Sinds de actieplannen tegen de besparingsmaatregelen van de regering bekend zijn, staan zowat alle media weer eens bol van verontwaardiging over de o zo onverantwoordelijke vakbonden. Bovenop de gebruikelijke scheldtirades in brievenrubrieken en blogs van kranten, zijn er ook steeds allerhande specialisten en notabelen die zich geroepen voelen de vakbonden eens goed de les te spellen. 

Niks nieuws onder de zon dus. Zolang vakbonden bestaan, hebben ze vijanden gehad. Logisch, zoals Karl Marx reeds in het Communistisch Manifest uitlegde is de huidige kapitalistische samenleving gebouwd op een fundamentele tegenstelling van belangen. Een kleine minderheid bezit het overgrote deel van het kapitaal en de productiemiddelen. De meerderheid moet zich, om een inkomen te verwerven voor zichzelf en hun familie, bij hen aanbieden om te mogen werken.

Het is net die tegenstelling van klassenbelangen die de maatschappij doet evolueren. De opkomst van de industrie in de 19de eeuw maakte het mogelijk om goedkoop en massaal te produceren. Dat, samen met de klassenstrijd heeft ervoor gezorgd dat onze leef- en werk omstandigheden het huidige pijl hebben bereikt. Sinds het begin van de 20ste eeuw is tientallen keren meer geproduceerd dan in de gehele menselijke geschiedenis die er aan vooraf ging. De factoren industrie en klassenstrijd zijn doorslaggevend geweest voor de werkmens om het niveau van emancipatie te bereiken die hij nu heeft. Alle mijlpalen van onze democratie zoals betaald verlof, algemeen stemrecht, 5 dagen werkweek, etc. werden bekomen door middel van collectieve actie van de arbeidersklasse.

Kapitalisten blijven zich krampachtig verzetten tegen de eisen van hun werknemers, alhoewel het dankzij diezelfde arbeidersbeweging was dat de massas niet straatarm en ongeletterd bleven en evolueerden tot consumenten die hun kapitalistische producten konden kopen. De klassenstrijd wordt echter door de zogenaamde werkgeverszelf steeds opnieuw aangewakkerd. Ze staan in onderlinge concurrentie met elkaar en proberen de loonkost zo laag en de productiviteit zo hoog mogelijk te houden. Vakbonden worden daarbij vooral als een last ervaren.

De patronale ideologie moet beantwoord worden

Gedurende heel deze evolutie van het kapitalisme mogen de kerken dan wel leeg gelopen zijn, de kapitalisten doen al het mogelijke het daardoor ontstane ideologische vacuüm op te vullen. Zo wordt tegenwoordig veel minder een oude man met baard of een jonge man met lang haar aan een kruis aanbeden. De nieuwe god is de ondernemer die liefst zo weinig mogelijk in de weg gelegd wordt, zodat hij de economie kan aanzwengelen en wij er allemaal beter van worden.

De nieuwe rechtse regering ademt deze ideologie uit al haar poriën. Net zoals de katholieke leer zijn haar ideeën echter vooral gebaseerd op een blind en fanatiek geloof. De eerste liberale ondernemers waren wetenschappers en atheïsten. Gaandeweg moesten ze steeds meer beroep doen op irrationaliteit en geloof om hun eigen positie in de maatschappij te rechtvaardigen en bestendigen.

De arbeidersbeweging van haar kant gaat teveel mee met deze patronale logica. Het is natuurlijk positief dat in verhouding tot pakweg honderd jaar geleden veel meer mensen inzien dat geknield zitten prevelen voor een altaar in de echte wereld weinig opbrengt. Onderhandelen over kruimels met een patroon die zichzelf ziet als de redder van de maatschappij brengt echter evenmin veel zoden aan de dijk.

Allerhande vriendenvan de beweging adviseren de vakbonden zich her uit te vinden. Spijtig genoeg komt hun raad dikwijls neer op het vleugellam maken van de vakbonden omdat ze vertrekken vanuit de patronale dogmas die ook in zowat alle media dag in dag uit herhaald worden.

Marxisme herontdekken

Wie een ernstige studie maakt van de geschiedenis van de arbeidersbeweging kan enkel tot de vaststelling komen dat het niet de onderhandelingen over kommas en tienden van procenten zijn die tot de huidige welvaartsstaatgeleid hebben. De fundamenten daarvoor werden in de meeste Europese landen gelegd aan het einde van de tweede wereldoorlog. De massas ondervonden toen voor de tweede keer aan de den lijve de vernietigende kracht van het imperialisme en het buitenlands beleid van de machtigste kapitalistische naties. De populariteit van socialistische en communistische partijen en de dreiging van revolutie in sommige landen, zorgden ervoor dat de kapitalisten toegeeflijk werden en verregaande hervormingen doorvoerden. Dit was mogelijk onder druk van de massas en in een tijdperk dat de kapitalisten daar de nodige budgettaire ruimte voor hadden. Ze stonden aan de vooravond van de grootste periode van economische opgang die het systeem ooit gekend heeft.

Vandaag zijn de omstandigheden heel anders, er zijn meer gelijkenissen met de periode tussen de twee wereldoorlogen. De beurs keldert en de economische groei komt overal tot stilstand. Dit is echter geen natuurfenomeen maar een eigenschap eigen aan dit economisch bestel. De kapitalist is in deze omstandigheden niet meer in staat hoge winsten te maken en investeert niet meer. De huidige crisis is dus fundamenteel een staking van investeerders.

De nieuwe regering wil dit oplossen door de klok decennia terug te draaien. Dit is echter niet gebaseerd op wetenschap, maar op geloof. Geloof dat een klassenmaatschappij waar ondernemers op handen gedragen worden de enige weg vooruit is. Een blik over de grenzen van onze buurlanden Nederland en Duitsland toont aan dat niets minder waar is. Door het afschaffen van het minimumloon leeft reeds 22% van de werkende bevolking in Duitsland onder de armoedegrens.

Rechtse partijen zoals de N-VA herhalen steeds dat we nu moeten inleveren om onze welvaartsstaat te redden. Indien we hun recepten gevolgd hadden was er echter nooit sprake van een welvaartsstaat geweest, maar hadden we vandaag nog steeds 16 uur per dag voor een hongerloon gewerkt! Wie zijn geschiedenis niet kent en alles wat de media voorschotelen als objectief beschouwt, is een vogel voor de kat.

Er is opnieuw nood aan ideologie in de arbeidersbeweging. Het puur pragmatische moet baan ruimen voor een visie die de mechanismen die ontwikkeling gebracht hebben definiëren en die tegenover het blinde geloof van onze uitbuiters plaatsen. Het marxisme is daarvoor een uiterst bruikbaar instrument.