Veel ‘schoon’ volk voor Bart De Wever in Namen. Vierhonderd Waalse patroons luisterden er aandachtig naar de nieuwste eregast van de Cercle de Wallonie. Zij hoorden hem pleiten voor een “dynamische economisch plan” dat de werkloosheidsuitkeringen beperkt in de tijd, dat de “overvloed van subsidies vervangt door een lineaire verlaging van de vennootschapsbelasting”, de loonkosten vermindert en de liberalisering doordrijft. De journalist van L’Echo, de Franstalige tegenhanger van de Tijd, vond het publiek nogal ‘ontvankelijk’ voor de voorstellen van de Vlaamse nationalist.

Een dergelijk beleid is niet mogelijk in een Belgische context, volgens de Vlaamse gast. Onmiddellijk sleurt De Wever weer het verhaal erbij van de twee democratieën en de twee gescheiden culturen. Het noorden wil de greep van de overheid op de economie losmaken, terwijl het zuiden de overheid een actievere rol ziet toebedeeld. De enen, beweert het N-VA-kopstuk, overwegen een soepelere arbeidsmarkt naar Duits model, de anderen klagen dat aan “als een sociaal bloedbad”. Deze economische hervormingen ziet hij dus niet te verwezenlijken op Belgisch niveau. Vandaar dat ze dan maar op Vlaams niveau moeten worden doorgevoerd.

Hierin heeft hij gelijk. Het politieke gewicht van de Parti Socialiste in Brussel en Wallonië en vooral de nog steeds federaal georganiseerde vakbonden vormen een hindernis voor de meest verregaande plannen van het patronaat. Met andere woorden, de kracht van de vakbonden en hun uitdrukking in de politieke krachtsverhoudingen moet aan banden worden gelegd om een dergelijk beleid mogelijk te maken.

Wat De Wever voorstelt als zijnde de Vlaamse politieke opinie is in werkelijkheid de stem van het Vlaamse patronaat. Zijn voorstellen van ‘economische hervormingen’ gaan immers regelrecht in tegen de belangen van de Vlaamse arbeiders of bedienden, net als deze aan de andere kant van de taalgrens. Het Duitse model dat hij aankleeft heeft natuurlijk niets met een of andere Vlaams-nationale mystiek te maken. Waar hij naar verwijst is het model van lage lonen. De universiteit van Essen berekende dat van 1996 tot 2006, de groep werknemers met lage lonen van 15 naar 22,2 procent steeg. In 2006 werkten bijna 2 miljoen mensen voor een loon dat beneden de 5 euro per uur lag. Zo is het Duitse kapitalisme erin geslaagd competitief te worden binnen de Europese Unie. Dit beleid van lage lonen is nota bene doorgevoerd in samenwerking met de vakbondstop.

In deze toespraak zien we kristalhelder hoe het Vlaams-nationaal splitsingsprogramma ten dienste staat van de sociaaleconomische prioriteiten van het patronaat.

Leerrijk was de reactie van de Waalse patronale toehoorders. Volgens de journalist van L’Echo waren de “patroons niet ongevoelig voor de verleidingsoperatie”. Zij hebben hem die avond minder als een nationalist en meer als een rechtse politicus leren kennen. Vooral het rechtse discours, gericht op de economische maatregelen die moeten worden genomen, is goed overgekomen.

Laten we even de patroons zelf aan het woord.

“Hij heeft toch gelijk op vele punten, bijvoorbeeld over de behoudsgezindheid van een maatschappij die niet wil tornen aan haar verworvenheden en die niet genoeg beweegt”, stelt Michèlle Gilot (ex-Glaverbel) vast.

“Hij heeft een project à la Sarkozy, hij durft hindernissen te nemen, hij durft praten over sancties tegen jonge delinquenten of over de verplichte integratie van de vreemdelingen”, somt Jean Pierre Van de Voorde (Temafield) op. “Wij hebben een dergelijke rechtse partij nodig langs Franstalige kant. Maar hij doet zijn Vlaamse belangen voor gaan op zijn ideologie. Spijtig genoeg is hij geen kandidaat in een nationale partij.”

Zou De Wever op zoveel begrip kunnen rekenen tijdens een vergadering van Waalse syndicalisten? Zouden zijn voorstellen aanslaan bij de actievoerders van de social-profit in Vlaanderen? Wij denken van niet. Een besluit legt zich op. Bart De Wever, de grote Vlaams-nationalist, staat in werkelijkheid veel dichter bij een Waalse patroon dan een Vlaamse werknemer.