Het begin van een nieuwe cyclus in de arbeidersstrijd in Europa.

Dit Congres van de socialistische vakbond vindt plaats tegen de achtergrond van een vernieuwde opgang [in de cyclus] van arbeidersstrijd in Europa, voornamelijk in Zuid-Europa maar het blijft hier niet uitsluitend toe beperkt. Griekenland beet vorig jaar de spits af met een syndicale lente met twee 24-uren stakingen tegen de hervorming van de pensioenen. Dit jaar was Italië aan de beurt met massale betogingen en de grootste algemene staking sinds 20 jaar met minstens 10 miljoen deelnemers die protesteerden tegen de afbouw van het sociale statuut van de werknemer. Op 20 juni volgt in Spanje aan de vooravond van de Europese top van Sevilla een 24-uren staking in gemeenschappelijk vakbondsfront tegen de drastische beperkingen van de toegang tot de werkloosheidsuitkeringen. In Duitsland zijn ook de eerste metaalstakingen begonnen sinds 7 jaar voor loonsverhogingen en in Nederland verscherpt de syndicale strijd zich als gevolg van de 7 weken staking in de bouwsector, het langste conflict ooit in deze sector. Frankrijk kent eveneens een steile stijging van het aantal bedrijfsstakingen zonder voorlopig evenwel het niveau van november-december 1995 te evenaren. Ook in België heeft de CAO-strijd ondanks de loonnorm verleden jaar gezorgd voor een hoge conflictgraad in sectoren zoals de bouw, openbaar vervoer, de bedienden van de industrie, grootwarenhuizen enzovoort. Vergeten we vooral ook niet de syndicale mobilisaties naar aanleiding van de Europese toppen van Frankrijk, België en Spanje waar steeds een honderdduizend militanten aan hebben deelgenomen.

De antiglobaliseringsbeweging met haar talrijke betogingen van Genua (300.000) tot Barcelona (500.000) duiden tevens op een begin van verandering in het sociale en politieke klimaat in Europa. Deze sterke jongerenmobilisaties zijn de voorloper van bredere mobilisaties van de arbeidersklasse. Belangrijke segmenten van de arbeidersklasse en van de jongeren beginnen te ontwaken uit een lange winterslaap. Het liberale model wordt meer en meer in vraag gesteld en dit nog voor het begin van de internationale recessie. Polarisatie staat op de orde van de dag in elke land van het Europese vasteland tot zelfs in het meest consensuele land aller landen, t.t.z. Nederland. Bij gebrek aan een links alternatief en als reactie op de negatieve balans van de talrijke sociaal-democratische regeringen in Europa drukt deze polarisatie zich in de eerste plaats uit in de verkiezing van rechtse regeringen en in een sterke stemmenwinst voor uiterst-rechtse partijen en andere sociale demagogen zoals Pim Fortuyn in Nederland. Maar dit zijn slechts de eerste opwellingen in een situatie van vernieuwde politieke en sociale instabiliteit.

Deze sociale en politieke instabiliteit in Europa heeft een gemeenschappelijke materiële basis: de vermenigvuldiging van de bronnen van onzekerheid binnen en buiten het bedrijf, ondanks de gematigde heropleving sinds 2 à 4 jaar en ondanks de gedeeltelijke opslorping van de werkloosheid. We denken hier aan de onvoorspelbaarheid van de werkuren, de werkdagen, nepcontracten, de verhoging van de intensiteit van de arbeid, de sluipende stress, psychologisch geweld, mobbing, ‘management by stress’, verhoging van de arbeidsongevallen als gevolg van polyvalentie en flexibiliteit, onderinvestering in sociale infrastructuur (onderwijs, gezondheidszorg enzovoort), verarming van de binnensteden met isolatie en onveiligheid tot gevolg en dies meer. Ondanks een economische heropleving leven de mensen niet echt beter.

Het failliet van het syndicalisme van De Vits en Nollet

De laatste maanden is België ook bijzonder hard getroffen door bedrijfssluitingen en massale afdankingen bij Alcatel, Opel, VW, LU, Agfa, Treillarmé, Marks&Spencer, Citybird, Trellenborg, Carnoy, Continental, Electrabel enzovoort. De sluiting van Sabena, het grootste faillissement in de Belgische geschiedenis, is pas een paar maanden achter de rug maar zorgt voor diepe sociale, economische, politieke en syndicale littekens.

