De aanhoudende protestbeweging in de non-profit is er samen met het boek van Dirk Van Duppen, ‘De Cholesteroloorlog’, in geslaagd de schijnwerpers te richten op een linkse kritiek op de financiering van de gezondheidszorg. Tot nu toe werden de problemen met het geld van ons gezondheidsstelsel steeds voorgesteld als een kwestie van oneigenlijke financiële stromen van Vlaanderen naar Wallonië. Het boek van Dirk van Duppen, actief in Geneeskunde voor het Volk, legt uit waarom de geneesmiddelen zo duur zijn en plaatst de verantwoordelijkheid hiervoor bij de farmaceutische industrie, die zich schandalig verrijkt door de sociale zekerheid leeg te pompen. Dirk van Duppen komt tot het besluit dat de manier waarop er in Nieuw Zeeland omgegaan wordt met de terugbetaling van geneesmiddelen door de sociale zekerheid best in België wordt ingevoerd. Dit werd dan door de media bestempeld als het ‘Kiwimodel’ (Nieuw Zeeland is het land bij uitstek van de productie van deze exotische vrucht).

Hoe pakken ze het in Nieuw Zeeland aan? Opdat een nieuw geneesmiddel kan worden terugbetaald moet een onafhankelijke, objectieve en wetenschappelijke studie bewijzen dat het chemische goedje beter is dan wat er nu al op de markt verkocht wordt. Door een stelsel van openbare aanbestedingen zorgt de sociale zekerheid in Nieuw Zeeland er dan voor dat het beste en goedkoopste geneesmiddel terugbetaald wordt. De prijs van de geneesmiddelen is dankzij deze aanpak met 50 tot 90 procent gedaald.

Toegepast op het Belgische gezondheidssysteem zou dit het kostenplaatje aan terugbetalingen met anderhalf miljard euro per jaar verminderen. Tot nu toe worden veel te dure geneesmiddelen, waarvan het nut niet wetenschappelijk is bewezen, ook terugbetaald. De vakbonden van de non-profit stellen dat hiermee voldoende geld wordt vrijgemaakt om twee keer hun volledige eisenbundel te betalen. Ter herinnering, de mensen uit de non-profit eisen onder andere 25.000 bijkomende arbeidsplaatsen. Geen toeval dus dat de LBC, de christelijke vakbond in deze sector, het initiatief heeft genomen voor een petitie voor goedkopere geneesmiddelen dankzij de toepassing van het Kiwimodel.

De socialistische minister van Sociale Zekerheid, Rudy Demotte, zou deze aanpak genegen zijn. Hij wil het als eerste toepassen op de terugbetaling van de ‘pil’, waarvan de prijs door slimme trucjes van de farmaceutische industrie gaat stijgen. Het Kiwimodel werd ook op zijn initiatief net voor Kerstmis op de ministerraad besproken.

Gezondheid van de patiënt of gezondheid van de winsten voor de pillenindustrie?

De discussie over het Kiwimodel heeft verschillende voordelen. Eerst en vooral omdat het de verklaring van de grote put in de gezondheidssector niet gaat zoeken bij de ‘geldverslindende Walen’ maar bij de plundering door de farmaceutische industrie. De andere boodschap is dat we niet passief en onmachtig hoeven te zijn tegenover de multinationals van geneesmiddelen.

Het Kiwimodel blijkt echter blind en onmachtig voor een fundamenteel fout mechanisme – een kapitalistisch mechanisme – in de gezondheidssector in België, met name de prestatiegeneeskunde. Hieronder verstaan we een stelsel waarbij geneesheren, chirurgen, andere specialisten en radiologen betaald worden naar gelang het aantal en het soort medische en technische prestaties. Deze beroepen krijgen geen loon of wedde maar hun inkomen hangt net zoals bij advocaten en andere vrije beroepen af van wat ze voorschrijven. Hoe meer ze ‘doen’ en voorschrijven, hoe meer inkomsten ze derven.

Dit leidt tot wat voorgesteld wordt als overconsumptie. Dankzij de gedeeltelijke of volledige terugbetalingen voelt de patiënt dit niet altijd rechtstreeks in zijn portemonnee. De sociale zekerheid, zijnde het gesocialiseerde loon van arbeiders en bedienden, echter wel. Ook de ziekenhuizen worden hiermee gefinancierd. Het was dan ook geen verrassing dat onlangs uit een geschreven richtlijn van een Mechels ziekenhuis aan het licht kwam dat dokters worden aangespoord hun voorschrijfgedrag zodanig aan te passen dat de inkomsten van de instelling zouden kunnen verhogen.

Dokters en specialisten staan ook onder permanente druk en verleiding van de farmaceutische industrie en de laboratoria van klinische biologie (o.a. bloed- en urineanalyses) door het toekennen van allerlei voordelen ‘in natura’ zoals computers, etentjes, snoepreisjes, uitnodigingen op ‘all in’ internationale seminaries enzovoort. Ziekenhuizen worden bijna letterlijk dag in dag uit onder de voet gelopen door ‘vertegenwoordigers’ van deze industrieën die de voordelen van hun nieuwste goedje komen aanprijzen met behulp van overtuigende argumenten. Zo worden dokters medeplichtig aan de plundering van de kas van de sociale zekerheid.

Eigenlijk zitten we in een nogal pervers stelsel waar de privé-sector van geneesmiddelenproductie, laboratoria, medische apparatuur zich verrijkt op de openbare sector van de sociale zekerheid. Ook het feit dat openbare ziekenhuizen bestaan naast privé-ziekenhuizen, waar dokter en specialisten betaald worden volgens prestaties, versterkt de financiële problemen. Opeenvolgende ministers van Sociale Zekerheid hebben dit proberen op te vangen door nepmaatregelen of door middel van zeer beperkte ingrepen. Het pleidooi om meer ‘generische’ of ‘witte’ geneesmiddelen voor te schrijven behoort tot het arsenaal van de betere maatregelen. Maar allemaal grijpen ze naast de essentie, en dat is het voortbestaan van kapitalistische marktmechanismen in de sector. Deze opmerking geldt ook voor het Kiwimodel.

België is bovendien nagenoeg het enige land in Europa waar je als patiënt kan ‘shoppen’ van dokter naar dokter, waardoor dokters ook van die kant in een vrije-markt-situatie terechtkomen: als je dokter niet voorschrijft wat jij wil (al dan niet misleid door reclame), dan ga je gewoon naar een andere. Dit zet de dokters ook aan de patiëntenkant onder druk. Dit kan gedeeltelijk worden opgelost door een medisch dossier per patiënt.

Uiteindelijk is er echter slechts één middel om de marktmechanismen uit de gezondheidssector te weren: een nationaal openbaar gezondheidsstelsel waar dokters en anderen allemaal verloond worden, en dit ongeacht hun aantal 'klanten' of voorschrijfgedrag. Zo’n openbare gezondheidszorg moet democratisch beheerd worden door alle personeelsleden en patiënten. In dit stelsel is er geen plaats voor privé-ziekenhuizen. Om volledig te zijn moeten ook de farmaceutische en verwante industrieën genationaliseerd worden onder arbeiderscontrole en zelfbeheer. Zo kunnen ze opgaan in een algemeen plan voor de verbetering van de volksgezondheid. Dat is de enige manier waarop de gezondheid van de patiënten voorrang krijgt en niet meer de gezondheid van de winsten van de pillenindustrie. Is dit niet de beste invulling van de sterke eis ‘geen commercie in de gezondheid’?

Tijdschrift Vonk

layout Vonk 322 page 001

Activiteiten

Onze boeken

Onze boeken