In België zijn de zomers tegenwoordig langer en zijn er meer hittegolven. Tussen 1952 en 2011 is de zomer wereldwijd met 17 dagen langer geworden. De sterfte onder ouderen in de zomer is in België in vijf jaar tijd met bijna 10 procent gestegen. De hittegolf van deze zomer heeft in Europa bijna drie keer zoveel mensen gedood als de vorige. 2024 was al het warmste jaar ooit gemeten in Europa, 2025 zal dat ongetwijfeld ook zijn, en zo gaat het maar door, het ene record na het andere wordt verbroken. En terwijl de zomer droger is, valt er in de winter meer regen, waardoor overstromingen vaker voorkomen en heviger zijn, zoals die van 2021, die 39 doden en 2,57 miljard euro aan schade veroorzaakten.
Opwarming van het klimaat
In een opwarmend klimaat worden steeds vaker temperatuurrecords gemeten. Nooit eerder in de geschiedenis van de mensheid zijn op deze locaties zulke waarden geregistreerd. We zijn ver verwijderd van het stabiele klimaat van vroeger, toen dergelijke records zeldzaam waren. Maar klimaatopwarming betekent niet alleen meer warmte, het betekent ook meer energie in de atmosfeer en dus meer variabiliteit. Daarom zijn er een recordaantal natuurrampen. De ontwikkeling van de temperatuurrecords in Europa is te zien in de grafiek.
De klimaattoekomst van België
Gezien de huidige ontwikkeling van het kapitalisme en de onmogelijkheid van een ecologische transitie is het vrijwel zeker dat hittegolven, overstromingen enz. de komende jaren en decennia alleen maar in aantal en intensiteit zullen toenemen. We moeten rekening houden met veel meer overstromingen, hittegolven, extra sterfte en economische kosten.
Wat doet de Belgische regering met deze constatering? Begin dit jaar, toen zij een bezuinigingsplan van 23 miljard euro aankondigde, besloot de regering de overheidssubsidies van 14 miljard euro voor fossiele brandstoffen te handhaven. In feite heeft geen enkele Belgische regering van de voorbije decennia deze subsidies verlaagd, de trend was zelfs een verhoging.
Aanpassing aan de crisis
Het plan van deze regering, en meer in het algemeen van alle regeringen, is duidelijk niet langer om de opwarming van de aarde tegen te gaan, maar om ermee te leren leven. De federale minister van Klimaat, Jean-Luc Crucke, spreekt over “het aanpassen van processen” door middel van “innovatie”, wat in het beste geval een kleine relatieve vermindering van de uitstoot betekent. En mocht hij dat menen dan lijkt er geen enkele subsidie van de Belgische regering voor deze zogenaamde aanpassing gepland te zijn. Hooguit is hij van plan om 500 miljoen euro te investeren in het kader van het Europese Sociale Klimaatfonds (SKF), gespreid over de periode 2026-2032. Dat staat totaal niet in verhouding met de 14 en 23 miljard voor fossiele brandstoffen en bezuinigingen.
De regering houdt vast aan haar koers omdat ze eigenlijk niet bekommerd is om ecologie en het redden van het milieu wanneer dat niet winstgevend is. Het enige wat telt is dat Belgische bazen veel winst kunnen maken ten koste van het sociale welzijn, het klimaat en de werknemers. In een kapitalistische wereld betekent leven met klimaatverandering dat de armen moeten betalen en sterven voor de crises.
De werknemers zullen opdraaien voor de kosten
Sommige delen van Zuid-Europa kennen steeds meer tropische temperaturen. In 2024 waren er 12 tropische nachten in Europa en Sicilië werd gedwongen om bepaalde landbouwproducten te veranderen. De kosten van de schade door klimaatverandering tussen 2021 en 2023 worden door het Europees Milieuagentschap geschat op 162 miljard euro. En meer dan 80 procent van deze kosten werd betaald met het geld van de werknemers.
De grote multinationale concerns, met name uit de westerse imperialistische landen, zijn de belangrijkste vervuilers, onder bescherming van de nationale staten en het financieel kapitaal. Hun vermogen om de klimaatcrises het hoofd te bieden is te danken aan de infrastructuur die zij hebben opgebouwd door lokale en buitenlandse werknemers uit te buiten. Deze volksklassen zijn historisch gezien niet verantwoordelijk voor de uitstoot, maar ondervinden wel rechtstreeks de gevolgen van de klimaatverandering. Zij zullen een tweede keer moeten betalen voor hun uitbuiting. In de wereld van de voortdurende economische strijd is het ieder voor zich: elk land of bondgenootschap zal de gevolgen van de klimaatcrisis moeten opvangen op basis van zijn infrastructuur en veerkracht. Degenen die het minst hebben, zijn de landen die door het imperialisme zijn geplunderd.
De stijging van de militaire budgetten van alle landen betekent ook een toename van de vervuiling op lange termijn. Zo wordt de CO2-voetafdruk van de oorlog in Oekraïne sinds het begin van het conflict geschat op 230 miljoen ton CO2-equivalent, volgens een studie die in februari 2025 werd gepubliceerd.
Een structureel probleem
In de ontwikkelde landen is de klimaatcrisis al een reactionair wapen in handen van de kapitalisten, die met alle middelen proberen de verantwoordelijkheid voor hun wandaden op de schouders van elke individuele werknemer te leggen. Zo kunnen ze een verdere toename van de uitbuiting rechtvaardigen. Door het creëren van nieuwe markten (koolstofhandel, klimaatverzekeringen, andere diensten die door de multinationals worden verkocht) neemt de winst nog toe.
Natuurlijke hulpbronnen moeten collectief worden beheerd, volgens ecologische en sociale criteria, en niet met het oog op winst. Marktmechanismen (zoals koolstofkredieten) maken de vervuiling winstgevend en vergroten deze uiteindelijk in plaats van deze daadwerkelijk te verminderen.
De klimaatcrisis werd veroorzaakt door de uitbuiting van mens en natuur, de vervuilers zullen deze crisis gebruiken om nog meer uitbuiting te rechtvaardigen. Het is de vicieuze cirkel van een voortdurende vlucht vooruit, die inherent is aan het kapitalisme. Zolang kapitalistische uitbuiting het organiserende principe blijft, is een ecologisch beleid onmogelijk en zal het klimaat blijvend de dupe zijn, met steeds meer doden en schade tot gevolg. Het is geen kwestie van intentie of moraal, maar van economische structuur. Concurrentie en winst zijn de fundamentele basis van het kapitalisme en worden opgelegd aan de actoren ervan, die van deze last zouden moeten worden bevrijd, door de komst van een socialistische samenleving, in handen van de arbeiders en met respect voor het milieu