Een ABVV-Congres zou moeten dienen om de balans op te maken van deze situatie. Hoe evalueert het ABVV de ontwikkeling van de vakbeweging in de laatste periode? Welke lessen worden hieruit getrokken? Geen woord hierover in de ontwerpresolutie die wordt voorgesteld aan de afgevaardigden van het ABVV-Congres.

De verslechtering van de economische situatie als gevolg van de internationale vertraging is reeds voelbaar in de stijging van de werkloosheid. Een verdieping van de internationale recessie zal een sterke impact hebben op België met massale afdankingen en sluitingen als gevolg. De huidige ABVV-leiding onderkent deze toestand blijkbaar niet en bereidt zich hier niet op voor. We kunnen hier enkel uit besluiten dat de ABVV-top zal volharden in het beleid van stervensbegeleiding.

Bij gebrek aan een officiële balans zullen wij er één opmaken van het beleid van de ABVV-top rond het duo De Vits-Nollet. Wat betekent het gebrek aan balans? Is het een toegeving dat alles min of meer goed is verlopen en dat de gevoerde strategie niet in vraag hoeft gesteld te worden? Of duidt het aan dat alles niet koek en ei is in onze vakbond? In vergelijking met de leiding van de voorgangers aan de top van het ABVV sinds Debunne tot Janssens hebben we te maken gehad met de meest rechtse en tamme leiding. De verkiezing van Mia De Vits tot Federaal Voorzitter versterkt deze zwenking aan de top. Het beleid van de ABVV-top heeft er in essentie in bestaan de verdere afbouw van de verworvenheden te begeleiden via het Interprofessioneel Akkoord, Ronde Tafels en andere afspraken. Het overgrote deel van de eisen en maatregelen van de patronale wereld en de opeenvolgende regeringen werden als onomkeerbaar en onafwendbaar beschouwd. De taak van de vakbond bestond erin ‘erbij te blijven’ en deze maatregelen lichtjes sociaal te corrigeren. Akkoorden worden afgesloten om het idee zelf van het akkoord en om het heilige ‘sociale overleg’ te redden. Een visie op de verandering van de krachtsverhoudingen in de bedrijven en op maatschappelijk vlak is totaal afwezig. De bestaande krachtverhoudingen worden als een vaststaand en onveranderlijk gegeven beschouwd. Elke poging om ze te wijzigen is onmogelijk en zelfs onverantwoordelijk, zo denkt en handelt de ABVV-top. Na de Algemene Staking tegen het Globaal Plan van 1993 blijkt dit de les te zijn die de syndicale top heeft geleerd.

Laten we even een aantal zaken opsommen:

1) Het laatste IPA introduceert de mogelijkheid tot de invoering van interim-arbeid in de bouwsector tegen dewelke de Algemene Centrale steeds heeft gepleit.

2) Het onderschrijven door het Federale ABVV van de Copernicus-hervorming kortwiekt het verzet in de Centrale van de Openbare Diensten hiertegen.

) Het recent akkoord rond het tijdskrediet is een aanfluiting van de strijd voor collectieve arbeidsduurverkorting met evenredige aanwervingen. Het tijdskrediet wordt in verschillende bedrijven gebruikt als een afvloeiingsmechanisme voor oudere werknemers zonder bijkomende vervanging.

4) Hetzelfde IPA 2001-2002 gaat er prat op de 38-uren-week door te voeren en dit drie kwart eeuw na de invoering van de 40-uren-week na de algemene staking van 1936.

5) Het patronale credo van de loonkostenverlaging wordt zonder boe of ba geslikt. Daardoor stroomt er onophoudelijk geld van de sociale zekerheid naar het kapitaal (minstens 150 miljard oude franken in vermindering van patronale lasten). De schuchtere voorwaarden die de vakbond stelt voor haar goedkeuring van deze onophoudelijke stroom, namelijk controle op de jobcreatie, blijken onmachtig in het scheppen van banen. In werkelijkheid gaat het om een schandalige verhoging van de bedrijfswinsten, die helemaal niet garant staat voor jobcreatie of jobbehoud. Een recente studie bij 28 bedrijven die herstructureren leert ons dat slechts 1 op 3 verlies lijdt. 2 op 3 bedrijven uit deze groep maken winst en herstructureren om nog meer winst te maken.

