Hoewel de lonen binnen de grootdistributie maar pover zijn, strijkt de directie riante salarissen op. In Le Soir van zaterdag 23 april lazen we dat in 2004 bij Colruyt de negen leden van de raad van bestuur een gezamenlijk salaris kregen van 6,8 miljoen, dus een gemiddelde van 756.000 per directielid. Dat was een stijging van 63 procent tegenover 2003! Bij Delhaize ontvingen de acht leden van de raad van bestuur samen 8 miljoen euro, een gemiddelde van 1 miljoen dus. Ook dit is een stijging van 9 procent. Daarbij moeten we nog vermelden dat het hier enkel gaat over het salaris bij hun bedrijf, niet over allerlei andere vormen van inkomen uit beleggingen enzovoort.

Georges Seclef geeft ons wat meer uitleg over de winsten in de sector.

“In de bedrijven die op internationaal niveau zijn georganiseerd zijn de winsten heel groot. Je hebt daar een verschuiving van de winsten van het ene land naar het andere. Bovendien kunnen ze door hun grote aankopen op wereldniveau zo’n zware druk zetten op hun leveranciers dat hun winsten groot zijn. Maar met bedrijven die alleen op Belgisch niveau georganiseerd zijn, is dat niet zo. Daar bovenop kan je de distributie verdelen in twee sectoren: de voeding en de niet-voeding. In de voeding zijn de winstmarges niet zo hoog, zij halen grote winsten door een grote omzet. Neem bijvoorbeeld Colruyt, daar halen ze 1 à 1,2 frank winst per 100 frank omzet. Bij kleinere bedrijven is dat zelfs maar 0,6 of 0,8 frank. Die zijn dus heel kwetsbaar. Maar omdat er veel in wereldconcerns of Europese concerns zitten halen ze uiteindelijk nog heel hoge winsten. Maar de non-food-bedrijven zoals H&M, Macro of Decathlon maken enorme winsten omdat die winstmarge niet 1 of 2 procent is maar 30 of 35 procent.

“Elke keer als wij onderhandelen gaat het blijkbaar juist economisch slechter. Op momenten van opleving zijn alle sectorakkoorden afgesloten. Wij kunnen tussentijds wanneer het beter gaat niet vragen om een groter deel van de koek. Want dan verwijst het patronaat naar het akkoord. Op het moment dat we onderhandelen gaat het dan altijd slechter. Je zou beginnen denken dat dit gestuurd wordt.

“Maar als we het op de lange termijn beschouwen, dan zien we dat er winsten worden gemaakt en wij willen daar een gedeelte van hebben. We blijven erbij dat hetgeen we vragen realistisch is. Ik weet ook dat de grote bedrijven heel makkelijk die 24 euro kunnen betalen en zelfs meer. Degene die niet behoren tot die wereldconcerns hebben het moeilijker. Maar wij willen niet de dualiteit op de spits drijven die nu al bestaat. Er zijn bedrijven die nu al allerlei sociale voordelen op bedrijfsvlak betalen en die kunnen die 24 euro makkelijk betalen. Er zijn andere bedrijven waar ze de 24 euro kunnen betalen en dat is het. We willen daar echter geen scheiding in toelaten. We willen niet onderhandelen alleen voor de sterken en de rest achterlaten. Want dan krijg je het Cockerill-Sambre-effect. Daar stegen de lonen maar in de omringende landen volgde de metaal die evolutie niet en Cockerill Sambre is er onderdoor gegaan. Daarom sleuren wij iedereen mee in het sop, iets wat we al verschillende CAO’s lang doen.

“Vroeger was het onderhandelen bij de groten en dan proberen wat kruimels te bemachtigen voor de kleintjes. Waar blijf je dan met je solidariteit? Sommige delegees zeggen dat er bij hen veel meer is uit te halen en dat ze niet geremd willen worden. Maar degenen die zwakker staan moeten ook in de voordelen kunnen delen. Anders wordt de loonspanning tussen de bedrijven zo groot dat ze zich tegen ons begint te keren. Vandaag is er dikwijls tussen de grote en de kleine bedrijven een loonverschil van 25 à 30 procent. Bijvoorbeeld bij Brico verdienen ze voor vergelijkbare jobs 30 procent meer dan bij Gamma omdat we bij Brico syndicaal heel sterk staan en bij Gamma nergens staan.”

