Voor wie doorheen de propaganda van SP.a probeert te kijken en het verkiezingsprogramma van SP.a bestudeert, wordt dat meteen duidelijk. Voor wie dat nog niet gedaan heeft, zetten wij enkele zaken op een rijtje.

SP.a vertelt ons in haar programma dat de politiek over de mensen gaat. Vervolgens krijgen we 12 doelstellingen voorgeschoteld : zinvol werk, goede gezondheid, veiligheid in het verkeer, vlot en betaalbaar vervoer, een gezond en proper milieu, een goede en betaalbare woning, een degelijke en betaalbare opleiding, persoonlijke veiligheid, aandacht voor kinderen, een fijne oude dag, een fatsoenlijk inkomen en volwaardig deelnemen aan de samenleving en wordt er ons op het hart gedrukt dat SP.a erover zal waken dat de gelijkheid van kansen op elk van deze terreinen zal gewaarborgd worden.

In de analyse die SP.a verder maakt valt wel al onmiddellijk op dat zij een fundamentele ongelijkheid in onze kapitalistische samenleving gewoonweg over het hoofd ziet. SP.a vergeet gewoonweg dat er in onze samenleving ongelijke bezitsverhoudingen bestaan. En het zijn nu wel net die ongelijke bezitsverhoudingen die ertoe leiden dat wij met z’n allen harder werken en meer rijkdom produceren maar er blijkbaar ook steeds maar een kleiner deel van die rijkdom beschikbaar is voor de maatschappij. Met andere woorden, SP.a vergeet ons te vertellen dat de bedrijven en de aandeelhouders alsmaar meer winst maken en er dus steeds minder van die winst beschikbaar is om te investeren in onze maatschappij. De politiek gaat dus wel over de mensen maar over sommige mensen niet en er zullen misschien wel gelijke kansen zijn maar sommige mensen hebben meer kansen dan andere. Laat ons dit staven met enkele voorbeelden uit de praktijk.

Werk : een recht of een plicht?

SP.a vertelt ons dat werk op een duurzame wijze moet gegarandeerd worden en alle discriminaties moeten weggewerkt worden. Zij willen dit realiseren met verschillende maatregelen.

Zo vertelt SP.a ons dat werk moet leiden tot een fatsoenlijk inkomen en dat daarom de persoonlijke sociale bijdragen voor mensen met lage lonen nog verder verlaagd moeten worden. Op het eerste zicht zal dit overkomen als een goed voorstel. Als de mensen immers minder sociale bijdragen betalen, zullen ze meer loon in handen krijgen. Boerenbedrog natuurlijk! Diegenen die zich nog ergens herinneren hoe onze sociale zekerheid in elkaar steekt, zullen je immers kunnen vertellen dat ons loon eigenlijk uit drie delen bestaat : een nettoloon dat we elke maand in handen krijgen, een brutoloon dat naar de sociale zekerheid en de belastingen gaat en een patronale bijdrage die ook naar de sociale zekerheid gaat. Het brutoloon en de patronale bijdrage vormen eigenlijk een uitgesteld loon. Onze voorouders hebben ooit eens samen beslist om dat uitgesteld loon in een grote spaarpot te steken in geval van nood (bvb. bij werkloosheid, ziekte of een ongeval) zodat de mensen minder afhankelijk zijn van de grillen van de arbeidsmarkt en geen jobs moeten aanvaarden tegen hun zin of aan een loon dat veel te laag is. Schrap je één van die drie onderdelen van ons loon dat kan je de mensen wel wijsmaken dat ze nog altijd hun nettoloon overhouden maar eigenlijk is er wel sprake van een inlevering. Het brutoloon en de patronale bijdragen garanderen immers ons recht op vakantiegeld, uitkeringen en pensioenen die in verhouding staan tot het loon dat we altijd verdienden. Worden die bijdragen geschrapt dan zou onderstaande die graag zelf in handen krijgen, anders is er sprake van diefstal. Bovendien krijgt onze sociale zekerheid zo heel wat minder inkomsten binnen en er zijn nu al tekorten! Verder zorgt het subsidiëren van laagbetaalde werknemers voor nog meer druk op de lonen aan de onderkant van de arbeidsmarkt. Werkgevers zullen immers nog lagere lonen willen als ze weten dat hun laagbetaalde werknemers van overheidwege gesubsidieerd worden.

