Op 1 mei kwam het tot een botsing tussen ABVV en SP.a over de financiering van de sociale zekerheid (SZ). Bij Rerum Novarum herhaalde die clash zich, deze keer tussen het ACV en CD&V. In het debat over de financiering van de SZ stellen de vakbonden een algemene sociale bijdrage (ASB) voor, een soort nieuwe belasting, en dat vinden SP.a en CD&V onverkoopbaar. De PS en de groenen trekken dan weer de kaart van de bonden.

De ASB beoogt een structurele herfinanciering van de SZ om de jaarlijkse tekorten op te vullen en bovendien de pensioenen en de uitkeringen te verhogen. ACV en ABVV willen dat de pensioenen en de uitkeringen opnieuw de evolutie van de lonen volgen. Het ABVV argumenteert dat de ASB geen extra belasting zou zijn want ze zou andere bijdragen vervangen, namelijk de bijzondere sociale zekerheidsbijdrage en de solidariteitsbijdrage op de pensioenen. De ASB zou op alle inkomens afgehouden moeten worden: op de lonen, op de diverse legale en extralegale pensioenen en uitkeringen alsook op de fictieve rentes naar aanleiding van een uitbetaling in kapitaal, op de inkomens van zelfstandigen, op de inkomens uit (on)roerende goederen, op de meerwaarden uit (on)roerende inkomsten, op de inkomsten van de vennootschappen met inbegrip van de aan de aandeelhouders uitgekeerde didivenden en de gereserveerde winsten. Wel willen de vakbonden de laagste inkomens uit de wind zetten. De ASB zou niet gelden voor arbeidsinkomens, pensioenen en sociale uitkeringen van minder dan 22.500 euro. Een groot deel van de werkende klasse zou dus niet moeten betalen.

Dat de vakbonden weerwerk bieden tegen het kaalplukken van de SZ kunnen wij alleen maar toejuichen. Als werkende mensen moeten wij inderdaad niet de klaagzang van het patronaat en de regering volgen, maar daarentegen een eigen visie hebben op financiering van maatschappelijke behoeften (zoals gezondheidszorg, pensioenen enz.). Daarom dat Vonk ook graag een bijdrage levert aan dit debat.

Politieke leiding slaat de bal mis

Om te beginnen toch iets over de tegenstand van Stevaert en andere SP.a-kopstukken tegen de ASB. Het getuigt van veel opportunisme om de voorstellen af te doen als een nieuwe belasting op de kleine man. De vakbonden willen met hun ASB juist ook de grote vermogens laten betalen voor het gat in de SZ. Wat zijn dan de alternatieven van de SP.a-leiding? Vande Lanotte stelde indertijd het Zilverfonds voor om de vergrijzing op te vangen. Totnogtoe dient dat Zilverfonds om de staatsschuld af te betalen. Dit wil zeggen dat het geld rechtstreeks naar de houders van die staatsschuld vloeit, de grote vermogens. Stevaert zegt dat uiteindelijk meer werk de oplossing is voor het tekort in de SZ. Correct. Maar hoe vult hij dit in? Op zijn Steves. In zijn toespraken voor 1 mei viel hij de banken aan. Dat klinkt radicaal en zelfs antikapitalistisch. Maar wat stelt hij concreet? “De banken zijn te terughoudend bij het toekennen van leningen aan ondernemers die willen investeren. Zij zijn daardoor mede de oorzaak van het gebrek aan economische en banengroei.” De ‘ondernemers’ (grote vermogens) worden hier voorgesteld als zorgende vaders die ons een job geven. ‘Werkgevers’. De socialistische radicale woorden dienen dus om een liberale gedachte door te drukken.

De SP.a-leiding pleit, net als de rechtse partijen, liever voor een sociale zekerheid die gefinancierd wordt door algemene belastingen en niet langer door bijdragen op het loon. Zij verkondigen evenzeer het verhaal van de concurrentiekracht en de daaruit volgende vermindering van ‘patronale’ bijdragen. Hiermee ondersteunen zij de afbouw van de sociale zekerheid.

Financiering van de SZ: indirecte lonen

De vakbondsleiding zegt terecht dat vandaag de inkomens uit arbeid het grootste deel van de SZ ophoesten. Het gaat hier om ongeveer 75 procent. De rest legt de overheid bij, en eigenlijk haalt de overheid ook nog eens het leeuwendeel van haar financiën uit onze arbeid (we betalen bijvoorbeeld belastingen met ons loon, btw op producten enzovoort).

