Sinds enkele weken laten de vakbonden van zich horen in de discussie over verdere splitsing van België. Dat is in de eerste plaats de verdienste van basismilitanten die genoeg hebben van de communautaire propaganda. Zij organiseerden in Antwerpen een eerste grote militantenvergadering.

Verandering komt er slechts door zin voor initiatief. Dat hebben de delegees Serge Seret en Sven Naessens goed begrepen. Samen met de syndicale delegaties van Degussa en Total voeren zij al sinds 1 mei campagne om mensen op de werkvloer bewust te maken van de belangen achter het pleidooi voor regionalisering. Met de onderhandelingen over een rechtse regering is dat des te dringender. Het is dankzij dergelijke initiatieven van onderuit dat de vakbonden nu in actie komen om de communautaire propaganda te doorprikken (lees Vakbonden in actie tegen splitsing sociale zekerheidVakbonden in actie tegen splitsing sociale zekerheid).

Dat dit thema leeft onder syndicalisten was alvast te merken aan de opkomst op de militantenvergadering in Antwerpen, georganiseerd door De Algemene Centrale Antwerpen-Waasland en BBTK Antwerpen op 24 oktober. Aanvankelijk ging dit door in de zaal van De Algemene Centrale, maar door het grote aantal inschrijvingen moest de activiteit verkast worden naar het Bondsgebouw zelf. Uiteindelijk kwamen een tweehonderdtal syndicalisten opdagen. De vakbondsbasis verlangt duidelijk naar informatie en initiatief, daarom zou dit voorbeeld op andere plaatsen navolging moeten krijgen.

De avond legde vooral de nadruk op het informatieve: aan delegees voldoende duidelijke argumenten geven zodat ze de Vlaamse propaganda kunnen counteren op de werkvloer. Werkende mensen nemen immers dit rechtse venijn over omdat ze amper tegenwind krijgen. De leiders van PS en van SP.a stellen er geen socialistische logica tegenover, ze gaan vaak zelfs mee in het nationalistische opbod, hoewel daar in hun eigen partij weinig basis voor bestaat, getuige het recente SP.a-congres. Aangezien de partijen geen weerwerk bieden, moeten de vakbonden het doen. ABVV doet dit via een brochure en ACV via het ledenblad.

Tijdens de informatieavond kreeg ABVV het woord bij monde van voorzitter Rudy De Leeuw, voor het ACV sprak nationaal secretaris Ann Van Laer. Zij werden voorafgegaan door journalist Guido Fonteyn, een Walloniëkenner. Hij gaf achtergrond bij de historische relatie tussen Vlaanderen en Wallonië. Daarbij wees hij op allerlei stereotiepen. Bijvoorbeeld, toen arme Vlaamse boeren in de 19e eeuw naar Wallonië trokken om te werken in de industrie, beschreven de kranten hen vaak als ‘nietsnutten', net zoals vandaag het valse beeld van de ‘luie Waal' heerst. Hoewel Fonteyn slechts beperkte tijd had - wij hadden gerust twee uur naar zijn uiteenzetting willen luisteren - gaf hij toch een goede schets van de kapitalistische ontwikkeling in Wallonië en Vlaanderen. Dankzij de aanwezigheid van steenkool, marmer en dergelijke was Wallonië de eerste geïndustrialiseerde regio op het Europese vasteland. Het was echter eveneens de eerste regio die te kampen kreeg met delokalisatie. Vanaf de jaren '50 trok de grondstoffenindustrie weg richting Derde Wereld. Fonteyn waarschuwde evenwel dat "wat Wallonië kan overkomen, ook Vlaanderen kan overkomen." Hij verwees daarbij naar de textiel en de automobiel. Volgens hem blijft de solidariteit nodig omdat Wallonië door een sterke PS in staat is gebleven de sociale zekerheid te bewaren. In een rechts Vlaanderen zouden regering en patronaat veel makkelijker een neoliberaal beleid kunnen opleggen, wat volgens de spreker uiteindelijk de bedoeling is van het regionaliseringsdiscours.

Na deze historische schets gaf moderator Bruno Verlaeckt, voorzitter van AC Antwerpen-Waasland, het woord aan Ann Van Laer om in het kort de opbouw van de Sociale Zekerheid te analyseren. Ze slaagde daar wonderwel in. Ten eerste wees ze op het alomvattende karakter van de SZ: niet alleen werkloosheidsuitkeringen, maar ook de gezondheidszorg, pensioenen, brugpensioenen, tijdskrediet, kinderbijslag, ziekteverzekering, arbeidsongeval, dienstencheques enzovoort. In verbale aanvallen op de SZ gaat dikwijls veel aandacht naar de werkloosheidsuitkeringen. Toch vertegenwoordigt dit slechts 15,8 procent van het budget, veel minder dan de pensioenen (27 procent) en de gezondheidszorg (48 procent). Twee derden van het SZ-bedrag komt via bijdragen op loon. En net daar zit het probleem want opeenvolgende regeringen hebben miljarden aan ‘loonlastenverlagingen' toegekend. Het patronaat moet daardoor minder bijdragen, waardoor er een gat in de SZ ontstaat. Intussen zien wij zelf weinig van de beloofde banen om dit te compenseren.

