Herwig Jorissen, de voorzitter van de rode metaalvakbond in Vlaanderen, heeft het weer eens gepresteerd om het ABVV en zijn eigen basis in de tocht te zetten. Hij verklaarde in de pers:

"Koopkracht is een bezorgdheid van de werknemers, akkoord, maar het behoud van hun job is dat nog veel meer. Wie naar de industrie kijkt, weet dat er slechte tijden op komst zijn. Kijk maar naar wat er allemaal in de textiel gebeurt. Het heeft geen zin om door stakingen nog wat meer banen in gevaar te brengen. (...) We zijn absoluut niet van plan om die dag bedrijven te gaan platleggen." (De Standaard, 20/09/08)

Met andere woorden, ABVV Metaal doet niet mee aan de interprofessionele stakingsactie van 6 oktober. De militanten en delegees van de metaalvakbond moesten dit verbouwereerd via hun krant vernemen... Sommigen vroegen zich die dag - opnieuw - af of de ‘Metaal' nog wel bij het ABVV hoort. ABVV Metaal gaat zich, net zoals de christelijke en liberale vakbond in deze sector, beperken tot sensibiliseringsacties. Dit is het uitdelen van een pamflet, misschien een informatiesessie op de werkvloer en ook wel hier en daar een symbolische actie!

De argumentatie van Herwig Jorissen is tweevoudig:

1) de staking komt "te vroeg".

2) de staking is "slecht voor de bedrijven".

Och ja, er is nog wel een derde argument dat Herwig Jorissen niet openlijk in de discussie durft te gooien. Hij laat het wel circuleren in de militantenkernen. De staking van 6 oktober zou een "staking zijn van de bedienden" en van de BBTK! Zij zijn het die volgens de leiding van de Metaal wel hard roepen maar niemand op de been kunnen brengen en wiens stakingen nauwelijks gevolgd worden. Soms wordt ook wel de Algemene Centrale erbij gesleurd. Is dit een argument? Neen, eerder een slag onder de gordel. Wij hebben een vraagje voor kameraad Jorissen. Uit welke sectoren kwamen al die betogers (zo'n honderdduizend) in juni tijdens de Rode-Alarm-week? Juist! Uit bijna al de andere economische sectoren van het land. De groepen stakende metallo's uit de bedrijven in Vlaanderen die op de betoging waren deden dit tegen de richtlijnen van Herwig in! De bedrijven mochten toen ook niet plat gaan. Nochtans hadden de bedrijven nog de wind in de zeilen. Dit doet ons denken aan een refreintje uit Alice in Wonderland: "Dit is de regel: morgen is er confituur, gisteren was er confituur maar vandaag is er nooit confituur."

Herwig Jorissen kreeg natuurlijk luid applaus vanwege het VOKA. Het komt het patronaat goed uit dat iemand de interprofessionele solidariteit doorbreekt en van binnenuit de stakingsdynamiek probeert te ontzenuwen. Dit is gevaarlijk spel: verdeeldheid speelt in de kaart van de tegenstander. Denken we maar aan de interprofessionele acties tegen de regeringen Martens-Gol in de jaren '80, toen het ABVV er alleen voor stond en het ACV de regering door dik en dun bleef steunen, ondanks indexsprongen en zware besparingsrondes in de sociale zekerheid. De stakingen waren fel, de strijd was hevig maar de arbeidersbeweging verloor de krachtmeting. Verdeeldheid schaadt. Een ander voorbeeld: in 2003 doorbrak de Franse CFDT de algemene stakingsbeweging om opeens middenin de mobilisaties een akkoord te sluiten met de Franse regering en het patronaat in verband met het verlengen van de loopbaan tot 41,5 jaren. Intussen stelt de regering voor om de loopbaanlengte op te trekken tot 44 jaar... Om maar te zeggen: een nederlaag is een nederlaag waarop je moeilijk kan terugkomen. Het zelfvertrouwen en de overtuiging dat strijd loont krijgt een flinke deuk.

Vandaag staat er veel op het spel. De inzet is groot. De syndicale beweging lanceert een offensief ter behoud van de koopkracht, die in twee jaar verminderde met om en bij de 8 procent. Voor Herwig Jorissen is dit te vroeg? Moet er gewacht worden tot iedereen 15 procent verloren heeft?

Is staken een nutteloos wapen? Is overleg voldoende? Als staken schaadt, mogen we dan aan kameraad Jorissen vragen hoe er in het voorjaar 2007 quasi 200 cao's zijn afgesloten in de metaal ter consolidatie van de koopkracht? Toen werd er ook geschermd met het argument dat deze stakingen niet goed waren voor de bedrijven. Gelukkig hebben de arbeiders toen niet geluisterd naar de raad van Herwig. Misschien wil hij alle munitie opsparen tot de onderhandelingen rond een nieuw IPA in de maanden december en januari? Maar waarom dan niet een opwarmertje in oktober? Even allen samen "de tanden laten zien" is toch nuttig om het patronaat te overtuigen dat het menens is?

Blijft er het argument dat "staken slecht is voor de bedrijven, vooral in tijden van recessie". Dit is onjuist. In tijden van recessie kan het zelfs de patroon goed uitkomen dat er een staking is: hij hoeft de werkers niet te betalen op een moment dat er toch weinig of niet gewerkt moet worden. Daarom is een stakingsactie in dergelijke periodes enkel efficiënt wanneer het algemeen en interprofessioneel gehanteerd wordt. Aldus komt het gehele patronaat onder druk te staan om toegevingen te doen. In tijden van recessie wil het kapitaal haar verliezen afwentelen op de werkers via loondalingen en harder of langer werken. Aldus voelt het kapitaal de pijn van de crisis niet. Maar waarom moeten wij deze wél voelen, in onze gezinnen en in ons werkleven? Heeft Jorissen hierop een antwoord? Neen, en het VOKA evenmin.

In tijden van economische crisis wordt de klassenstrijd bitsig. De onmiddellijke en letterlijk broodnodige strijd voor de bescherming van het loon en van het sociaal loon (de sociale zekerheid) is onafwendbaar. Oftewel betalen wij de factuur van een failliet systeem oftewel betaalt het kapitaal zélf haar factuur. Want in deze tijden van crisis is overleven ook een issue voor het kapitaal. Welnu, laten we het kapitaal in haar doodstrijd helpen. "Euthanasie voor de renteniers" was de slagzin van J.M. Keynes - nochtans een gematigd econoom - kort na de beurscrisis van 1929. Vandaag, anno 2008, nu er miljarden speculatiefondsen in rook zijn opgegaan, is het misschien niet zo onnozel om hetzelfde te zeggen. Concreet betekent dit: laat het beurscasino vergaan in plaats van de verliezen te nationaliseren; neem de controle over van het productief kapitaal (industrie en diensten) en heroriënteer dit naar nuttige doeleinden. Om maar iets te zeggen...