download 2De aangekondigde staking bij het spoor verhit de gemoederen. N-VA en MR voelen zich gesterkt om een minimale dienstverlening te eisen. De meest “fantaisistische” voorstellen circuleren. Van politici mag men nog verwachten dat ze uit hun nek kletsen maar ook “specialisten” durven wel eens te ontsporen (no pun intended). Zo bv. Herman Matthijs, hoogleraar openbare financiën en lid van de Hoge Raad Financiën. Onder de kop “De vroege nieuwjaarsbrief van de spoorbonden is wel erg wereldvreemd” (Knack)  mijmert hij : “Men zou dat eens concreet moeten invullen. Bijvoorbeeld door te bepalen dat er bij een staking een zondagsdienst wordt verzorgd bij de spoorwegen”. Dat deze dienstregeling niet zo erg veel afwijkt van de weekregeling ontgaat Matthijs. Zo wordt minimale dienstverlening synoniem van een stakingsverbod. Maar het kan nog straffer. “Een ander punt waar de politiek niet kan rondfietsen, is het vraagstuk van de aansprakelijkheid van de vakbonden naar aanleiding van een staking en de economische schade die daaruit voortvloeit”. Dat de essentie van een staking erin bestaat om druk op de ketel te zetten via economische schade ontgaat Matthijs volledig. Daarenboven is het ook niet de bedoeling van minimale dienstverlening om de economische schade te beperken.

Wat is minimale dienstverlening dan wel?

In de particuliere sector maakt men gebruik van de regeling die wordt opgelegd door de Wet betreffende prestaties van algemeen belang in vredestijd van 19 augustus 1948. Deze wet heeft als doel “het hoofd te bieden aan zekere vitale behoeften, sommige dringende werken uit te voeren aan de machines of aan het materiaal, sommige taken te volbrengen die geboden zijn door een geval van overmacht of een onvoorziene noodzakelijkheid”. Samengevat komt dit er op neer dat de sociale partners onderling taken afbakenen die – ondanks een staking – toch moeten uitgevoerd worden omdat een ongecontroleerde werkneerlegging bv. in de sector chemie anders wel eens nefaste gevolgen zou kunnen hebben. Soms wordt zelfs nog geproduceerd. Een staalfabriek bv. moet continu draaien om te vermijden dat sommige productielijnen worden beschadigd. Er worden dan wel afspraken gemaakt dat het geproduceerde staal tijdens een staking niet wordt verkocht, enz. Een andere toepassing van de wet is dat bepaalde goederen moeten geleverd worden. Een massale en langdurige collectieve actie in de petroleumsector zou bv. als gevolg kunnen hebben dat woonzorgcentra zonder stookolie vallen. De Prestatiewet geldt evenwel niet in de publieke sector. Normaliter valt men daar terug op opeisingen. Omdat dit vrij omslachtig is, geven sommigen de voorkeur aan de minimale dienstverlening. Dit geldt al voor politiediensten. Niet alleen mogen politiemannen niet staken dan na het volgen van een onderhandelingsprocedure, maar daarnaast worden zowel op nationaal vlak als op lokaal vlak diensten gedefinieerd die moeten gepresteerd worden in geval van werkneerlegging.

Wat zijn de scenario’s?

In het buitenland gebruikt men al mechanismen die het stakingsrecht van werknemers uit de vervoerssector (luchtvaart, trein, tram, bus) beperken. Meestal moet eerst een onderhandelingsperiode worden gerespecteerd. Als er geen akkoord uit de bus komt, geldt een stakingsverbod tijdens bepaalde uren en/of bepaalde periodes van het jaar (bv. tijdens de kerstvakantie). Een variant hiervan is om tijdens de spits 50 tot 60 procent van de werknemers verplicht te laten werken. Nog een andere mogelijkheid is de verplichting opgelegd aan de werknemer om zijn stakingsbereidheid te melden; met de werkwilligen kan dan een plan worden opgesteld om zo veel mogelijk diensten te verzekeren. Of dat dit alles binnen de Belgische context kan worden gerealiseerd, is maar de vraag. Ons spoorwegnet is veel dichter dan pakweg in Italië of Spanje waar de minimale dienstverlening werd ingevoerd voor het spoor. Daarenboven lopen treinstakingen – ondanks een juridisch kader - daar ook meestal in de soep.

De niet al te verborgen agenda

Een minimale dienstverlening mag nooit als gevolg hebben dat de sociale dialoog wordt gestopt. Want dan is het gewoon een trucje om niet te moeten toegeven. En daar knelt het schoentje. MR/VLD en NV-A willen niet zozeer de burger naar zijn werk vervoeren dan wel de onderhandelingspositie van de vakbonden verzwakken of zelfs onmogelijk maken.