De liberale en reactionaire tegenhervorming gaat verder. Sinds meer dan vijftien jaar zijn de hervormingen van richting veranderd. De huidige hervormingen van neoliberale oorsprong vallen de naoorlogse sociale verworvenheden aan.

Het gaat niet enkel meer over rechtstreeks sociale en economische zaken (herverdeling van de rijkdom ten voordele van het kapitaal, de flexibiliteit of de aanvallen op de sociale zekerheid). Nee, ze zijn eveneens politiek en op autoritaire leest geschoeid. Artikel 324/342 die de strafwet hervormt, vormt hier slechts een onderdeel van. Deze tendens naar een groeiend autoritair optreden doet meer en meer de democratische ruimte van de tegenmachten en hun mogelijke invloed op het beleid op alle niveaus verschrompelen. Dit proces gaat van de centralistische werkwijze van de Parti Socialiste of beide grote vakbonden, ABVV en ACV tot de ondemocratische aard van de Europese Unie. Het volgende voorbeeld is veel minder bekend.

De hervorming van de Arbeidsauditoraten zoals voorzien in het Octopusakkoord

Tussendoor willen we ter attentie van onze Agalev- en Ecolo-lezers schrijven dat deze partijen deze hervorming van het rechtstelsel niet hebben gestemd maar dat de integrale toepassing van Octopus toch wel in het regeerakkoord staat. Onze aandacht voor de hervorming van de arbeidsauditoraten is niet enkel ingegeven ter illustratie van de autoritaire tendensen van het hedendaagse kapitalisme, noch om onze groene vrienden te herinneren aan wat er vandaag in hun maag gesplitst wordt. Nee, onze bedoeling is de vakbondsmensen wakker te schudden rond het belang van deze hervorming.

Waarom?

De hervorming van de arbeidsauditoraten voorzien in het Octopusakkoord, zal deze rechtbanken opnemen in de parketten die op districtsvlak worden gevormd. Deze integratie heeft de bedoeling de efficiëntie van de werking te verhogen en beweert ook zo te beantwoorden aan de verwachtingen van de bevolking na de Dutroux zaak. Hierop antwoordt een nieuwe Werkgroep Universiteit-Magistratuur (met o.a. Maxime Stroobant, M. Rigaux en O. Vanachter) dat de specialisering van de rechters een waarborg is voor een goede werking, wat minder en minder het geval zal zijn bij de uitvoering van deze hervorming. In dit vooruitzicht zullen rechters van de ene rechtbank naar de andere lopen. Aan deze interne kritiek eigen aan het juridische milieu willen we een meer grondige en politieke kritiek toevoegen. De hervorming van de rechtbanken stelt de eigenheid van de arbeidsrechtbanken in vraag. In deze kamer worden de organisaties van de slachtoffers vertegenwoordigd door sociale rechters aangeduid door de vakorganisaties.

Oorsprong van het sociaal recht

Om de draagwijdte te vatten van deze hervorming, willen we kort terugblikken op de oorsprong van het sociaal recht. Van bij het begin is het sociaal recht het product van de arbeidstrijd. M. Alaluf, professor aan de ULB, stelde op een solidariteitsvergadering met Miguel Rubio en Raf Verbeke het volgende: "De onderwerping van de arbeidsverhouding aan het principe van de wettelijkheid is niet zonder conflict gebeurd. In zekere zin kan het begrepen worden als een 'sociale verworvenheid'. Het in wetten gieten van de arbeidsverhoudingen is het resultaat van de opstand van de feiten tegen de onwetendheid in dewelke het burgerlijk recht hen hield."

De regelgeving voor de arbeidstijd en zelfs het arbeidscontract hebben de arbeidsverhoudingen aangepast. Zo werden er beperkingen doorgevoerd op de oeverloze uitbuiting.

