Nadat de vakbondsleider Amir Peretz verkozen werd tot voorzitter van de Israëlische Labour Party, waren vele Israëlische arbeiders en in het algemeen de linkerzijde zeer opgetogen. In grandioze speeches die op zijn verkiezing volgden, riep men op tot radicale veranderingen. “Niet enkel verandering – een revolutie!”, zo formuleerde een van zijn aanhangers het. Op radio en televisie waren eindeloze statements hoorbaar over een sociale revolutie, socialisme, vakbondsstrijd en een nakende vrede met de Palestijnen. Met andere woorden, een waar socialistisch paradijs als vooruitzicht, indien Peretz het tot Eerste Minister schopt.

Zelfs de rechterzijde – inclusief de rechterzijde binnen de Labour Party – is het erover eens dat Peretz een strijdlustig socialist is, volgens sommigen zelfs een Bolsjewiek. Volgens hen maakt dit hem juist ‘gevaarlijk’. Een bewering die duidelijk aantoont hoe beperkt hun begrip is. De zwaarste strijd in de geschiedenis van het Zionisme is hiermee dan ook losgebarsten.

Wat dit alles weerspiegelt, is niet zozeer angst van de man zelf. We kunnen Peretz – jammer genoeg – geen consequente socialist noemen, en nog veel minder een strijdlustige. Eigenlijk is hij een sociaal-democraat die ernaar streeft te beantwoorden aan de noden van de werkende klasse binnen de grenzen van het kapitalisme. De Labour Party heeft in het verleden eigenlijk altijd gedaan wat de heersende bourgeoisie hen opdroeg. Met de verkiezing van Peretz breekt het angstzweet hen uit. Peretz weerspiegelt de radicalisering binnen een belangrijk deel van de Israëlische werkende klasse en armen. Juist dat vreest de Israëlische heersende klasse het sterkst.

Vanaf het moment dat hij aankondigde dat hij voor voorzitter wilde gaan, werd hij gesteund door de Israëlische marxisten. Dit om twee redenen: Ten eerste was hij de enige met linkse ideeën tussen de kandidaten en ten tweede is hij voorzitter van de Histadrut, de grootste vakbondsfederatie in Israël. Zijn verkiezing zorgt dan ook voor een krachtig verbond tussen de grootste arbeiderspartij en de grootste vakbond van Israël.

Als marxisten zullen we hem steunen in alles wat hij doet om het leven te verbeteren van de Israëlische en Palestijnse arbeiders en armen. We zullen hem bekritiseren telkens wanneer hij toegeeft aan de rechterzijde. Dat Peretz tot de Histadrut behoort is geen garantie dat hij consequent en systematisch de rechten van werkende mensen zal verdedigen. Indien hij echt zou willen vechten voor die rechten, zoals het een ware revolutionair betaamt, dan zou hij geen adviseurs van de rechterzijde van de Labour Party aanhouden. (Men zou zich kunnen afvragen: adviseurs in wat? In hoe je kan toegeven aan de heersende klasse?) Zoiets is echter geen verassing, het is standaardprocedure.

Onmogelijk twee meesters dienen

Nadat Peretz eiste dat zijn partij en ministers de regering zouden verlaten, leek hij naar links op te schuiven. Toch toont zijn speech op de recente bijeenkomst van de Labour Party dat hij onder enorme druk staat van zowel de linker- als de rechterzijde. Ook dit is natuurlijk geen verassing. De arbeiders verlangen iemand die hun jobs, lonen, pensioenen, gezondheidszorg enzovoort verdedigt. Kortom, iemand die zich wil inzetten voor vrede. De heersende klasse heeft dan weer iemand nodig uit de Labour Party die zijn autoriteit gebruikt om de arbeiders onder de duim te houden. Iemand die op lange termijn kan samenwerken met Sharon naar een ‘stabiele regering’ [Dit artikel verscheen op In Defence of MarxismIn Defence of Marxism toen Sharon nog niet in kritieke toestand was, n.v.d.r.]. Peretz is geen revolutionair en hij heeft geen uitgekiend socialistisch programma, daardoor voelt hij de druk van de rechtsgezinde reformisten en via hen ook de druk van de heersende klasse en de burgerlijke staat.

