Het werd tijd dat een syndicale delegatie weer eens tegendraads begon te doen. Tegendraads? Ja, omdat de zevenhonderd arbeiders van het Mechelse connectorenbedrijf FCI met de kreet “Gedaan met sluiten!” hopen de nieuwe stroom van sluitingen en afdankingen te kunnen keren. Tegendraads, omdat ze zich niet willen beperken tot het onderhandelen van een gouden handdruk of een sociaal plan, maar het bedrijf willen openhouden. Tegendraads, omdat ze beseffen dat er een nationale en interprofessionele beweging op gang moet komen en dat in isolement de strijd voeren hen niet vooruitbrengt. Vandaar de oproep voor een nationale betoging op 7 september in Mechelen. Tegendraads, omdat deze oproep vanuit FCI regelrecht ingaat tegen de gevoerde ambulancierpolitiek van de nationale ABVV- en ACV-leiding wat betreft sluitingen.

De sluiting van FCI is kenmerkend voor de zware crisis die de ICT-sector (informatie- en communicatietechnologie) doormaakt. Laten we een kat een kat noemen: deze crisis is een klassieke overproductiecrisis van het kapitalisme. De ICT-sector is verzadigd en dit doet de winsten tuimelen. Op een kunstmatige manier (door vervalsing van de boekhouding) zoals bij Enron en WorldCom werd geprobeerd de illusie van hoge winsten te behouden toen al geweten was dat deze bedrijven onder zware verliezen gebukt gingen. Deze bedrijven leken wel de wetten van de zwaartekracht te tarten. Maar vroeg of laat dringt de werkelijk zich op en gaan deze reuzen ten gronde. Om de winsten te behouden of te herstellen wordt wereldwijd capaciteit afgebouwd (1). Alcatel werkte begin 2001 met 113.000 personeelsleden, eind 2001 slechts nog met 99.000. Als de lopende herstructureringen worden afgewerkt zijn het er nog 83.000. In België verloren bij Alcatel zeshonderd mensen hun baan. Dit jaar nog eens driehonderd. Hetzelfde verhaal kan verteld worden bij Erickson, Nortel, KPN enzovoort.

Naar aanleiding van de laatste golf van grote sluitingen in 1997 (Renault Vilvoorde, Forges de Clabecq) stemde het Belgische parlement een nieuwe wet die toepasbaar is bij sluitingen en collectieve ontslagen. Deze ‘wet Renault’ kwam er onder druk van de grote verontwaardiging bij de het gros van de bevolking over de sluitingen en de ten toon gespreide onmacht van de politici, de socialisten incluis. De ervaring van vele syndicale militanten met deze wet bevestigt wat wij er van bij het begin over hadden besloten. Ze verandert niets aan de sluiting. Het gaat om de opsomming van verplichte ‘goede manieren’ voor de baas bij de aankondiging en afhandeling van de sluitingsprocedure. Bovendien voert deze wet een nieuwe tijdspanne in die de vakbonden kunnen aanwenden voor de formulering van alternatieven. Sommige delegees weten dat die ‘tijdspanne’ ook wel wordt gebruikt om noodzakelijke acties uit te stellen of gewoonweg niet te voeren.

De wet Renault is dus geen geschikt instrument in een efficiënte strijd tegen sluitingen. Geen wonder dus dat syndicalisten aan het werken zijn aan een nieuwe wet TEGEN bedrijfssluitingen, gebaseerd op de ervaring van de strijd in het Gentse metaalbedrijf Carnoy (zie www.attac.org/belgie/wkgecodem/101-1.html). Het wetsvoorstel is zeker niet rond en wordt verder besproken, maar het bezit duidelijk positieve punten. Volgens ons zijn de belangrijkste punten in dit wetsvoorstel het vetorecht van de syndicale delegatie tegen een sluiting en de verplichting om tewerkstelling te behouden. Wij zouden hier zeker aan toevoegen dat zulke bedrijven moeten worden genationaliseerd, dat deze verder worden gerund onder democratische arbeiderscontrole en zelfbeheer.

Natuurlijk stemmen wij met de twee handen voor wetten die de vakbonden meer macht geven in het bedrijf tegenover de patroon. De belangrijkste wet die echter in de vakbonden moet worden gestemd en uitgevoerd, is dat geen enkel bedrijf meer alleen het gevecht moet aangaan tegen sluitingen en collectieve afdankingen. Hiervoor moeten we krachtsverhoudingen opbouwen op basis van informatie en mobilisatie naar het voorbeeld van de voorbereidingen die de delegees van de Forges de Clabecq hebben ondernomen voor hun Veelkleurige Mars voor Werk. Maar daarvoor is een nieuwe syndicale leiding nodig, verschillend van deze rond Mia De Vits en Luc Cortebeeck. Een leiding die een echt democratisch en strijdbaar syndicalisme ontwikkelt, geschraagd op een alternatieve maatschappijvisie die breekt met het kapitalisme.

(1) Er worden afdelingen verkocht om opnieuw over liquiditeiten te beschikken. Deze liquiditeiten zijn noodzakelijk om schulden te kunnen afbetalen, de exploitatieresultaten kunstmatig op te krikken zodat de beurskoersen niet in elkaar klappen. Als de beurskoersen in elkaar storten kan men het wel vergeten want indien dit laatste gebeurt zit de firma op een berg schulden middenin een diep dal qua inkomsten. Het gevolg is dat ook de schuldeisers zoals banken failliet kunnen gaan.

Tijdschrift Vonk

layout Vonk 322 page 001

Activiteiten

Onze boeken

Onze boeken