Nu hebben wij om eerlijk te zijn volstrekt geen probleem met het feit dat onze SZ rechtstreeks betaald wordt door onze arbeid. Een deel van ons loon, namelijk het deel dat we niet direct in onze hand krijgen, gaat naar de gemeenschappelijke behoeften van onze klasse: pensioenen, gezondheidszorg, opvang in tijden van werkloosheid, kindergeld enzovoort. Solidariteit en samenwerking zijn fundamenteel voor onze klasse. Daarom dat de arbeidersklasse (alle loontrekkenden) de basis is voor een socialistische maatschappij.

Het probleem is echter het volgende: we leven nog niet in een socialistische maatschappij, en wel in een klassenmaatschappij. Volgens de heersende ideologie heten onze indirecte lonen dan ook ‘loonlasten’. De bazen zouden zogezegd ook een stuk van de SZ betalen en dat noemen ze dan patronale bijdragen of loonlasten. Natuurlijk is dat onzin. Het geld dat de baas aan ons betaalt als direct loon plus het geld dat naar de SZ gaat (het indirect loon), dat hebben wij allemaal geproduceerd. Trouwens, het geld dat naar de aankoop van nieuwe machines gaat en het geld dat rechtstreeks in hun welgevulde zakken verdwijnt, dat hebben wij ook allemaal geproduceerd! Wie werkt er immers in de bedrijven? In feite mogen de bazen nog heel blij zijn dat ze zoveel kunnen houden…

Maar dat zijn ze uiteraard niet want hun doel is zoveel mogelijk winst maken, wat immers de logica van het kapitalisme is. Ze willen hun ‘concurrentiekracht’ verhogen. Daarom vinden ze dat de lonen naar beneden moeten. Maar ze weten natuurlijk ook wel dat de loontrekkenden dit niet zomaar pikken. Bijgevolg beginnen ze bij een verlaging van de ‘loonlasten’, dat zijn de indirecte lonen en mensen zien dat niet zo direct in hun portemonnee. Niettemin blijft het diefstal. Het resultaat is een gat in onze SZ.

Volgens de ideologische praatjes van het patronaat en de regeringen zou die diefstal van ons indirect loon wel extra werkgelegenheid opleveren. Ze zijn daar nu al 15 jaar mee bezig en nog altijd zijn er honderdduizenden werklozen. Het Federaal Planbureau berekende vorige jaar dat de jobs die via ‘loonlastenverlaging’ worden gecreëerd wel heel duur zijn. We telden het na en kwamen tot de slotsom dat je voor die prijs twee jobs bij de overheid kan creëren! (Lees Tegenexpertise: aanwerven bij de overheid kost slechts de helft van jobcreatie door loonlastenverlagingTegenexpertise: aanwerven bij de overheid kost slechts de helft van jobcreatie door loonlastenverlaging)

Wat heeft dat met de ASB te maken?

Eigenlijk gaat de ASB mee in dit patronale verhaal. De vakbondsleiding gaat er van uit dat de SZ extra financiering nodigt heeft want er is een tekort. Waarom echter zoeken naar extra financiering? Is het niet beter de oorzaak van het tekort aan te pakken? In 2004 kwamen de verlagingen van de indirecte lonen (‘loonlasten’) op een 5 miljard euro, in 2005 zal dat bedrag hetzelfde zijn. Het tekort in de SZ bedraagt slechts één vijfde van dit bedrag, namelijk één miljard. Als de diefstal van onze indirecte lonen wordt gestopt, dan is er met andere woorden volstrekt geen tekort maar een gigantisch overschot!

In deze context argumenteren voor een ASB opent allerlei gevaren. ACV en ABVV argumenteren als vakbondsmensen dat het niet eerlijk is dat de loontrekkenden zo’n grote bijdrage moeten leveren aan de SZ. “Laat de grote vermogens ook maar mee betalen”, luidt het. Bijgevolg willen ze een ASB betaald door iedereen, ook de middenklasse en de grote vermogens. In de versie van het ACV moet een ASB echter ook een verlaging van de ‘patronale’ bijdrage mogelijk maken. De ACV-leiding laat zich dus meesleuren in de leugen dat onze indirecte lonen naar beneden moeten voor meer werkgelegenheid, hoewel ze die redenering in andere discussies juist zal ontkrachten. Die verlaging verdwijnt gewoon in de zakken van kapitalisten. De uitbetalingen aan de aandeelhouders swingen de pan uit.