6) Het activeringsbeleid in de sociale zekerheid en de sociale bijstand kent ook geen grondige kritiek en wekt ook geen echt verzet op bij de ABVV-top.

7) Het Herenakkoord is de vergiftigde erfenis van de Federale Top van het ABVV aan de militanten, delegees en secretarissen die zouden pogen uit het carcan van het huidige syndicale beleid te treden. Het is een verdere poging om de vakbondsorganisatie om te vormen tot politieagent van de bazen en de regering in ruil voor de loze belofte geen beroep meer te doen op de burgerlijke rechtbanken tijdens sociale conflicten. Naar aanleiding van de spontane staking eind april bij de Brusselse metro heeft de directie van de MIVB ook gepoogd de vakbond klem te zetten met concessies in ruil voor het engagement dat de vakbondssecretarissen geen spontane stakingen meer zouden erkennen. Dankzij de tussenkomst van de delegees van de stelplaatsen is dit er niet doorgekomen. Deze chantage gaat zich herhalen in de nabije toekomst in talrijke bedrijven en economische takken dankzij het signaal dat de ABVV- en ACV-top gegeven hebben.

8) De privatiseringsgolf werd wel ‘fel veroordeeld’ maar heeft nooit geleid tot een effectieve gemeenschappelijke campagne van de privé en de openbare diensten tegen de uitverkoop van het Spoor, de Post, het Streekvervoer enzovoort. Deze worden aan hun lot overgelaten.

9) De loonnorm is behouden gebleven met het laatste IPA. Dit stilt de honger van het patronaat echter niet dat nu openlijk pleit voor een strakkere looncontrole.

10) Het ABVV heeft ook de keuze gedaan voor een politiek van “splendid isolation” boven een bondgenootschap met de andersglobaliseringsbeweging. Waarvan heeft de top schrik? Van contestatie?

Tezelfdertijd trad de ABVV-top actief op tegen de strijdbare stromingen in haar middens zowel door de eisen van een aantal centrales te saboteren of naar aanleiding van belangrijke bedrijfsconflicten, zoals bij de Forges de Clabecq waar Nollet en De Vits de uitsluiting van 5 ABVV-delegees hebben bekomen en 13 militanten ten prooi hebben gegooid aan de wraakzucht van het parket, de rijkswacht en het politieke establishment.

Meer patronale offensieven in het vooruitzicht

Inderdaad, zwakheid zet aan tot agressie. Deze wijze raad blijkt Chinees te zijn voor de ABVV-top. Door zich inschikkelijk op te stellen tegenover de eisen van het patronaat denkt de ABVV-top waarschijnlijk op een verantwoordelijke manier te handelen. Niets is minder waar. Hoe meer het ABVV toegeeft hoe meer het patronaat van haar gaat eisen. Maar de tijd nadert dat rechts en het patronaat net zoals in Italië met Berlusconi of in Spanje met Aznar de vakbondsleiding gewoonweg naast zich gaat neerleggen en éénzijdig zonder syndicale raadpleging of fiat de maatregelen zal opleggen voor de verhoging van hun winsten en de afbouw van onze verworvenheden. In die landen werden de vakbonden gewoonweg afgedankt als ‘sociale gesprekspartner’ na jaren sociale pacten afgesloten te hebben. Dit toont het bankroet aan van het syndicaal model gebaseerd op pacten en consensus met het patronaat. De aanwezigheid van de Socialistische partijen in de regering in België is geen waarborg voor permanent sociaal overleg zoals velen denken in de ABVV-top. Let maar op de afhandeling van het dossier van de dwangsommen en het wetsontwerp van Onkelinx voor het wettelijk regelen van het stakingsrecht. De vakbondsleiding heeft hier moeten kiezen tussen de pest en de cholera.

