Minister Vandenbroucke zette in DM van 4 april zijn bekende pleidooi voor een regionale opsplitsing van het arbeidsmarktbeleid en van het sociaal overleg nog eens dik in de verf. Daarbij negeert hij bewust de grondige argumenten die de vakbonden, en in de eerste plaats het ABVV, daar al een hele poos tegen in brengen.

Nochtans is er tijdens de voorbereiding van de verkiezingscampagne binnen de sp.a afgesproken om over dat soort koerswijzigingen een ernstige dialoog aan te gaan met de vakbonden, al was het maar om te vermijden dat een nieuwe clash onder socialisten zoals rond het dossier Generatiepact (en vergeet de open confrontatie over de Algemene Sociale Bijdrage op 1 mei 2005 niet!) de syndicaal geëngageerde partijbasis nog verder van de eigenzinnige partijtop vervreemdt.

Dat er tussen de gewesten statistische verschillen bestaan qua werkloosheid en demografische ontwikkeling kan wel waar zijn, maar dat komt voor een deel omdat men voor die statistieken precies die territoriale indeling heeft willen maken, onder druk van de regionaal-nationalistische partijen. Misschien zijn er wel grotere verschillen als je de steden Brussel, Antwerpen, Luik, Gent en Charleroi als één statistische populatie zou vergelijken met de rest van het land. Welke staatshervorming zou daar dan moeten uit voortvloeien? We lezen nu al regelmatig dat RVA en VDAB bijvoorbeeld in Antwerpen en Oostende eigen accenten legt bij het activeren van werklozen; ook in Waalse steden en in Brussel gebeurt dat. Dat schijnt inderdaad mensen aan het werk te helpen, dus de huidige lokale speelruimte is verdedigbaar - zoals er ook accentverschillen kunnen zijn naar gelang de aard van de doelgroepen – ouderen, jongeren, vrouwen, oost-europese allochtonen enz. Maar waarom is daar bovenop nog een sociaal-rechtelijke staatshervorming voor nodig? Dat is toch koren op de molen voor wie nog ander stukken van het sociaal beleid wil opsplitsen (in navolging van liberalen en cd&v’ers zullen sp.a-politici binnenkort met evenveel zwier en gemak beweren dat de pensioenen en de ziekteverzekering toch nauw verbonden zijn met het arbeidsmarktbeleid!)

UNIZO en VOKA zouden maar wat graag zien dat de wensen van Vandenbroucke werkelijkheid worden: eindelijk zouden ze dan hun dromen over een ingrijpende beleidsherziening rond werkloosheidsuitkeringen, flexibilisering van arbeidscontracten, het inkorten van opzegtermijnen, verdere verminderingen van sociale bijdragen, optrekken van de pensioenleeftijd, verplichte en goedkope tewerkstelling van ouderen en gehandicapten, gratis overuren, optrekken van arbeidsduur zonder looncompensatie – kortom, winstmaximalisatie door het verlagen van de arbeidskost – kilometers dichterbij zien komen. Want in Vlaanderen is de politieke wereld daar “rijp” voor. Zal een sp.a die Vandenbroucke in zijn rangen heeft die verdere aftakeling van het arbeidsweefsel en de werkzekerheid kunnen tegenhouden?

En stel dat in Vlaanderen, waar bijvoorbeeld de vergrijzing gemiddeld genomen sterker is dan in Brussel en Wallonië, de pensioenleeftijd wordt opgetrokken tot 67 jaar (in navolging van Duitsland) en het Generatiepact zo wordt “versterkt” dat niemand nog vóór zijn 62ste op brugpensioen mag gaan, terwijl Wallonië en Brussel ervoor kiezen om iets aan de jongerenwerkloosheid te doen door bijvoorbeeld een recht op brugpensioen vanaf 55 jaar in te voeren... Ik woon in Vlaanderen en mijn (tweetalige) werkgever is in Brussel gevestigd. Volstaat het dan dat ik naar Waver of naar Anderlecht verhuis om aan dat (KMO-)patronale Vlaanderen te ontsnappen?

Het is jammer dat een koppige einzelgänger als onze geleerde minister het weer nodig vindt om de werkende bevolking en de vakbonden tegen de haren in te strijken zo vlak voor de verkiezingen - en voor het feest van 1 mei. Hoopt hij dat de syndicale achterban daar deze keer niet te openlijk tegen in verzet komt, om de socialistische verkiezingskansen niet te zeer te hypothekeren?

Welnu, ik hoop vurig, samen met de andere partij- en ABVV-leden die actief zijn binnen de socialistische tendensbeweging SP.a Rood, dat onze vakbond wèl reageert. Ik eis dat de sp.a – mijn partij – respect opbrengt voor de ervaring, de know how en de toekomstvisie van mijn vakbond en met het ABVV gaat samenzitten alvorens cynisch-weg het volk te provoceren in een krantenartikel.

Tijdschrift Vonk

layout Vonk 322 page 001

Activiteiten

Onze boeken

Onze boeken