De ABVV-leiding zegt niet dat een ASB moet resulteren in een verdere verlaging van de ‘patronale bijdrage’. De bedoeling voor hen is dat de ASB een deel van de ‘werknemersbijdrage’ zou vervangen, met name de crisisbijdragen uit de jaren ’80 en ’90 (bijzondere sociale zekerheidsbijdrage en solidariteitsbijdrage op de pensioenen). De vakbondsleiding begeeft zich echter ook hier op glad ijs. Niks zegt dat het patronaat in de complexe technische discussie over de invoering van zo’n ASB niet een belangrijk deel van de bijdragevermindering naar zich toe zal trekken. De ‘sociale’ compromissen kennende zal dit het geval zijn. En het resultaat van al dit gegoochel met cijfers en belastingen is dat met een wijde bocht rond de fundamentele kwestie wordt gefietst: de patronale diefstal van onze indirecte lonen moet gestopt worden!

Wat we dan terugkrijgen via zo’n ASB is een mager beestje. De ABVV-leiding stelt dat een bijdrage van 1,5 procent in 2007 en 2 procent in 2008 voldoende zou zijn om het evenwicht in de SZ te waarborgen met een jaarlijkse welvaartsaanpassing van 1 procent voor de pensioenen en de uitkeringen. Een dergelijke aanpassing zorgt er misschien wel voor dat de pensioenen en uitkeringen minder achterblijven op de lonen maar een echte welvaartsaanpassing kan je dat niet noemen. Zeker niet wanneer de lonen zelf ook al geen garantie op veel welvaart zijn. Niet alleen hebben de pensioenen en uitkeringen aan koopkracht ingeboet tegenover de lonen, de lonen zelf hebben eveneens aan koopkracht ingeboet. Maar ondertussen produceren de werkenden wel altijd maar meer rijkdom. De productiviteit blijft immers stijgen waardoor de SZ in feite juist meer betaalbaar is geworden – als de industriëlen, de aandeelhouders en de bankiers niet met het grootste deel van de opbrengsten van de productiviteitstoename gingen lopen natuurlijk. Zowel de lonen, de uitkeringen als de pensioenen verdienen dus een daadwerkelijke verhoging. Daar is ook ruimte voor, er wordt genoeg winst gemaakt, in 2003 alleen al zo’n 36,5 miljard euro36,5 miljard euro.

Bakermat Frankrijk

In realiteit zullen het opnieuw de werkende mensen zijn die de bijdrage ophoesten. Het is in dat opzicht interessant om een kijkje te nemen in Frankrijk, waar de ASB in de jaren ’90 werd ingevoerd. In 1995 namen de loontrekkenden 75 procent van de ASB voor hun rekening. Vandaag is dat al 88 procent! De grote kapitalen hebben immers veel meer invloed op de staat. Daarenboven zijn de lonen ook de enige inkomens waarover zekerheid is. Het is algemeen geweten dat een groot deel van de inkomsten van de grote vermogens zich in een schemerzone bevinden – in Luxemburgse banken of op de Kaaimaneilanden bijvoorbeeld.

De ABVV-leiding zegt dat een optimale inning van de ASB gepaard moet gaan met de afschaffing van het bankgeheim en de instelling van een vermogenskadaster. Dat is inderdaad een noodzakelijke voorwaarde, maar geen voldoende voorwaarde. Wie gaat immers al die cijfers opvolgen? De belastingsambtenaren hangen nu al aan de alarmbel omdat ze het werk niet kunnen bijhouden en er daardoor voor miljarden wordt gefraudeerd. Daarom moet de opheffing van het bankgeheim gekoppeld worden aan een effectieve arbeiderscontrole op de financiële operaties door de vakbonden en bankbedienden. Opnieuw kan Frankrijk als voorbeeld dienen. Onder de eerste regering van Mitterand in 1981 is een vermogensbelasting, op beperkte schaal, slechts doorgevoerd dankzij de actieve en spontane medewerking van de douaniers en het bankpersoneel. Zij probeerden de kapitaalvlucht tegen te houden door controles uit te voeren in de banken zelf en aan de grenzen.

Vermogensbelasting

Vanuit de linkerzijde wordt regelmatig een vermogensbelasting naar voren geschoven als alternatief op de ASB. Het argument luidt dan dat de loontrekkenden al genoeg belast worden en dat de meest vermogenden maar moeten bijdragen aan de SZ. Een vermogensbelasting stelt inderdaad nog scherper dan een ASB de grote sociale ongelijkheid tussen inkomsten uit loon (‘arbeiders’ in marxistische termen) en inkomsten uit kapitaal (kapitalisten).

Bij een vermogensbelasting zou een deel van het geld dat de kapitalisten in hun zak steken teruggevorderd worden. Dat is sowieso een stap vooruit en wij zijn daar dus absoluut niet tegen. Toch denken wij dat dit eveneens een verplaatsing van het probleem is en geen oplossing ten gronde.