Bij de krachtmeting in de Voeding wilde de leiding van de christelijke vakbond ACV niet mee staken, hoewel de basis vaak meedeed met het ABVV. Hoe zijn de relaties met de christelijke LBC in de Handel? “BBTK is in de Handel de grootste organisatie, wij zijn in de meerderheid. Dat is een van de uitzonderingen. Wij vertegenwoordigen los van de sociale verkiezingen meer dan 50 procent van het personeel. In sommige bedrijven, en dan vooral van de hele grote, vertegenwoordigen wij 60 tot 70 procent van het personeel. Dat zet ons in een sterke syndicale positie. Is het om opportunistische redenen dat het LBC volgt? Ik denk dat niet. Het LBC en de CNE [de Franstalige tegenhanger van LBC] zijn progressieve centrales in het ACV en die staan met ons op één lijn om samen de strijd aan te gaan. Het gemeenschappelijk vakbondsfront is duidelijk aanwezig.”

Het ongenoegen bij de basis

Op de vraag welk effect de betoging van 21 december in Brussel heeft op de krachtmeting vandaag, antwoordt Georges genuanceerd. “De betoging van 21 december was een bliksemafleider. Als vakbonden moeten wij ook de media bespelen. Na maanden van harde taal van het patronaat moesten we ons ook hard uiten. Niet alleen door krantjes en in de media maar ook op straat. Dat blijft ons wapen. Wij moeten via de straat de media halen.

“Ik laat in het midden of dit invloed heeft gehad op het resultaat van de onderhandelingen. Maar om op een korte tijdspanne van twee weken erin slagen 50.000 mensen op de been te krijgen, dat hadden ze zelfs binnen onze rangen niet verwacht. Ze waren al blij geweest met 30.000. Noch het ACV noch het ABVV heeft sterk gemobiliseerd, maar achteraf waren ze natuurlijk blij met die 50.000.

“Het IPA wordt bepaald door de nationale secretarissen, al dan niet gekoppeld aan een briefing en bijeenkomst van de secretarissen. Maar ik wil de centrales tellen waar zelfs maar de militanten, laat staan het lid, betrokken zijn. Niet bij ons en ik denk bij geen enkele vakbond. Het IPA is een heel moeilijke materie. Als ik dat uitleg aan onze leden dan zeggen die 'het IPA, welk beest is dat?'. Wij moeten op dat ogenblik een beslissing nemen als vertegenwoordigers van de mensen. Het IPA is het resultaat van een consensus, die echter niet gedragen is door de basis. Er was een consensus tussen het ABVV, het ACV, het patronaat en de regering. Ze hebben geprobeerd om een consensus te bereiken want anders was er misschien niets geweest. Misschien had de regering dan een aantal volmachten opgelegd. Ik kan mij voorstellen dat dit een van de dilemma’s was van onze nationale onderhandelaars. Liever geen volmachten en zelf proberen een akkoord te bereiken. Ze wisten dat de bediendecentrales tegen zouden zijn. Zowel het LBC – en de cijfers zijn daar nog door het ACV naar beneden gemanipuleerd want er waren daar veel meer tegen – als de BBTK, waar het IPA heel uitgesproken is verworpen. Maar ze dachten dat bij ABVV en ACV de arbeiderscentrales in de lijn zouden lopen.

“Het IPA is voor de leden een ver-van-hun-bed-show. Maar op het moment dat er onderhandeld moet worden in de sector of op bedrijfsvlak, dan interesseren de leden zich ineens wel want dat is dichtbij en meer concreet. Daar zien we nu het resultaat van, ze hebben het niet gepikt. Het IPA interesseert de leden niet echt, maar wel wat ze in hun portemonnee hebben. Die 10 euro is niet te verkopen aan de leden, die verklaren je voor zot. De manier waarop je het uitlegt, bepaalt mee de reactie van het volk. En ik schrik niet van die reactie.”

Tot slot geeft Georges ons nog een belangrijke boodschap mee. “Het stakingswapen is een van de prachtigste wapens die wij bezitten. Het is vrij uniek op wereldvlak dat het stakingsrecht ook ingebakken is in onze grondwet. En we mogen dat nooit kwijtspelen. Voor mij mag er onderhandeld worden aan tafel. Maar als het genoeg is, dan is het genoeg. Dan wil ik graag onze rol vervullen. Hopelijk kunnen we die volgende week vervullen: dat we alles sluiten.”

Misschien zullen de vakbonden het stakingswapen deze keer niet gebruiken. Er ligt vandaag een ontwerp van akkoord voor. Vorig jaar was de dreiging van te staken al genoeg om te winnen zonder slag of stootwinnen zonder slag of stoot. Het is duidelijk dat ook vandaag de bazen ineens de schrik om het hart kregen toen ze zagen dat het de bedienden menens is. Ze gaven al op verschillende eisen toe. Natuurlijk valt er nog meer uit de kan te halen. Benieuwd hoe de vakbondsbasis vandaag reageert.

Lees ook het interview met enkele delegeeshet interview met enkele delegees.

Tijdschrift Vonk

layout Vonk 322 page 001

Activiteiten

Onze boeken

Onze boeken