Aan de vooravond van de Euro-manifestaties publiceren we het vervolg van ons gesprek met Stephen Bouquin, hoogleraar aan de Universiteit van Amiens (Frankrijk) en actief in ATTAC en de Euromarsen voor Werk.

Vonk: Kan je even de achtergrond schetsen van de nieuwe Europese Top van Laken?

SB: De top van Laken gaat van start twee weken voor het in omloop brengen van de euro. Sinds de aanslagen van 11 september is de recessie bespreekbaar geworden, voordien was ze reeds bezig maar men hoopte ze nog te kunnen bezweren. Het feit is dat de economische terugval zeer drastisch is: 200.000 ontslagen in de VS in de maand oktober, 450.000 sinds de maand juli! In Europa is het ook begonnen en wat doet de Europese Centrale Bank (ECB) enkele weken na de aanslagen: “Oké, stop met zagen, we verlagen de rentevoet (prijs van het geld) met een klein percentje en dan is het gedaan!” Sommigen hebben even gehoopt dat het stabiliteitspact [de Maastrichtnormen n.v.d.r.] in de ijskast zou gestoken worden, maar neen, deze natte keynesiaanse droom wordt geen werkelijkheid. Welnu, dit betekent dat de economische regering – want dat is de ECB – nog ultraliberaler is dan de Amerikaanse Fed.

Ik weet wel, het is een beetje onnozel te ‘steunen’ op het keynesiaans beleid van Busch jr., dat de industriële en consumentenvraag ondersteunt. Het is onnozel om een alternatief vast te koppelen aan dergelijk perspectief dat er geen is, want wat er ginds gebeurt, is verre van een sociaal toonbeeld. Maar we kunnen wel wijzen op de tegenstelling tussen een ultraliberaal economisch en fiscaal beleid enerzijds en de sociale beloften o.m. van deze regering en de socialistische ministers anderzijds. Wanneer men alle teugels viert op economisch vlak, wanneer men de begrotingstekorten verder verbiedt, en geen crisisbelasting int op het kapitaal, hoe kan er dan een sociaal beleid worden gevoerd dat niet een ambulancefunctie vervult maar preventief ingrijpt. Preventief ingrijpen betekent verhinderen dat een recessie op de kap van de werkende bevolking wordt overwonnen. De werkende bevolking heeft reeds het herstel van de winstvoet betaald met flexibiliteit, precarisering en dalende inkomens! Ik begrijp niet waarom er in naam van een ‘gezamenlijke strijd tegen de crisis’ een toegeving zou moeten worden gedaan.

Vonk: Wat staat er op het spel in Laken?

SB: Er staan twee zaken op de agenda: het Europees Handvest van sociale grondrechten en vooral de verklaring die ons moet leiden naar een Europese grondwet. Het uitschrijven van dergelijke verklaring is een soort proefrit om te kijken welke consensus er zal blijven bestaan om een politiek bestel uit te bouwen rond een minimaal sociaal model en een verdere liberalisering, met o.m. de uitbreiding naar de Oost-Europese landen. Het Europees politiek bestel groeit steeds meer naar het intergouvernementele waarbij het Europees parlement een symbolisch karakter behoudt. Wanneer er veel op het spel staat beslissen Duitsland, Frankrijk en Groot-Brittannië alleen zoals we hebben kunnen merken in Gent! [De Grote 3 van Europa organiseerden toen een onderonsje om hun militaire steun aan de VS te bespreken n.v.d.r.] Italië jammert en de Belgen staan voor schut: eindelijk vallen de ogen open zou ik zeggen. Gaat dit veranderen wanneer de EU 18, 20, 21 lidstaten zal tellen? Neen, en zeker niet met vele mouw- en armbewegingen van Verhofstadt.

Vonk: Welke invulling moet er volgens jou gegeven worden aan dat Europese Sociale Handvest?

SB: Wat het Europees sociaal handvest betreft moet er gestreefd worden naar een verklaring die niet onder doet ten aanzien van huidige verklaringen en grondwettelijke rechten: de universele verklaring van de rechten van de mensen, van de Europese conventie van mensenrechten. Bovendien mag er wel eens gekeken worden naar de minimale normen van de Internationale Arbeidsorganisatie.

Vonk: Wat kunnen we verwachten van de Belgische Regering?