Zoals gezegd is er maar een gat in de SZ doordat de indirecte lonen drastisch verlagen. Bovendien draagt ook de overheid minder bij tot de SZ wegens de Europese Maastrichtnormen die zeggen dat de staatsschuld moet worden afgebouwd en dat een overheid maar 3 procent in het rood mag gaan. Dat is beide direct verbonden met de grote vermogens. Want hoe komt een zeer klein deel van de Belgen aan zo’n gigantisch grote vermogens? Doordat ze enerzijds veel inkomsten hebben als baas en/of aandeelhouder in een bedrijf. Dus verrijken ze zich onder andere doordat onze indirecte lonen dalen. Anderzijds verrijken ze zich door de staatsschuld aangezien de staat van hen heeft geleend en op die lening reusachtige sommen intrest moet betalen. Op dezelfde manier als geld onrechtmatig uit de Derde Wereld wordt weggezogen.

Waarom zouden we dan die grote vermogens gaan belasten nadat ze op een oneerlijke manier tot stand zijn gekomen? Waarom iets achteraf en met een omweg doen als het veel directer kan? We moeten niet de vermogens achteraf belasten, maar wel de hefbomen afschaffen die hen zo buitenissig rijk maken. Schaf de staatsschuld af want die is al lang afbetaald, enkel de hoge intrestbetalingen houden ze in stand!

Een vermogensbelasting is natuurlijk gematigder en lijkt daardoor makkelijker haalbaar. De staatsschuld en de verlaging van de indirecte lonen zijn echter zelf helemaal niet gematigd. Ze worden als normaal voorgesteld maar in feite gaat het hier om extreem onrechtvaardige mechanismen die een klein deel van de bevolking stinkend rijk maken op de kap van de meerderheid. Het is geld dat de werkende klasse toekomt, wij hebben daarvoor gewerkt!

Bovendien toont het voorbeeld van Frankrijk aan dat de implementatie van een vermogensbelasting niet evident is en eigenlijk pas mogelijk is na de invoering van arbeiderscontrole in de banken. Zowel voor de optimale uitvoering van de ASB als voor een vermogensbelasting zijn er dus sterke krachtsverhoudingen nodig vanuit de linkerzijde en de vakbonden in het bijzonder. Met die krachtsverhoudingen kan veel meer gedaan worden. Noch de ASB noch een vermogensbelasting breken met de kapitalistische doctrine van de ‘concurrentiekracht’. Zolang we meegaan in die doctrine zullen ze de werkende klasse van de verschillende landen tegen mekaar kunnen blijven uitspelen. Daar moeten we paal en perk aan stellen. Opbouw van krachtsverhoudingen hiervoor zal een diepgaande campagne eisen, want het betekent breken met de heersende ideologie in de media en de politiek.

Voor het doorbreken van die doctrines is nochtans een brede basis onder de arbeidersklasse. Het recente conflict rond de CAO’s draaide uiteindelijk rond het doorbreken van de loonnorm en dat is in verschillende sectoren gelukt. Weerwerk bieden aan de ideologie van de ‘loonlasten’ is niet zo moeilijk als verondersteld wordt. Iedereen heeft in zijn familie en vriendenkring wel mensen die leven van een pensioen, die tijdelijk werkloos zijn of ziek. Voor de opvang van deze mensen dient ons indirect loon. Vroeg of laat zitten we zelf ook in deze situatie. De vakbonden en de linkerzijde kunnen een heel toegankelijke campagne daarrond voeren en stellen dat onze gezamenlijke lonen worden gestolen door de grote vermogens. Een campagne rond lonen, directe of indirecte, is ook sterker verbonden met de arbeidersstrijd op de werkplaats en dus een directe stimulans naar het overnemen van de economie onder arbeiderscontrole.

Dat moet immers uiteindelijk de horizon zijn. Zolang de grote bedrijven en de financiële instellingen in handen blijven van een kleine groep zal de maatschappij onrechtvaardig verdeeld zijn. Kapitalisten zullen steeds alle verworvenheden voor de gewone mens proberen terug te draaien. In Venezuela is vandaag dé discussie in de arbeidersbeweging die over arbeiderscontrole. Enkele bedrijven zijn al genationaliseerd en worden gerund door de arbeiders zelf. We zijn dus niet bezig over een utopie maar over een concrete realiteit die vorm krijgt – ondanks de tegenstand van de bezitters en Washington. In een rechtvaardige samenleving moet het mogelijk zijn de rijkdom die we met z’n allen produceren ook met z’n allen te besteden via democratische beslissingen. Dat zou pas een algemene en sociale bijdrage zijn!

Lees ook: