“Het gevolg van de sneldiensten (van de Lijn, nvdr.) werd in de Krokusvakantie al snel duidelijk: alle zitplaatsen op de bus zijn na een viertal haltes ingenomen. Als je weet dat er ongeveer 50 haltes zijn langs deze lijn, dan begrijp je dat, wanneer de bus aan halte 10 is, ook alle staanplaatsen al zijn ingenomen en reizigers opeengepakt staan als haringen in een ton.” Dit uittreksel komt uit een lezersbrief in De Morgen. Deze beschrijft de gevolgen van het afschaffen van de snelbussen op lijn 55 tussen Zelzate en Gent tijdens de schoolvakanties (3,5 maand per jaar!). De Lijn moet immers besparen, “want het is crisis”. Dergelijke bezuinigingsmaatregelen worden in zowat alle overheidsdiensten doorgevoerd. Dat De Lijn bijvoorbeeld elk jaar meer reizigers vervoert, doet niet ter zake. Er wordt zelfs geen naam gegeven aan de besparingsmaatregelen (globaal plan of generatiepact of zoiets) maar ze zijn er niet minder reëel om. Soms doet het zelfs degenen die het beleid moeten uitvoeren tilt slaan. De OCMW-voorzitster van Antwerpen, Monica De Coninck, gaat zelfs in staking! Ook de OCMW’s moeten immers 2,5 procent bezuinigen op hun begroting. Ze weigert de wettelijk voorziene opvang van de mensen die binnenkort worden geregulariseerd in de begroting in te schrijven. Dit doet ze “om de hogere overheid onder druk te zetten”. Tegelijkertijd wordt zwaar gesneden in de armoedebestrijding, onder andere door te knippen in de aanvullende steun voor het leefloon. Het armste en meest kwetsbare deel van de bevolking wordt zo ingezet als slachtvee in een oorlogje onder politici.

Pensioenen

Het belangrijkste centendebat is echter dat over de pensioenen. Reeds jaren wordt de bevolking door de rechterzijde bang gemaakt. De vergrijzing komt er aan! Zullen de pensioenen en de gezondheidszorg nog betaalbaar blijven? Het sp.a-bureau heeft daarover onlangs een standpunt naar buiten gebracht dat in de gewesten en de afdelingen moet worden besproken en geamendeerd, zoals het hoort. Vanaf september zouden de afdelingen amendementen kunnen indienen, om tot een besluit te komen op het congres in oktober.

In de media kwam dat echter nauwelijks aan bod. Alle aandacht ging naar het wederoptreden van Frank Vandenbroucke, die voor de Universiteit van Antwerpen een werkstuk afleverde over precies hetzelfde onderwerp. Prompt werd het schrijfsel van VDB de hemel in geprezen door de verzamelde pers én door de patroonsverenigingen.

Wij hebben het gelezen, zullen er ongetwijfeld nog een grondiger bespreking aan wijden, maar voelen ons toch al klaar voor een eerste oordeel. Dit is een mager beestje! Ondanks de vele tabellen, hocus-pocustermen uit het sociaal werk en dergelijke is het een vrij platvloers sociaal liberaal pamflet. Het is niet geschreven vanuit de bekommernis van wat de gepensioneerde nodig heeft, maar vanuit de bekommernis van de ‘staatsman’, die op een paternalistische manier eventueel wel wat steun wil toestoppen aan deze of gene groep. De voornaamste kritiek is zelfs heel gemakkelijk te geven: de bedrijven, de winsten, de toename van de productiviteit worden op geen enkel ogenblik in rekening gebracht om mee te betalen aan de financiering van de sociale zekerheid. Dat is waar reformisme toe leidt in crisistijden: werkende mensen laten opdraaien voor de verhoging van de staatsschuld en de miljarden die aan de banken werden gegeven. Hervormingen slaan om in sociale afbouw. En natuurlijk kom je dan op dreigementen als: besparingsronden die dubbel zo zwaar zullen zijn als die in de jaren ’80 en ’90, evenals langer werken natuurlijk. Applaus van alles wat rechts is in dit land verzekerd.

Notionele intrest

Nog over de centen heeft een andere sp.a’er waardevol werk geleverd. Door een parlementaire vraag kwam Dirk Van der Maelen te weten dat de bedrijven in het aanslagjaar 2008 4 miljard euro minder belastingen hebben betaald door de fameuze notionele intrest. Dat zijn cijfers om van te duizelen! Om maar eventjes te vergelijken: in 2030 berekent men de totale kost van de vergrijzing op 11,5 miljard euro. De huidige belastingscadeaus aan de (voornamelijk grote) bedrijven zijn daar meer dan een derde van. Meer nog: die 11,5 miljard moeten er slechts zijn in 2030; nu begint de meerkost van de vergrijzing slechts traag op te bouwen. Schaf de notionele intrest af en er is de volgende jaren zelfs een overschot om de komende vergrijzing voor te bereiden. Zo simpel kan het zijn! De sp.a zou best wat meer ruchtbaarheid mogen geven aan de bevindingen van Van der Maelen.

Andere vergelijking: de kost van de notionele intrest was eerst begroot op 500 miljoen per jaar, maar is in 2008 dus uitgedraaid op het achtvoud ervan. Een overheidsdienst zou het eens moeten proberen.

De Lijn

Laten we eens terugkeren naar ons begin: De Lijn heeft een budget van ongeveer een miljard euro. Stel dat ze in plaats van een besparing van meer dan 50 miljoen hun budget ‘slechts’ zouden verviervoudigen tot de 4 miljard van de notionele intrest. Het kot zou te klein zijn. Nu al schreeuwde Lijst De Decker (je weet wel, zij die graag ’s nachts 180 km per uur rijden op de autostrades) moord en brand omdat de begroting tussen 2007 en 2008 met 210 miljoen is gestegen.

Conclusie: als je iets wil doen aan de centenkwestie, als je de problemen van de toekomst wil voorbereiden, moet je afstappen van het dogma dat de loontrekkers daarvoor moeten opdraaien. Het beloven nog interessante discussies te worden in de sp.a-afdelingen in september. Zoals we hierboven schreven zijn er zeer uiteenlopende opinies in de partij. We zijn er van overtuigd dat bij een democratisch en tegensprekelijk debat het niet de stellingen van Vandenbroucke zijn die de meerderheid zullen halen. Heel wat beter dan een liquidatie achter gesloten deuren of via schimmige e-mails.