"Het sociaal recht beantwoordt aan een heel verschillende logica dan het burgerlijk recht: in tegenstelling tot het begrip verantwoordelijkheid dat hierin centraal staat wordt het risico begrip gehanteerd. De sociale zekerheid werd opgebouwd rond het risico begrip, omdat de arbeider niet als verantwoordelijk kan beschouwd worden voor een arbeidsongeval, een ziekte, ouderdom of werkloosheid die hem de mogelijkheid ontnemen voor zijn overleven in te staan."

In sommige gevallen wanneer dit risico kan geïdentificeerd worden, is het herstel van de opgelopen schade volledig ten laste van de werkgever (arbeidsongeval), maar in de meeste andere gevallen wordt het gedragen door de maatschappij. Het sociale recht is dus geen individueel recht waar iedereen los van elkaar in beschouwing wordt genomen maar als deel van een groep, categorie of sociale klasse. Het is ook een ongelijkheidsrecht in de mate dat het de ongelijkheid van de maatschappij in overweging neemt om die te compenseren(de sociale risico's zijn niet gelijk voor iedereen). Het burgerlijk recht is blind voor dit aspect. De arbeidsauditoraten weerspiegelen van bij hun ontstaan de grondslagen van het sociaal recht. De betrokkenheid van de slachtoffers aan de werking van deze rechtbanken is ontegensprekelijk een belangrijke verworvenheid.

Sociale wetgeving en klassenstrijd

Door deze betrokkenheid, via de sociale rechters staat het sociaalrecht meer open voor maatschappelijke veranderingen. Als beschermend recht, zou het sociaal recht de arbeidsrechtbanken moeten aanzetten tot het herstellen van de evenwichten die door de sociaal-economische realiteit zijn verwrongen. We schrijven "zou", omdat het blinde formalisme voor de sociale wanhoop wel degelijk aanwezig is op de arbeidsrechtbanken. Dat is waarschijnlijk de reden waarom de Octopus hervorming zo weinig syndicalisten beweegt. Maar dit zijn slechte redenen, want indien de arbeidsrechtbanken niet veel getuigen van veel progressieve visies is het toch een afwijking van de oorspronkelijke richting. Natuurlijk zijn de wetten kapitalistisch in een kapitalistische stelsel. Maar 150 jaar klassenstrijd heeft belangrijke bressen weten de slaan. De verschillen tussen de Europese landen met betrekking tot het recht op ontslag van werkers en vakbondsvertegenwoordigers, is hier een mooi bewijs van.

Tegenhervorming

Na de "Witte beweging", stond de hervorming van het gerecht centraal. Het Octopusakkoord voorziet de invoeging in de institutionele eenheid van het parket die de autonomie van de arbeidsaudotiraten volledig zal doen verdwijnen. Zo wordt de eigenheid van het sociaal recht ontkend. Gerechtelijke uitspraken zoals deze in eerste aanleg in de zaak van Miguel Rubio zouden niet alleen een uitzondering zijn maar gewoon onmogelijk worden. De vakbeweging zou met al haar kracht deze zaak moeten opnemen in plaats van zich gerust te stellen met de belofte dat hun eigen sociale rechters (die 3000 BEF per zitting innen) zullen kunnen verder blijven zetelen.

Het is dus hoog tijd om tussen te komen in dit debat. De regering heeft haar plannen op dit vlak nog niet volledig afgewerkt. De regering denkt na over de fusie van de Handelsrechtbank en de Arbeids- rechtbank in zogenaamde sociaal-economische kamers). Dit zou nog erger zijn want de sociale rechten worden dan onderworpen aan de " gezondheid van de onderneming", de rechten van de aandeelhouders enzovoort. Op die manier worden de sociale vraagstukken nog meer onderhevig aan de economische verhoudingen en blijft er binnen enkele jaren niets over van het sociaal recht. De grotere werkonzekerheid, de terugkeer van 19de eeuwse vormen van overuitbuiting, de workfare (verplichte arbeid voor werklozen), de almacht van bazen bij bedrijfsherstructureringen enzovoort bewijzen het nut van het sociaal recht als steunpunt voor de weerstand en de strijd van vandaag en morgen.