Op zaterdag 25 februari kondigde President Gloria Macapagal Arroyo (GMA) de noodtoestand af. Volgens Kardinaal Gaudencio Rosales, de aartsbisschop van Manilla, terecht want: “Wat belangrijk is, is dat we voor Gods ogen vragen om eenheid.” President GMA bracht haar ‘Algemeen Bevel Nummer 5’ in werking, wat militair gezien dubbel rood alarm betekent. Het excuus voor dit bevel was de zogenaamde staatsgreep die tegen haar voorbereid werd.

Als gevolg van dit bevel zullen vreedzame samenkomsten, demonstraties en stakingen van arbeiders onderdrukt worden. Het zal het volledige land in een staat van nationale noodtoestand brengen. Zelfs een aantal burgerlijke kranten van de oppositie werden tijdelijk gesloten. Hetzelfde geldt voor scholen. In de regio rond de hoofdstad en vooral in het centrum van Manilla zelf, worden overal militaire troepen gesignaleerd. Het laatste nieuws luidt dat de sfeer helemaal niet gekalmeerd is en dat de dingen helemaal niet terug normaal verlopen. Wat wij ons moeten afvragen is waardoor de politieke situatie leidde tot dit kritieke punt.

De echte reden voor de noodtoestand

Te midden van geruchten over een dreigende staatsgreep, kwamen op vrijdag 24 februari duizenden arbeiders uit de progressieve vakbonden op straat in Manilla. Twee dagen voordien hadden duizenden reeds de hoofdstraat van de metropool ingenomen, de beruchte straat EDSA waarnaar al enkele revolutionaire opstanden zijn genoemd. De betogers wilden dat GMA aftreedt en plaatsmaakt voor een meer democratische regering. De politie blokkeerde echter hun optocht naar het Revolutionaire Monument EDSA. Ze arresteerden tientallen mensen en sloegen er honderden.

Velen zeggen dat dit soort demonstraties de – totnogtoe passieve – sympathie hebben van een bepaalde laag jonge officieren en heel wat soldaten. Dit werd bevestigd door het feit dat de regering een speciale ‘veiligheidsmaatregel’ moest instellen. Militaire kampen uit de hoofdstad moesten troepen barricaderen die de barakken wilden verlaten om deel te nemen aan de betogingen. Wat onderlijnd dient te worden is dat dit de vierde keer in de afgelopen maanden is, dat duizenden arbeiders op straat komen tegen het asociale en autoritaire beleid van de regering.

Op hetzelfde moment vond een protestactie van de marineofficieren plaats in Fort Bonifacio, met de voormalige burgerlijke president Cory Aquino aan kop van een paar duizend man. Een derde optocht werd georganiseerd door de maoïstische CPP (Communistische Partij van de Filippijnen). Ze scandeerden slogans, gelijkaardig aan die van Aquino’s burgerlijke lobby, waarin ze het aftreden van de president eisen. Het hoofd van de Scout Rangers, Generaal Danilo Lim, die met Aquino geassocieerd wordt, werd gearresteerd samen met andere hooggeplaatste officieren.

Op de avond van de twintigste verjaardag van de volksopstand, die dictator Ferdinand Marcos omverwierp (25/02/1986), bereikte de situatie haar kritieke punt. Het is interessant om aan te geven dat het exact twintig jaar geleden deze dictator was die hetzelfde ‘Algemeen Bevel Nummer 5’ uitriep in zijn poging om de massabeweging de kop in te drukken! Maar dictator Marcos kon het onstopbare niet stoppen, zijn regime werd uiteindelijk weggeveegd door miljoenen mensen op straat. Daarom kwam de recente poging van GMA om ditzelfde bevel uit te vaardigen nogal sinister over bij de werkende klasse van Manilla.

Er zijn echter belangrijke verschillen tussen hetgeen twintig jaar geleden gebeurde en wat er nu gebeurt. De verschillen in omvang zijn evident. Cory Aquino (die presidente werd onmiddellijk nadat de gehate dictator Marcos vetrok), is vandaag niet bij machte om de ontevredenheid van de massa te katalyseren. Ze komt niet over als de Cory Aquino van 1986. Dit is omdat ze ondertussen het land geregeerd heeft en met haar beleid heeft aangetoond dat ze niet ‘de president van de onderdrukten’ was en kan zijn. Ze toonde haar ware kleuren aan de massa. Ze diende de belangen van dezelfde rotte klasse die bediend werd door Marcos in het verleden. Ze gaf ook duidelijk aan dat ze een trouwe bondgenoot is van de VS en het kapitalisme, net als GMA vandaag.

Bourgeoisie hopeloos verdeeld

De algemene situatie van de burgerij in de Filippijnen is stilaan aan het verslechteren. In werkelijkheid geloven heel wat Filippijnse arbeiders niet meer in de burgerlijke democratie. Niet enkel omwille van de wijdverspreide corruptie, maar ook omdat ze weten dat de meerderheid van de parlementsleden uit dynastieke families komt. De rotheid van de huidige staatsinstellingen zal niet verdwijnen met een nieuwe president. Daarenboven beschuldigt de meerderheid van de arbeiders en armen en een deel van de burgerij de president ervan om electorale fraude te hebben gepleegd in 2004. Het was enkel via gesjoemel op grote schaal dat ze de presidentiele verkiezingen won. Dit alles draagt bij tot het erg slechte beeld dat de massa heeft van de rijke dynastieën die het land besturen.

