Het langste sociale conflict in de Antwerpse geschiedenis is ten einde gekomen. Deze krachtmeting tussen een tweehonderdtal personeelsleden uit te bibliotheken en een star en arrogant College werd de inzet van georchestreerde leugen- en lastercampagnes in de plaatselijke en nationale pers. De federale minister van Arbeid zag hier ook de kans voor een experiment met sociale bemiddeling in de openbare diensten. Dat is faliekant afgelopen.

De vakbondsdelegees hebben de cohesie en de motivatie van het personeel kunnen aanzwengelen dankzij regelmatige algemene vergaderingen van beide vakbonden en van talrijke acties naar buiten uit. Op initiatief van de delegees lanceerden de vakbonden ook een eigen webstek een eigen webstek om de waarheid te vertellen over hun strijd. Ook dit bleek een zeldzaam gegeven in de sociale strijd in België. Elf maanden na de eerste acties gaf 58 procent van het personeel haar fiat aan een akkoord, het zogenaamde Gedichtendag-akkoord. Lin Van Rompaey, vakbondsafgevaardigde en een van de voortrekkers van dit lange conflict, stelt ons de verworven resultaten voor.

“Indien je het behaalde akkoord plaatst naast de centrale eis van onze staking, kan je niet zeggen dat het een goed akkoord is. Wij hebben gestreden voor het behoud van de overurentoeslag als een effectieve rem op de flexibiliteit van onze uurroosters. In het akkoord geven we dit op voor een avond per week. Positief is wel dat ieder die meer dan één keer per week late dienst heeft effectief een compensatie krijgt. In die zin is de verkregen afspraak een verbetering tegenover het Collegebesluit van begin april, dat voorzag in de ongebreidelde verschuiving van de uurroosters tussen 8u30 en 20u elke dag van de week. Hierdoor werd het mogelijk dat je verschillende dagen per week zonder de minste toeslag tot 20u zou moeten werken. Die aanval hebben we wel kunnen afslaan.”

“Voor dat Collegebesluit van begin april vorig jaar bestond er ook slechts een mondelinge toezegging dat een personeelslid maar één keer per week opgeroepen kon worden voor verschoven uren. Dit staat nu zwart op wit in het akkoord. Op die manier hebben we wel een rem verkregen op de flexibiliteit. Ook op zaterdag wordt de overurentoeslag behouden. Wat het weekendwerk betreft mag er maximaal één zaterdag op drie gewerkt worden en één zondag op negen. De afspraken in verband met de tewerkstelling zijn ook positief: het huidige personeelskader wordt niet afgebouwd.”

“Ook zullen collega’s die met pensioen gaan of die met loopbaanonderbreking de dienst verlaten allemaal vervangen worden. Ten slotte werd er ook verkregen dat het personeel op vrijwillige basis extra uren kan presteren in de voormiddagen die ze kan omzetten in vrijaf tijdens bijvoorbeeld schoolvakanties of op ogenblikken dat je dit in je privé-leven nodig hebt. Belangrijk bij dit alles is dat er een einde komt een onzekerheid over de werkuren die geldig zullen zijn voor alle personeelsleden, ook de nieuwe collega’s.”

Op de vraag of er niet meer uit de wacht kon gesleept worden, antwoordt Lin dat de acties uiteindelijk niet zoveel impact hebben.

“Op zichzelf was de druk van het soms solidaire, soms ontevreden publiek van de bibliotheken niet groot genoeg om het College tot meer toegevingen te dwingen. Onze positie is verschillend van die van de mannen van de vuilnisdiensten. Het effect van hun stakingen is onmiddellijk voelbaar voor de hele bevolking, terwijl wij op zijn hoogst 20 procent van bevolking treffen over een veel langere periode. Een andere optie was dat we verschillende weken aan één stuk elke dag zouden gestaakt hebben, maar dat bleek niet haalbaar te zijn. Het risico van snelle afbrokkeling is zeer groot in een dergelijke beweging. Wat onze voorkeur kreeg was natuurlijk de uitbreiding van onze beweging naar de andere stadsdiensten en het doen samenlopen van de verschillende eisenbundels.”

“Verschillende pogingen in die zin werden ondernomen. Begin dit jaar, op 26 januari, hebben we opnieuw de aanzet gezien van zo een oriëntatie. Toen is er actie gevoerd aan de Centrale Bibliotheek door de delegees van de verschillende stadsdiensten rond de eis van het personeelstekort en de besparingen. Maar deze optie kreeg te weinig steun. In de diensten en in de vakbond bleek het draagvlak voor deze uitbreiding te klein. Dit akkoord verkrijgen in de huidige omstandigheden betekent echter niet dat we onze eis van een vergoeding voor sociaalonvriendelijke uren niet meer juist vinden. We blijven dit een juiste eis vinden en zullen op een later tijdstip en in een breder front voor deze rechtvaardige eis proberen op te komen.”