Voor het patronaat is overleg geen principekwestie maar slechts een middel om een doel te bereiken. De vakbondsleiding ziet het echter anders. Alles wordt overboord gegooid om toch maar ‘mee te kunnen praten en beslissen’. Meebeslissen? Niet echt. Enkel maar deelnemen aan een overleg waar het patronaat de plak zwaait. Hetzelfde geld voor de Europese Unie waar het ABVV tezamen met het EVV pleit voor een sociale en democratische correctie van Europa. Maar binnen het financiële, economische en institutionele keurslijf van de EU (privatiseringen, drastische budgettaire soberheid die leidt tot de afbouw van de sociale begrotingen, deregulering, in concurrentie brengen van sociale stelsels en lonen, afbouw sociale zekerheid – vermindering werkloosheidsuitkeringen en verhoging pensioenleeftijd – bureaucratische, logge en ondoorzichtige instellingen en besluitvorming die de gevangene zijn van de 15.000 lobbyisten in Brussel en vooral van de European Round Tabel of Industrialists) is er geen ruimte voor een ‘sociaal Europa’. Door te pogen op het Europa van het kapitaal een sociaal vernis te verven, trachten het EVV en het ABVV tezamen met het ACV om het kapitalistische karakter van de EU te verdoezelen of te verbergen.

Een ommekeer in het gevoerde syndicale beleid dringt zich dus op

De strategie die nodig is om uit de impasse te komen is er één die geschraagd wordt door echte mobilisatie (geen symbolische of éénmalige acties) en deelname van de arbeiders en bedienden met de bedoeling de krachtsverhoudingen tussen arbeid en kapitaal fundamenteel te wijzigen. Aan actiebereidheid onder de arbeidersklasse ontbreekt het niet wanneer de acties goed zijn voorbereid en wanneer de militanten vertrouwen hebben in de vastberadenheid van de syndicale leiding.

Een bijkomende voorwaarde is natuurlijk een offensief eisenprogramma dat vertrekt van de onvoorwaardelijke verdediging van de algemene belangen van de mensen in de bedrijven en dat niet bepaald wordt op basis van de zogenaamde ‘haalbaarheid’ ervan. Onder ‘haalbaarheid’ verstaat de huidige vakbondsleiding altijd of de bazen en de regering ermee kunnen akkoord gaan. Wij pleiten daarentegen voor een strijdbare strategie die het bewustzijn van de arbeidersklasse verhoogt en niet verlaagt; een strategie die sleutelt aan een echte syndicale eenheid over de grenzen van de centrales heen en over de taalgrenzen; een beleid dat de organisatiegraad verhoogt en de strijdbaarheid aanwakkert. Het huidige syndicale beleid draagt echter bij tot de verzwakking en de verdeeldheid van de arbeidersklasse. Maar we hebben vooral nood aan een syndicale strategie die een antikapitalistisch perspectief geeft; een visie op de omvorming van een maatschappij gebaseerd op individueel winstbejag, het privé-bezit van de productiemiddelen en die alle aspecten van de menselijke activiteit hieraan onderwerpt; een weg naar een maatschappij waar de algemene sociale belangen primeren op de winst. Dit is een syndicalisme van maatschappelijke verandering, een syndicaal beleid dat de strijd ook voert voor een socialistische omvorming van de maatschappij omdat het begrijpt dat elke verworvenheid van de arbeidersklasse onder het kapitalisme steeds weer in vraag wordt gesteld.

De huidige leiding rond Mia De Vits kan dit strijdbaar en democratisch syndicalisme van maatschappijverandering niet waar maken. Een nieuwe leiding moet opstaan. Om dit voor te bereiden moet de syndicale linkerzijde zich dringend organiseren en deze handschoen oppakken.

Dit is de ommekeer die de militanten van Vonk/Unité in het ABVV bepleiten. Aarzel daarom niet om met ons contact op te nemen als je deze visie deelt en wil versterken in je vakbond en bedrijf. Contacteer ons op Vonk, Handelstraat 53, 2060 Antwerpen – 03/295.58.19 – e-mail: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. Bezoek onze websites: www.vonk.org en www.marxist.com