De Iraanse verkiezingen van 18 februari jl. resulteerden in een grote overwinning voor de zogenoemde hervormers rond president Khatami in de nieuwe Majlis (parlement). Een van de belangrijkste factoren hierin was de hoge opkomst. Ongeveer 80% van de stemgerechtigden kwam opdagen. In grote steden zoals Teheran, Isfaban, Shiraz en Tabriz moesten de stembureaus twee uur langer open blijven om iedereen de gelegenheid te geven om te gaan stemmen. Er dienden zelfs extra stembrieven te worden aangevoerd.

Er was een massale deelname van vrouwen en jongeren, die vaak voor de eerste maal kwamen stemmen. Zij maakten het verschil uit, want de ontevredenheid is vooral bij hen te vinden. 65% van de populatie jonger is dan 25. De "hervormers" veroverden 170 van de 290 zetels. De conservatieven behaalden 45 zetels en de onafhankelijken tien. In april worden nog eens 65 zetels verdeeld, aangezien geen enkele kandidaten het vereiste minimum van 25% behaalde. In Teheran sleepten de conservatieven maar één van de cdertig zetels in de wacht. Wat een verschil met het vorige parlement, waar ze nog 2/3 van de zetels behaalden in de hoofdstad.

Wie zijn die "hervormers"?

De verkiezingen waren verre van democratisch, zelfs in de burgerlijke zin van het woord. Alle kandidaten moesten hun trouw zweren t.o.v. de Islamitische republiek en het systeem. Zevenhonderd kandidaten mochten niet deelnemen, vooral "hervormers". De "hervormers" behoren tot de heersende geestelijken, maar zijn er zich steeds meer bewust dat de oude vorm van regeren niet langer werkt. Ze willen ook dat het Iraanse kapitalisme deelneemt aan de wereldmarkt en dat de staatsbedrijven geprivatiseerd worden.

De enorme corruptie als gevolg van het dictatoriale regime is een obstakel voor de ontwikkeling van de economie en het vergaren van winst in privé handen. Tegelijkertijd veroorzaakt de economische crisis een diep ongenoegen in de maatschappij. De hervormers denken dat ze met enkele hervormingen van bovenaf een sociale explosie kunnen vermijden. Dit verklaart de positie van Khatami tijdens de massale protesten in juli verleden jaar. Terwijl de studenten die hem steunden door de "ordediensten" vermoord werden, riep hij op tot kalmte en distantieerde zich van de protesten. De angst voor de massa’s bij hervormers is altijd groter dan hun verlangen naar verandering.

De conservatieven zijn nauwer verbonden met het staatsapparaat en de bureaucratie. Ze profiteren van de grenzeloze corruptie en privileges verbonden met hun positie. Zij denken dat hervormingen aanleiding zullen geven tot een beweging van de massa’s, die ze niet onder controle zullen kunnen houden. Daarom willen ze met ijzeren hand verder regeren. Ze verliezen duidelijk steun, zelfs onder hun traditionele aanhang. Ze verloren de verkiezingen in de heilige stad Qom en het financiële handelscentrum. Volgens "Die Presse" (Wenen): "Discussie met handelaars in Teheran maken duidelijk dat voor de eerste keer een groot deel van de handelaars de conservatieven niet hebben gesteund in de verkiezingen. Het gaat om 300.000 mensen die in het verleden altijd een cruciale kracht waren achter Khomeini en zijn volgelingen."

Het is ook duidelijk dat de conservatieve geestelijken niet bereid zijn hun macht en privileges uit hun handen te laten glijden zonder zich te verzetten. Op 12 maart was er een poging tot moord op Saeed Haijarian, een topadviseur van de "hervormers". Getuigen beschreven hoe de aanvallers vluchtten op een 1000cc motor. Zware motorfietsen zijn verboden, maar niet voor de veiligheidsdiensten. Alles wijst dus in de richting van een politiek gemotiveerde moordaanslag.

Dooi tussen VS en Teheran

Zoals verwacht waren de VS en andere westerse machten gelukkig met de verkiezingsresultaten. De overwinning van Khatami opent de economie voor buitenlands kapitaal. De privatiseringen van de laatste jaren blijven doorgaan. Madeleine Albright kondigde op 17 maart een gedeeltelijke opheffing van de boycot tegen Iran aan. Amerikaanse (olie)bedrijven vrezen dat ze door de sancties interessante investeringsmogelijkheden zullen mislopen. De Europese Unie heeft al gretig gebruik gemaakt van de nieuwe openingen van het Iraanse regime door handelsovereenkomsten en deelname aan de privatisering van de olie-industrie.

Er is nog een andere, geostrategische reden voor het aanhalen van de relaties tussen VS en Iran: de grondstoffen van heel Centraal Azië. De ontdekking van olievoorraden in sommige Centraal-Aziatische republieken heeft een regelrechte belangenstrijd teweeggebracht tussen Rusland, China, Turkije (aan de zijde van de VS) en de Amerikaanse oliemaatschappijen. Het is in het belang van de VS om Iran, dat grenst aan alle olierijke gebieden, zo veel mogelijk te vriend te houden. Zulk een hertekening van machtsverhoudingen komt ook Iran ten goede nu Rusland de banden met Irak en Syrië, bondgenoten uit de koude oorlogsperiode, weer steviger aanhaalt.

Economische crisis

Het grootste probleem waarmee de "reformisten" te kampen zullen hebben is de economische crisis. Een put van 20 miljard dollar, grote begrotingstekorten en een inflatie van 30%. Volgens officiële statistieken bedraagt de werkloosheid 16% (9% in 1992). Internationale waarnemers schatten het cijfer tweemaal hoger. Bovendien is de Iraanse economie niet in staat de jaarlijkse toevloed van 800.000 jongeren op de arbeidsmarkt absorberen.

