De vervolging en onderdrukking van homoseksualiteit in Rusland vandaag de dag, een thema dat hartstikke actueel is en ik niet ga beschrijven aangezien het bekend genoeg is, maakt het noodzakelijk dat we een stukje minder bekende geschiedenis aan het licht brengen. Het is zo dat de Bolsjewistische Revolutie ontelbare sociale rechten met zich meebracht die toen onbekend waren in de geavanceerde kapitalistische landen, en dat dit in veel gevallen nog zo blijft. De revolutie veranderde niet enkel de eigendomsverhoudingen in de maatschappij, maar veranderde de maatschappij zelf.

“De huidige seksuele wetgeving in de Sovjet-Unie is het werk van de Revolutie van oktober. Deze revolutie is niet alleen belangrijk als politiek fenomeen dat tot de politieke regering van de arbeidersklasse leidde, maar ook voor de revoluties, door haar uitgezonden, die alle onderdelen van het leven bereiken (…) De Sovjetwetgeving verklaart dat er absoluut geen bemoeienis van de staat en de maatschappij moet zijn in de seksuele vraagstukken, zolang niemand fysieke schade leidt of diens belangen geschaad worden. Homoseksualiteit, sodomie en andere vormen van seksueel plezier, die in de Europese wetgeving gekwalificeerd worden als morele overtredingen, beschouwt de Sovjetwetgeving als exact gelijkwaardig aan wat bekend staat als de ‘natuurlijke’ relatie.”

 

Deze paragraaf is onderdeel van een pamflet genaamd De seksuele revolutie in Rusland, geschreven in 1923 door Grigorii Batkis (later zou hij uit de gratie vallen), directeur van het Instituut van Sociale Hygiëne in Moskou. De Sovjet-Unie was pionier op het gebied van de rechten van homoseksuelen. Daarnaast had zij abortus en echtscheiding gelegaliseerd, en de positie van man en vrouw, ten minste op theoretisch vlak en ver boven het niveau van de rest van de wereld, gelijkgesteld. Deze hervormingen werden in gang gezet, niet lang na het overnemen van de macht, tussen eind 1917 en begin 1918. Toen kwamen de vrede, de burgeroorlog, de NEP [Nieuwe Economische Politiek – Red.]… en niemand was geschokt om deze hervormingen.

 

Waarom ik dit vertel? Omdat, ondanks dat de USSR pionier was op dit gebied, waarbij zij rechten veroverde die in geen enkele ‘Westerse democratie’ bestonden, de interne contrarevolutie ook de positie van homoseksuelen en vrouwen beïnvloedde. Gedurende de jaren ’30 werden al deze rechten onderdrukt; eerst kwam het verbod op relaties tussen homoseksuelen (1934), later het verbod op abortus (1936) en de scheiding van kinderen op basis van geslacht in de klaslokalen (1943)…

 

Alle contrahervormingen die we eerder hebben gezien staan met elkaar in verband. De oorzaak was de mentaliteitsverandering bij de leiding van de partij en de staat in de jaren ’30, die zeer verschillend was van de partij in 1917 of begin jaren 1920, en zelfs totaal verwijderd van het gedachtegoed van de eerste communisten. Zo schreef Engels, in het pamflet Beginselen van het Communisme, iets dat gezond verstand zou kunnen lijken, maar dat niet zo is: [Engels geeft antwoord op de vraag welke invloed de communistische maatschappijorde op het gezin zal uitoefenen – Red.]  “Ze zal van de relatie tussen de beide geslachten een zuivere privérelatie maken, die alleen de betrokken personen aangaat en waarin de maatschappij zich niet mag mengen.” Verreweg van wat alle burgerlijke propaganda stelt, betekent het communisme vrijheid! Maar hoe kan men dan verklaren dat er in de Grote Sovjet-Encyclopedie iets als het volgende verscheen?:

 

“De oorsprong van de homoseksualiteit is verbonden met alledaagse maatschappelijke toestanden. Voor de grote meerderheid van de personen die zich aan homoseksualiteit wijden, worden zulke perversies onderbroken naar mate de persoon zich in een sociaal gunstige omgeving bevindt (…) In de Sovjetmaatschappij, met haar gezonde gebruiken, wordt homoseksualiteit als een seksuele perversie gezien en wordt zij als onbetamelijk en misdadig beschouwd. Het Sovjetstrafrecht beschouwt homoseksualiteit als strafbaar, met uitzondering van die gevallen waarin zij een uiting is van een grondige psychische stoornis.”

 

Lenin waarschuwde al voor het gevaar van deze mentaliteitsverandering op het Elfde Partijcongres in maart 1922:

 

“Meer dan één maal is het in de geschiedenis voorgekomen dat de veroveraar de beschaving van de veroverde heeft overgenomen, als deze op een hoger niveau stond. De cultuur van de Russische burgerij en bureaucratie waren zonder twijfel  armzalig. Maar helaas, de nieuwe leidende lagen staan nog lager dan hen. Vierduizend zevenhonderd verantwoordelijke communisten leiden het regeringsapparaat in Moskou. Wie leidt en wie wordt er geleid? Ik betwijfel sterk of ik kan zeggen dat het de communisten zijn die leiden…”

 

Dit onderwerp is een goed voorbeeld van welke achteruitgang er heeft plaatsgevonden in de USSR, toen de bureaucratie de macht van de arbeidersklasse veroverde en overnam voor haar eigen belang. Hier zien we een voorbeeld van de mentaliteitsverandering, tussen de mentaliteit van een Bolsjewiek en de mentaliteit van de leidende figuren binnen de CPSU (Communistische Partij van de Sovjet-Unie, erfgenaam over tijd, maar niet van de ideeën van de Bolsjewistische Partij) in de jaren 1930.