Rudy De Leeuw legde nog eens haarfijn uit dat de communautaire agenda eigenlijk de agenda van het Vlaamse patronaat dient. Er wordt verteld dat Waalse zieken meer kosten dan Vlaamse. Nochtans bestaan er grotere verschillen binnen de regio's zelf. De gemiddelde gezondheidsuitgaven liggen in Oostende en Charleroi bijvoorbeeld even hoog wegens de verouderende bevolking in beide steden. In zowel Waals- als Vlaams-Brabant liggen ze dan weer laag. Via regionalisering van CAO's zou Vlaanderen met Wallonië moeten concurreren, net zoals België nu met Nederland en Duitsland moet concurreren, onder andere via de loonnorm. Dat zou zeker niet de belangen van de loontrekkenden behartigen. We kunnen in België zoiets niet toelaten terwijl we op Europees niveau opkomen voor een harmonisatie van de sociale systemen naar boven toe, aldus De Leeuw.

Totnogtoe sprak ieder duidelijke taal. Bij de vragenronde werd dit spijtig genoeg wat minder. Door de vele aanwezigen was er geen plaats voor tussenkomsten vanuit de zaal, enkel voor briefjes met vragen. De moderator groepeerde de vragen in drie groepen. Op de eerste vraag kregen we van Guido Fonteyn nog wel een duidelijk antwoord. "Het Vlaamse patronaat krijgt makkelijk zijn boodschap in de media, hoe kunnen wij onze boodschap in de media krijgen?" Samengevat was het antwoord: de kranten zijn niet langer spreekbuizen van welbepaalde ideologische groepen (vb. Het Volk van de christelijke werklieden, de GVA van de bisschoppen), het zijn nu allemaal commerciële bedrijven geworden. Daarom leunen ze sterk aan bij het patronaat. Werknemers hebben daarom eigen media nodig, waarbij Fonteyn voorstelde om een weekblad van de vakbonden op te richten.

De tweede vraag was die naar de politieke vertegenwoordiging, meer bepaald de banden van ACV met CD&V en ABVV met SP.a. Beide partijen zitten in een kartel met een Vlaams-nationalistische partij. Hoe kunnen ze de syndicale belangen dan verdedigen? In de antwoorden hoorden wij weinig concreets, de sprekers draaiden rond de hete brij. Van Ann Van Laer noteerden we wel de uitspraak dat het ACV deze regering onder leiding van CD&V evengoed zal beoordelen op een aantal sociale elementen. Uit persberichten van het ACV kunnen we alvast afleiden dat ook zij steeds meer twijfelen of die er zullen komen. Rudy De Leeuw verwees naar zijn aanwezigheid op het SP.a-congres. Daar hoorde hij Caroline Gennez vertellen dat op dezelfde dag dat de socialisten in de uittredende regering er nog in geslaagd waren het tandartsbezoek gratis te maken voor 15-jarigen, de nieuwe regering besliste om de mogelijkheid te laten 14-jarigen in de gevangenis te stoppen. De Leeuw concludeerde daaruit dat Gennez als ze trouw is aan haar woorden onmogelijk een rechtse regering mag "depanneren" - trouwens exact dezelfde woorden als Gennez zelf gebruikt. Allemaal goed en wel, maar mag het iets meer zijn? Wij hoorden geen woord over de inzet van dat congres, namelijk terug aansluiting vinden bij de werkende mensen en de socialistische basis, ook in de vakbonden. SP.a Rood heeft daar samen met een aanzienlijk deel van de basis een gigantische opening gecreëerd voor de syndicale eisen. Indien de aanwezigen van de militantenvergadering deze opening benutten, dan zal hun zaak over de splitsing van de SZ er op korte termijn een stuk beter voor staan.

Ook over de laatste groep vragen, die over een offensieve vakbondsstrategie, is de syndicale leiding volgens ons nog niet scherp genoeg. De drang voor een massale actie in Brussel is nochtans daar. Zoals één vragenformulier stelde: "Het ABVV moet oproepen, het ACV moet volgen." Het beste zou natuurlijk zijn als beide vakbonden samen in een hogere versnelling schieten. Morgen komen beide vakbonden bijeen om zich verder te beraden over de strategie. Rudy De Leeuw vertelde dat oktober een maand van sensibilisering was. De ABVV-brochure was verspreid naar de bedrijven en de kwestie was bediscussieerd op de gewestbesturen. Later zou het ABVV ook de film Sicko integreren in de syndicale vorming. Hij vroeg aan de delegees om de petitie Red de Solidariteit te laten tekenen op de werkvloer zodat ze aan 100.000 stemmen zou komen. Daarop zou actie volgen, met half november een nationale concentratie en eind november bijvoorbeeld een concert in Brussel. Hoe correct dit allemaal ook is, toch bleef het vaag en ontbrak het de leiding wat aan vuur en strijdlust. Langs Vlaams-nationalistische kant ontbreekt het daarentegen niet aan hevigheid.

Ondanks deze bedenkingen was de avond echt een belangrijk signaal en opnieuw een stap vooruit. De zaal wilde daarom graag zo'n initiatief herhalen op andere plaatsen. Bruno Verlaeckt concludeerde: "Als we de media niet mee hebben, dan moeten we het zelf maar doen."