Een van de belangrijkste oorzaken van de economische problemen is de vrije val van de olieprijzen in 1998. Het herstel van de olieprijzen staat inmiddels al weer onder vuur. Veel OPEC-landen spreken al over het overschrijden van de productie quota’s en ze staan sowieso onder druk van de VS om de prijzen te laten dalen. Dit zal grote problemen veroorzaken voor Iran dat 85% van zijn exportopbrengst uit de olieverkoop haalt.

Khatami is ervan bewust dat zijn verkiezingsoverwinning grote verwachtingen oproept. Een correspondent van de Duitse krant ‘Die Welt’ schreef:: "De dag na de verkiezingen hing er een opmerkelijke stilte rond het hoofdkwartier van de "hervormers". De mensen zijn opvallend afwachtend, geen luid getoeter van voorbijrijdende auto’s zoals twee en een half jaar geleden toen Khatami verassend de verkiezingen won. De jeugd kijkt nog altijd hoopvol uit naar Khatami, maar ze zijn opvallend gereserveerd".

De reden voor dit gebrek aan vreugde is evident. In een eerder verschenen artikel schreven we al dat na de beweging van juli vorig jaar veel studenten hun vertrouwen in Khatami verloren hadden. De meest bewuste arbeiders en studenten geloven niet dat de "hervormers" hun woord zullen houden.

Haid Semati, professor politieke wetenschappen aan de universiteit van Teheran, beschrijft de situatie als volgt: "De economie is er slecht aan toe. De mensen verwachten een oplossing voor de economische problemen. Tot nu toe hebben ze zich enkel met politiek beziggehouden. De "hervormers" hebben nu een meerderheid, er zal ernstig werk van hen verwacht worden. Khatami zit in een moeilijke positie omdat verwacht wordt dat hij zijn verkiezingsbeloften zal waarmaken. De wittebroodsperiode zal snel aan haar eind komen." (BBC nieuws online, 24/02/2000)

Analisten van Stratfor.com waarschuwen dat Khatami’s hervormingen geen economische heropleving zullen veroorzaken: "Grote bevolkingsgroepen zullen werkloos blijven en ontevreden over het repressieve regime van de geestelijken. De eis voor jobs, hervormingen en verwesterlijking zullen omslaan in kritiek en opstand tegen de regering. Het zal een geïntensifieerde versie zijn van de huidige "culturele oorlog", terwijl de elite probeert de macht te behouden en terzelfdertijd het regime probeert te rechtvaardigen. De intensiteit van dit conflict kan variëren van straatprotesten en repressie tot een situatie van bijna burgeroorlog." (Stratfors "Iran strategic focus", 7 maart, 2000)

Arbeiders in beweging

Na de repressie tegen de betogingen van juli vorig jaar brak een periode van inactiviteit aan. We stelden toen dat dit niet betekende dat de reactie terug stevig in het zadel zat. De massa’s hielden enkel een pauze om de situatie in te schatten. De overwinning van het regime was zeer fragiel. Ondertussen is het nooit rustig geweest in Iran. In december van ’99 en begin maart 2000 waren er nieuwe studentendemonstraties.

Nog belangrijker is dat de arbeidersklasse zich steeds meer op het politieke toneel laat zien. De protesten, betogingen en demonstraties groeien aan. 2000 arbeiders van de Abadan olieraffinaderij gingen op 17 januari in staking tegen het plan om de olie-industrie te herstructureren, waarbij 40.000 van de 140.000 jobs zouden sneuvelen. De staking duurde een week. Toen kregen de arbeiders garanties van het management. Het werk werd hervat en de autoriteiten kregen een maand tijd om zich uit te spreken over de andere eisen. Tegelijkertijd brak een conflict uit met de petroleumarbeiders van Ahvaz. De verantwoordelijke minister voor de olie-industrie moest ter plaatse gaan om de arbeiders te beloven dat de hervormingen niet tot ontslagen zouden leiden.

Net voor de verkiezingen keurde het parlement een aantal wetten goed waardoor kleine bedrijven met minder dan vijf arbeiders niet meer onder de Islamitische arbeidswetgeving vallen. Duizenden arbeiders protesteerden voor het parlementsgebouw op 8 maart. Door de nieuwe wetten zouden ongeveer 2,8 miljoen arbeiders belangrijke rechten verliezen. Het officiële nieuwsagentschap IRNA waarschuwde voor veel stakingen indien de beslissing niet zou herroepen worden. De grote arbeidersprotesten van juni vorig jaar weerhielden het parlement al deze wetten door te drukken.

De machtige Iraanse arbeidersklasse heeft de sleutel van de oplossing in handen. De massa’s kozen duidelijk voor verandering en zullen een bittere teleurstelling oplopen met de nieuwe regering van "hervormers", die zowel het presidentschap als een duidelijke parlementaire meerderheid hebben. Studenten en arbeiders zullen niet rustig wachten tot de regering hun eisen inwilligt, maar hun lot in eigen handen nemen. Tegen repressie, voor democratische rechten, voor jobs en betere werkomstandigheden. Dit zal hen onvermijdelijk in conflict brengen met de liberale "hervormers". Democratie betekent voor de massa’s ook jobs, huisvesting, onderwijs enzovoort. Voor de liberalen betekent het enkel hun recht om de arbeiders eindeloos uit te buiten. In dit proces zullen de Iraanse massa’s de noodzaak leren om te komen tot een socialistisch programma. Een programma dat de strijd voor democratie verbindt met die voor jobs, huisvesting en degelijke levensomstandigheden.