar was, was in de periode tot aan het voorakkoord geen enkel teken van het schandalig verraad merkbaar. Ook de ABVV-leiding was medeverantwoordelijk voor de uiteindelijke mislukking van de staking. De ABVV-leiding stond echter meer op het standpunt van de basis (in woorden) dan de ACV-leiding.
Zo erkende het nationaal bureau van het ABVV de eis tot "veralgemening" van de staking, samen met de privé-sector. Het verwierp ook het voorakkoord. Maar de ABVV-leiding weigerde de wil van de basis te volgen. Dag na dag dreigden ze met een algemene staking, maar ze waren bang om deze uit te roepen.
Aan de stakers werd gevraagd te wachten tot "de resultaten van de volgende vergadering". De ABVV-leiding wist niet wat ze met haar eigen macht moest aanvangen. Ze kon niet terug,daar was de stakingsbeweging te sterk voor. Maar ze had ook geen idee over hoe het verder moest. Ze probeerde tijd te winnen in de hoop dat de regering met een beter voorstel voor de dag zou komen. Daardoor werd ze een rem op de verdere ontwikkeling van de staking."

Het einde

Op vrijdag 23 september komt het uitgebreid nationaal comité van het ABVV bijeen. Op dat moment was het duidelijk dat, na het afhaken van de christelijke vakbondsleiding, enkel een uitbreiding naar de privé de staking kon redden. Geen van de beide voorstellen (een 24-urenstaking of een 48-urenstaking) haalt echter de vereiste tweederde meerderheid. Op te merken valt dat de centrales der openbare diensten niet aan de stemming deelnamen, hoewel zij het recht daartoe hadden. De spoormannen vallen de zaal binnen, zingen de Internationale en eisen het ontslag van de leiding.

Na deze nieuwe wending zag ook de ACOD zich verplicht de staking af te blazen (hoewel ze op sommige plaatsen nog enkele dagen doorging). Het akkoord met de regering, dat voor de staking wellicht zou aanzien zijn als een eerbaar compromis, werd algemeen als een nederlaag beschouwd. Bovenal was de rechtse regering niet gevallen. Ze zou in de jaren die kwamen doorgaan met haar inleveringspolitiek en ondermeer 3 ‘indexsprongen’ doorvoeren. Een tijdelijke demoralisatie zette zich in, maar toch duurde het slechts tot 1986 tot de regering weer werd geconfronteerd met een massale stakingsbeweging. Bovenal zijn dergelijke bewegingen echter belangrijk voor de lessen die eruit kunnen worden getrokken. De arbeidersklasse leert niet alleen uit overwinningen maar ook uit nederlagen. Dit is hetgeen de Vonk schreef in oktober '83:

"Voor een stakingsbeweging als die van september '83 is het noodzakelijk dat een democratische structuur van actiecomités wordt opgezet op lokaal, regionaal en nationaal vlak. Alleen op die manier was het mogelijk geweest het enorme potentieel aan initiatief en energie van de werkers aan te wenden om de staking tot een succes te doen uitgroeien. Zo 'n organisatiestructuur had ook een meer bewuste en vlottere discussie mogelijk gemaakt over de juiste doelstellingen van de septemberstaking en hoe deze doelstellingen bereikt dienden te worden. Er zou ook een grootst mogelijk aantal werkers betrokken geweest zijn bij de bewuste leiding, organisatie en versterking van de beweging.
De traditionele vakbondsstructuur bleek in een massale stakingsbeweging als deze niet meer te volstaan. De organisatie in een stakingsbeweging is allesbehalve een tweederangsprobleem."

De algemene staking

De duidelijkste aanwijzing dat de leiding van de socialistische vakbonden er niet ernstig over nadacht om tot een algemene staking samen met de privé over te gaan, was misschien wel het uiterst beperkt programma zelf dat ze aan de stakers voorstelden. Was het werkelijk de bedoeling van de ABVV-leiding om op te roepen tot een algemene staking, waarbij de hele bevolking gemobiliseerd moest worden en waarbij het hele sociale en economische systeem verlamd moest worden om de begroting te herzien? Een algemene staking zou gevolgen gehad hebben die veel verder gingen dan de begroting van 1984. Een algemene staking maakt de rol van de verschillende klassen in de maatschappij duidelijk, en dit niet alleen aan een paar politiek bewuste militanten, maar aan miljoenen werkers die in actie komen. Wanneer heel het productieapparaat lam ligt kunnen de kapitalisten geen enkele rol meer spelen en wordt het duidelijk dat ze feitelijk nergens voor nodig zijn. Een algemene staking uitroepen betekent oproepen voor een finale confrontatie tussen beide klassen. Bij een algemene staking bestaat er niet één maar bestaan er twee staten in het land. De kapitalistische staat kan niet meer regeren en haar macht wordt direct bedreigd. Ondertussen ontwikkelt zich via de vakbonden, de stakerscomités en de gemobiliseerde arbeidersklasse, het embryo van een nieuwe staat. Oproepen tot een algemene staking van onbeperkte duur betekent niets anders dan de arbeidersklasse naar de machtsovername voeren.

Het was duidelijk dat het idee van de machtsovername nooit in het hoofd van de leiding opkwam. Daarvoor was een duidelijk socialistisch programma nodig. Er moest duidelijk uitgelegd worden dat, indien het kapitalisme zich deze beperkte eisen niet kon veroorloven, wij ons het kapitalisme niet meer konden veroorloven. Dan moet er een socialistische regering komen die de sleutelsectoren van de economie, de banken en de verzekeringsmaatschappijen onder arbeiderscontrole en zelfbeheer moet nationaliseren. Op die manier zou de economie bewust gepland kunnen worden in het belang van iedereen, en niet langer in het belang van een kleine minderheid.