SB: Wat de specifieke standpunten van het Belgisch voorzitterschap betreft op sociaal vlak, wil ik toch het volgende kwijt: de socialistische ministers Vandenbroucke en Onkelinx klampen zich met alle macht vast aan sociale bench marking (vergelijken), aan een institutionalisering van het sociaal corrigeren. Dit is de perfectie zelve van naïviteit! Hoe kan je nu verwachten dat enkel een methode zoden aan de dijk brengt. Het is niet omdat je een wegenkaart hebt dat je de ronde van Frankrijk uitfietst. Des te minder als je over een koersfiets zonder tandwielen beschikt.

Ik nodig elke lezer uit die eens 20 minuten wil spenderen aan hilarische lectuur om te surfen op de site van Frank Vandenbroucke (www.fvandenbroucke.fgov.be). Hij legt daar in het meest onbegrijpelijk academisch jargon uit hoe de “methode van open coördinatie” het Europees sociaal model zal redden. Je gaat best zitten als je de print-out leest want het is om achterover te vallen! De methode van open coördinatie betekent niet meer of niet minder dat er volgens een paar statistische criteria, die nog moeten uitgewerkt worden, 2 of 3 modellanden worden aangeduid inzake lage armoedegraad en kwaliteit van arbeid. Alle andere landen – op de wijze waarop zij het zelf willen wegens de heilige subsidiariteit – zouden het tot eenzelfde resultaat moeten brengen (elk woord telt hier: zouden-moeten).

Vonk: Waarom keur je die methode juist af?

SB: Dergelijke methode is een regressie ten aanzien van de Europese richtlijn die een wettelijk karakter heeft en dus willens nillens toegepast wordt. Er zijn een paar relatief goede Europese richtlijnen, o.m. inzake gezondheid en welzijn op het werk en zwangerschapsverlof. Een échte politiek van sociale hervormingen zou er in bestaan nieuwe richtlijnen te laten stemmen door een écht parlement. Maar ja, het Europees Parlement is er geen. Een écht hervormingsbeleid zou er in moeten bestaan de spelregels te wijzigen zodat het echt democratisch kan functioneren. Vandaag is er rond sociale kwesties unanimiteit nodig in de Europese ministerraad. Vergeet dus maar iets te doen met Berlusconi rond de tafel, of voordien met Major [de ex-premier van Groot-Brittannië n.v.d.r.].

Oké, maar dit weten we nu reeds 10 jaar en toch willen ze het niet uitvoeren en er naar handelen. Een hervormingsbeleid zou er in moeten bestaan een meerderheid beslissingen te laten nemen. Nu worden enkel beslissingen genomen ten voordele van de behoeften van de markt.. Een sociaal verdrag zou heel wat mobilisaties kunnen losmaken, zeker als een werkweek van 35u zonder loonverlies in heel Europa op 1-2 jaar tijd wordt voorzien, betere bescherming en een massaal banenplan, en daarnaast nog de zeer dringende harmonisatie naar boven van uitkeringen en lonen. Maar wat doen de topmensen van de socialistische partijen? Ze verkiezen een andere procedure, nl. de “open coördinatie” die makkelijker loopt, die de liberale weerstand omzeilt. Maar van zulke rit komen we kaal en geschoren terug. Tegenover de kracht van financiële markten, van de multinationals, van de holdings is er een échte tegenmacht noodzakelijk, van laag tot hoog, van de onderneming en de streek, de natie of de staat tot op internationaal, Europees vlak. Dat is de betekenis van politiek, iets anders dan ‘beheren’ en ‘management’. Zonder een dergelijke politiek zullen steeds meer mensen afhaken ten aanzien van politiek, zullen ze naar rechts draaien, zich wreken op zwakkeren, kinderen of migranten.

Vonk: Wat versta jij zelf onder zo’n tegenmacht?

SB: Een tegenmacht ligt vandaag niet in instellingen zoals het sociaal overleg. Die zijn het product van de vroegere krachtsverhoudingen. Dergelijke tegenmacht ligt in de reële beweging en háár instellingen. Ter linkerzijde heersen vandaag veel illusies omtrent de overheid en de EU, die zogezegd een baken kunnen zijn tegen het ‘ongebreideld Amerikaans kapitalisme’. De staat en de EU zijn echter geen remmen op de liberale pletwals, integendeel, het zijn de beslissingen van deze organen die de liberale contra reformatie uitvoeren. Tijd voor mobilisatie dus. Tijd om de zere tenen van sommigen niet meer te sparen. Tijd om je nek uit te steken in plaats van te wachten tot het overwaait. Want dat doet het niet, we zakken enkel dieper in een moeras van slechte compromissen, demoralisatie, verrechtsing en open nederlagen, zoals Sabena aantoont.