De ‘Oakwood muiterij’‘Oakwood muiterij’, waaraan 300 soldaten deelnamen in juli 2003, onthulde ook dat een aanzienlijke graad van sociale onvrede zich verspreidt binnen het leger. Die zou zich wel eens kunnen verenigen met de arbeidersprotesten in de toekomst. Dit verklaart ook waarom sinds 1986, geen enkele regering heeft kunnen steunen op het leger om haar macht te behouden tijdens een serieuze massabeweging.

Als je kijkt naar de verblindende sociale tegenstellingen in het land begrijp je hoe dit komt. Hoe kan de Filippijnse burgerij de mensen tevreden en rustig houden als de tien procent rijksten een inkomen hebben dat dertig keer groter is dan dat van de tien procent armsten? Officiële cijfers stellen dat veertig procent van de bevolking onder de armoedegrens leeft. In rurale gebieden loopt dit zelfs op tot boven de vijftig procent.

De burgerij is verdeeld, zoals de pogingen van Cory Aquino om steun te verzamelen tonen. Geen enkele vleugel van de burgerij heeft echter genoeg steun van het volk om een stabiele burgerlijke regering te verzekeren. Noch diegene die nu regeert, noch de ‘oppositie’. De reden is voor de hand liggend: de sociale en economische omstandigheden van de arbeiders en de armen gaan er niet op vooruit, maar worden langzaam maar zeker slechter.

De recente arbeidersbetogingen tonen dat het vroeg of laat mogelijk wordt voor de onderdrukte meerderheid om voordeel te halen bij de scherpe verdeling die heerst binnen de heersende klasse. Vroeg of laat zal er een instrument, een katalysator, verschijnen. Waarschijnlijk als gevolg van een of andere dramatische gebeurtenis die het bewustzijn van de massa zal wakker schudden. In dit tijdperk van economische en politieke instabiliteit wereldwijd, zullen de Filippijnen geen uitzondering zijn. De verschrikkelijke levensomstandigheden, de geaccumuleerde tegenstellingen, dit alles zal exploderen zoals het reeds in vele landen deed.

Gloria Macapagal Arroyo, de president, wordt enorm bang bij het vooruitzicht om verdreven te worden van haar post. Dit zou immers betekenen dat ze serieus zal moeten boeten voor de manier waarop ze de verkiezingen ‘won’. Om haar positie te behouden en om de groeiende oppositie van de arbeiders en een deel van de burgerij tegen te houden, moet ze de macht concentreren in eigen handen op een bonapartistische manier [Zoals Bonaparte zichzelf dictatoriale macht toe-eigenen doordat de grote burgerij die afgeeft in ruil voor het neerdrukken van de linkerzijde, n.d.r.]. Dat is precies wat ze nu probeert te doen.

Hoe dan ook, zelfs een soort parlementair bonapartistisch regime zou zich niet kunnen rechthouden op langere termijn. De Filippijnse massa weet heel goed hoe ze presidenten en dictators moet verdrijven. Ze deden dit twintig jaar geleden toen ze de gehate Marcos omverwierpen. Ze deden het opnieuw vijf jaar geleden met de voormalige president Joseph Estradade voormalige president Joseph Estrada. Arroyo gaat eenzelfde lot tegemoet en de steun van de Amerikaanse ambassade (GMA heeft opnieuw Amerikaanse troepen het land binnengelaten), zal niet voldoende zijn om haar aan de macht te houden.

Indien GMA de presidentszetel verliest, door verkiezingen of door actie, zal de volgende burgerlijke president met dezelfde sociale problemen te kampen krijgen, of met ergere. In feite verslechtert de economische situatie met het verstrijken van de tijd. Wie het dus ook van Arroyo overneemt, deze persoon zal te maken krijgen met een nog onstabielere positie. Het zijn de wereldcrisis van het kapitalisme en de specifieke crisis van het Filippijnse kapitalisme, die dit bepalen. Momenteel groeit de Filippijnse economie met een jaarlijks gemiddelde van vier procent. Al de indicatoren tonen aan dat dit zal vertragen in de komende periode. In elk geval, ondanks de nationale groei, is er geen vooruitgang voor de werkende klasse en de armen. Er komen voortdurend fiscale crisissen en corruptieschandalen boven die de ware aard van de heersende klasse tonen.

Terwijl dit alles plaatsvindt, raakt het geduld van de massa en de sympathiserende soldaten op. Arroyo kan zich op speciale wetten beroepen in een poging de beweging tegen te houden, maar ze zal daar enkel mee bereiken dat de druk van onderuit groeit en uitbreekt op een nog grotere schaal.

Politieke onafhankelijkheid

De arbeidersbeweging met al haar verschillende organisaties, moet in de Filippijnen breken met de idee dat er een soort van liberale of progressieve burgerij is, met wie de arbeiders een alliantie kunnen aangaan. Een burgerij met wie ze echte vooruitgang in de levensomstandigheden en de werkomstandigheden van het volk kunnen brengen, bestaat niet. Het is de algemene crisis van het kapitalisme die zal bepalen hoe een burgerlijke president zich gedraagt. Ze kunnen veel beloven vanuit de oppositie, maar eens aan de macht zullen ze buigen voor de druk en de eisen van het kapitalisme.

De arbeidersbeweging moet enkel op haar eigen krachten vertrouwen en op haar eigen beleid. Ze moet een alliantie aangaan met de boeren, de stedelijke armen en lagere rangen van de middenklasse. Dit kan enkel door haar kracht te richten tegen de burgerlijke partijen en alle burgerlijke kandidaten. Als dit niet gebeurt, zal de arbeidersbeweging nogmaals meegesleurd worden in steun voor een nieuwe kandidaat uit het burgerlijke kamp, die op zijn/haar beurt nogmaals de massa zal teleurstellen. Het is hoog tijd om een arbeidersalternatief uit te bouwen!