Dertig jaar geleden legde een staking van de dokwerkers de havens van Gent en Antwerpen lam. De staking werd niet erkend door de officiële vakbondsinstanties en legde de tegenstellingen bloot tussen top en basis in de socialistische dokwerkersvakbond BTB. Daardoor werd dit conflict tevens een strijd voor syndicale democratie, een strijd die vandaag helaas nog altijd even actueel is.

De drijfveren van deze staking – die op 6 april 1973 begon in de Gentse haven en enkele dagen later oversloeg naar Antwerpen – waren de onveilige werkomstandigheden en de galopperende inflatie die invrat op de koopkracht van de arbeiders. Dit laatste fenomeen gold trouwens niet enkel voor de dokwerkers maar voor alle werkers. In de metaalsector bijvoorbeeld was er om die reden eveneens sociale onrust. Er waren dus zeker mogelijkheden de staking te doen overslaan naar andere sectoren en tot een overwinning te maken voor alle arbeiders. De splitsing binnen de vakbondsleiding en de heilige ‘autonomie van de centrales’ binnen het ABVV verhinderde dit echter.

Een ‘wilde’ staking

De staking was een spontaan initiatief van de dokwerkers zelf. De media halen dan een erg negatief taalgebruik uit de kast en spreken van een ‘wilde’ staking. De syndicale structuren van de Belgische TransportarbeidersBond (BTB), de transportcentrale van het socialistische ABVV, behoorden en behoren ook vandaag nog tot de meest verbureaucratiseerde van de socialistische vakbond. Toen de staking uitbrak dateerde de laatste algemene ledenvergadering van… 1964! Op die manier is het natuurlijk onmogelijk om de vinger aan de pols te houden over wat er bij de dokwerkers leeft.

De organisatie van de staking werd daarom in Gent en Antwerpen in handen genomen door stakingscomité’s die volledig onafhankelijk waren van het vakbondsapparaat. Deze spontane en zeer democratische vorm van zelforganisatie is een fenomeen dat eigen is aan de internationale arbeidersklasse. Als het er wérkelijk op aan komt zijn de werkers in staat de touwtjes in eigen handen te nemen. Dit maakt de arbeidersklasse (in haar meest ruime zin, dus ook bedienden in grootwarenhuizen, verpleegsters, informatici enzovoort) tot een kracht die in staat is de maatschappij zélf te leiden en te organiseren.

Stunten om de staking te breken

Gezien het enorme strategische belang van de Belgische havens voor het Belgische en het internationale patronaat – én voor de Amerikaanse militairen, ook toen reeds! – werd de staking meteen het mikpunt van een verenigd offensief van de media, de patroons, de rijkswacht en een deel van de vakbondsbureaucratie. Ook de ‘socialistische’ burgemeester van Antwerpen Lode Craeybeckx deed zijn duit in het zakje en vaardigde maatregelen uit tegen de stakers. In de media (en ook in het reactionaire maar op zijn manier toch ook weer interessante boek ‘De dokstaking’ van de Antwerpse rijkswachtcommandant Van Geet) leek het wel alsof de staking op zich geen effect had en enkel bestond uit rellen en opstootjes in de stad. Alleen een minderheid van ‘communistische heethoofden en menners’ zouden aan de staking hebben deelgenomen terwijl de activiteiten in de havens nauwelijks zouden zijn verstoord.

Het is inderdaad zo dat de meest notoire leiders van de staking, zoals een Dolf Kerschaever, lid waren van de toenmalige Communistische Partij van België (niet te verwarren met de huidige neostalinistische sekte PVDA). Maar zij genoten het vertrouwen van het merendeel van de dokwerkers en waren daardoor veel representatiever dan de officiële vakbondsleiders, die zich nauwelijks durfden te vertonen.

Wat de effecten van de staking betreft kan ondergetekende ervan getuigen hoe de kleine luchthaven van Deurne bij Antwerpen gedurende weken aan een stuk ‘in staat van beleg’ verkeerde in een poging een aantal dringende transporten af te leiden via de lucht. Men ging zelfs zover Boeings 747 ‘Jumbo Jets’ te laten landen en opstijgen op de voor dit type vliegtuig veel te korte landingsbaan…

Democratische vakbonden: de strijd gaat voort!

Zeker niet heel het vakbondsapparaat keerde zich tegen de staking. In Gent werden de dokwerkers zelfs gesteund door de Gentse ABVV-leiding. Het feit dat de rest van het ABVV ten gevolge van de ‘autonomie’ van de centrales de dokwerkers toch in de steek moest laten is één van de zwartste bladzijden uit de geschiedenis van de socialistische vakbond. Dat er aan de basis echter een enorme solidariteit leefde kwam onder andere tot uitdrukking in de miljoenen Belgische franken die gedurende bijna twee maanden staking werden opgehaald om de ‘bassengwerkers’ en hun families te steunen.

Door het isolement waarin zij waren terechtgekomen moesten de dokwerkers op 4 juni 1973 het werk met lege handen hervatten. Het conflict werkt tot op de dag van vandaag na in een gespannen verhouding tussen de dokwerkers en hun vakbonden. Deze verbittering verklaart voor een stuk ook het succes van het Vlaams Blok in het ‘kot’ (het aanwervinglokaal van de havenarbeiders), hoewel de invloed van het Blok ook zeker niet moet overdreven worden.

In tijden van hevig sociaal conflict worden de traditionele structuren vaak overspoeld door de basis. Deze tijdelijke democratisering leidt echter tot niets indien zij niet veralgemeend en gezekerd wordt in meer open, democratische en strijdbare vakbonden. Het is onder andere onze ambitie deze strijd mee te voeren en te versterken door de lessen die getrokken kunnen worden uit het verleden.