In zijn speech betuigde hij zijn steun aan de terugtrekking uit Gaza en aan Sharon. Nochtans is deze terugtrekking gewoon een tactiekwijziging van de Israëlische heersende klasse. Echte vrede zal men hierdoor nooit verkrijgen, het bloedvergieten en de verdrukking van de Palestijnen zal hierdoor niet verminderen. Net zoals zijn rechtsgezinde partijgenoten kon Peretz niet anders dan de terugtrekking kritiekloos steunen. Ondanks hun retoriek steunden ook de Israëlische stalinisten indirect de terugtrekking, door noch voor noch tegen te stemmen. De steun aan de terugtrekking uit Gaza is de zoveelste smet op de Israëlische linkerzijde.

In diezelfde speech zei hij tegen Sharon: “De geschiedenis zal je voor een klein stuk vergeven dankzij deze terugtrekking. Toch kunnen we je niet gunstig beoordelen voor het totaal aan fouten dat je hebt gemaakt. Ik zou heel graag een inspanning doen en je vergeven. Soms zeg ik tegen mezelf, weet je wat, ik vergeef hem. Laat ik hem vergeven voor Libanon, voor het balkon op het Zionplein. Maar telkens weer word ik vervuld met kwaadheid en racune tegenover u. Dan herinner ik me hoe u, held van Israël, koning van Israël, door iedereen geliefd, aan de kant stond en toekeek hoe Bibi (Benjamin Netanyahu, lid van de Likud en voormalig minister van financiën) meedogenloos je aanhangers versloeg. Je keek toe hoe dankzij hem ouderen en armen gedoemd waren vuilnisbakken te doorzoeken. Je reageerde niet eens toen Bibi werklozen beledigde en hen armoezaaiers noemde. Je maakte geen tijd vrij toen Bibi de nieuwe (Zionistische) immigranten kwetste, je gaf hen het gevoel dat Israël wederom niet weet hoe hen respectvol te behandelen.”

Deze mix van enthousiaste steun aan de terugtrekking en een afkeuring van Sharons beleid laat zien dat Peretz druk ondervindt van zowel links als rechts. Van de grote burgerij en van de werkende klasse. Zijn aanval op Sharon zal ongetwijfeld toegejuicht worden in een deel van de Israëlische gemeenschap. Maar in de rest van zijn toespraak zei Peretz ook dat hij voorstander is van een verenigd Jeruzalem als “eeuwige hoofdstad van Israël” en dat hij tegen het recht op terugkeer is. Hij zei tevens dat “de oorlog tegen het terrorisme niet inschikkelijk zal zijn.” Tot zover de vooruitzichten voor vrede!

Zoals Marx ooit zei, kan elke groep mensen die een andere groep mensen verdrukt, zelf nooit vrij zijn. Zolang de Israëlische arbeidersbeweging daadwerkelijk de verdrukking van de Palestijnen blijft steunen, zullen ook zij geen vrijheid kennen. Deze verdrukking gaat namelijk hand in hand met de uitbuiting van de werkende klasse door de Israëlische kapitalisten. Als je de bourgeoisie van je land steunt bij de onderdrukking van een ander volk, dan steun je eigenlijk ook hun economisch en sociaal beleid in je land.

Wanneer deze mensen het hebben over terrorisme, dan bedoelen ze niet enkel de verschrikkelijke en reactionaire aanvallen op onschuldige burgers. Ze bedoelen ook elke strijd tegen Israëlische bezettingskrachten. Met andere woorden, Peretz probeert de Israëlische heersende klasse duidelijk te maken dat hij ook ‘hard’ kan zijn. Hij ‘durft’ ook te zeggen dat Palestijns terrorisme – niet de kolonisten en bezetters – vijand nummer één van de vrede is.

Israëlische marxisten hebben altijd gezegd dat geen enkel land geïsoleerd kan blijven van de rest. Bij een algemene crisis van het kapitalisme en een bewustwording van de Israëlische werkende klasse, zal de hele wereld voelen dat revolutionaire verandering overal mogelijk is. De recente radicale veranderingen tonen aan dat Israël geen uitzondering is. Hoe dan ook, door de ingewikkelde nationale kwestie is de verandering er op gepaste wijze gekomen, met een klap, in een land waar de socialistische politiek zo ver verwijderd was van wat het eigenlijk moet zijn.

De klassenstrijd leeft. De verkiezing van Peretz, ondanks zijn tekortkomingen, is slechts het begin van de bewustwording van de werkende klasse. Wij marxisten zullen onze steun aan Peretz en de linkerzijde blijven voortzetten. Dit maakt deel uit van onze strijd voor een echte socialistische beweging in Israël. Een beweging die een eind kan maken aan de nationale verdrukking van een grote meerderheid Israëlieten en Palestijnen. Een eind ook aan de corruptie van de elite, vertegenwoordigd door Sharon en Netanyahu.

Crisis in de heersende klasse

De huidige crisis en split binnen de Likud (de partij van de Israëlische bourgeoisie) is een gouden kans voor de Labour Party. Op 21 november kondigde Sharon aan dat hij de Likud ging verlaten, iets wat door vrijwel iedereen positief bevonden werd. Zijn aanhangers binnen de Likud vergezellen hem in zijn nieuwe partij. Zijn tegenhangers zijn dan weer blij dat hij hen toestaat om wat overblijft van de Likud te hervormen in een extreem-rechtse partij. De verraderlijke rechterzijde binnen de Labour Party kondigde reeds aan dat ook zij zich bij Sharons nieuwe partij voegen. De linkerzijde ziet dit als een kans, zij kunnen hun voordeel halen uit de split. Tactisch gezien is dit een goede zet.

Het is duidelijk dat Sharons nieuwe partij Kadima (Voorwaarts) een rechtse partij is die gewoonweg hetzelfde beleid zal voortzetten als dat wat we tot nu toe gezien hebben: verdere afbouw van het welzijn en het doorvoeren van allerlei maatregelen die de verdrukking van de Palestijnen voortzetten. Arbeiders hebben niets te winnen bij zulk een partij, die zelfs niet de moeite doet ook maar iets progressiefs te vertegenwoordigen. Net zoals de Likud, is dit een partij voor de kapitalisten, zoiets kunnen werkende mensen niet steunen.

Uiteindelijk zal het tot stand komen van deze nieuwe partij ontzettend voordelig zijn voor de arbeidersbeweging. Het is geen toeval dat de split van de Likud en de verkiezing van Peretz op hetzelfde moment kwamen. Dit toont de toenemende crisis van het kapitalisme in Israël. De groeiende bewustwording begint de realiteit in te halen. De crisis binnen de heersende klasse, die weerspiegeld wordt in de partij, is vaak een voorafspiegeling van een crisis in de hele gemeenschap, met een verhoging van de klassenstrijd. Meer nog, zo’n crisis kan de heersende klasse verlammen. Wanneer zoiets gebeurt, zo kort bij de verkiezingen (op 28 maart 2006) kan dat een overwinning voor de Labour Party betekenen.

Indien Peretz volledig afstand zou nemen van de Zionistische heersende klasse, zou dit de kans op overwinning nog meer garanderen. Ook zou hij campagne moeten voeren voor kwesties die belangrijk zijn voor de werkende klasse en een echt socialistisch programma moeten aannemen. De Labour Party moet in deze verkiezing samen gaan met andere linkse partijen, zonder de Likud of Sharons ‘Voorwaarts’. De enige weg voorwaarts is namelijk een regering van linkse partijen met een socialistisch programma. Inclusief de nationalisatie van de industrie en de onmiddellijke terugtrekking van het Israëlisch leger uit de bezette gebieden, zonder uitzondering. Amir Peretz is momenteel nog ver van zulk een programma, maar toch zou zo’n programma een stevige klap betekenen voor de bourgeoisie en een grote stap voorwaarts in de strijd voor socialisme. Nogmaals, dit is de taak van de Labours werkende achterban, van de arbeiders en armen. Zij zijn de enige hoop voor de Israëlische linkerzijde. Zij moeten eisen dat Peretz zich dit programma eigen maakt en de Labour Party hervormt naar een partij die haar naam waardig is!