Verder zegt SP.a ook dat ambitieuze en controleerbare afspraken m.b.t. werkgelegenheid en vorming hand in hand moeten gaan met een bijkomende vermindering van patronale sociale bijdragen op de lonen van werknemers die weinig verdienen of een bepaalde leeftijd bereikt hebben. Opnieuw worden we hier eigenlijk bestolen want we hebben al uitgelegd dat ook de patronale bijdragen eigenlijk een integraal onderdeel zijn van ons loon. Wanneer die niet meer naar de sociale zekerheid gaan, dan zouden we die toch zelf moeten kunnen besteden. Bovendien blijft SP.a vasthouden aan het liberale dogma dat lagere lonen tot meer jobs zullen leiden. Onzin natuurlijk! In een kapitalistische economie worden er enkel jobs gecreëerd volgens de noden van de economie. Elk onderzoek bevestigt dat ook. Zowat alle beschikbare evaluatiestudies suggereren dat de netto-tewerkstellingseffecten van selectieve tewerkstellingssubsidies voor langdurig werklozen en andere zwakke groepen op de arbeidsmarkt klein zijn. Vrijwel alle studies suggereren dat minsten vijftig tot zeventig procent van de gesubsidieerden ook zouden zijn aangenomen zonder de subsidie. Ook de substitutie-effecten zijn aanzienlijk, in de orde van 20 tot 35 procent. Kijken we in België naar het jongerenbanenplan, dat in 1993 werd geïntroduceerd en een degressieve vermindering voorzag van patronale bijdragen voor elke aanwerving van een min 26-jarige die minstens 6 maanden werkloos was, dan moeten we vaststellen dat kortdurig werkloze jongeren hun tewerkstellingskans na de introductie van het plan merkbaar zagen verminderen. De netto tewerkstellingsimpact van selectieve loonkostsubsidies is dus gering -in de orde van 10 procent- maar daar tegenover staat een substantiële minopbrengst voor de schatkist of de sociale zekerheid. Een groot gedeelte van de gederfde inkomsten vloeit feitelijk naar ondernemers. Verder tonen studies ook aan dat gesubsidieerde tewerkstelling op zich niet volstaat om de tewerkstellingskansen van werklozen te verbeteren. Meer nog, een periode van gesubsidieerde tewerkstelling kan zelfs een negatief effect hebben op latere tewerkstellingskansen.

Het verhaal van SP.a is dus geen verhaal van gelijke kansen. Blijkbaar krijgen de werkgevers en de aandeelhouders meer kansen om hun winsten te verhogen dan de werknemers kansen krijgen op een job met een deftig inkomen. De vraag stelt zich waarom SP.a vasthoudt aan het liberale dogma dat lagere lonen tot meer jobs zullen leiden? Waarom negeren zij de onderzoeksresultaten die het activeringsbeleid als onvoldoende evalueren? Is het onwetendheid, onkunde of slechte wil? Soms zou je bijna veronderstellen dat het slechte wil is. Nochtans is het niet zo moeilijk hoor. Om het in de woorden van een bedrijfsleider zelf uit te drukken : vanzelfsprekend nemen wij slechts iemand aan wanneer we iemand nodig hebben en zullen wij niemand aanwerven als we niemand nodig hebben, zelfs niet wanneer die werknemer gratis zou zijn; maar als we kunnen kiezen tussen een subsidie of geen subsidie dan zullen we vanzelfsprekend eerst voor de subsidie kiezen.

SP.a zegt ook wel dat de vermindering van de sociale bijdragen niet mag leiden tot minder middelen voor de sociale zekerheid. Hoe ze dat hard zullen maken vertellen ze er niet bij. Hiermee zeggen ze eigenlijk hetzelfde als de liberalen. Lagere lonen zorgen voor meer jobs en via die weg zullen er dus inkomsten voor de sociale zekerheid bijkomen. We hebben al geschetst dat het subsidiëren van tewerkstelling niet tot extra jobs leidt en bijgevolg ook niet tot meer inkomsten voor de sociale zekerheid. Het geld verdwijnt wel in de zakken van de ondernemers. Omgekeerde herverdeling als het ware.

Is minder gelijk aan meer?

SP.a argumenteert ook dat zij de belastingen zullen verlagen en toch meer inkomsten zullen overhouden. Want, wie eerlijk belastingen betaalt, die zal minder betalen, aldus SP.a. Dit gaan ze dan hard maken door de belastingen rechtvaardiger te innen. Meer controles dus op de grote ontduikers en fraudeurs.

Als dat geen verhaaltje voor het slapengaan is, dan weten we het ook niet meer. Want wie kan er belastingen ontduiken? De grote bedrijven en ondernemingen natuurlijk! Voor diegenen die in loondienst werken is het gewoonweg onmogelijk om te foefelen omdat onze loonstaat wordt doorgestuurd naar de belastingen en die weten dus exact hoeveel inkomsten een loontrekkende heeft gehad. Voor de grote bedrijven en ondernemingen geldt dit natuurlijk niet en zij kunnen ontduiken naar hartelust. Die moet je dus controleren, daar heeft SP.a het bij het rechte eind. Iedereen weet ook dat er van die controles eigenlijk niet veel in huis komt en dat werd onlangs nog maar eens bevestigd door de belastingen zelf. Zo kwam de inspectiediensten van financiën ons vorige week vertellen dat er eigenlijk zo goed als niet meer gecontroleerd werd omdat er te weinig middelen en mensen voorhanden zijn. Nog niet de helft van het voorziene personeelskader bij de inspectiediensten is momenteel ingevuld. En SP.a wil de controles nog opdrijven? Tja, als je natuurlijk niets controleert dan is het makkelijk om je controles op te drijven. En zich dan maar afvragen waarom er zoveel misdaadbendes in ons land actief zijn. Misschien omdat zij weten dat er geen controles zijn. Feit is dat vooral de mensen die loonarbeid verrichten gecontroleerd worden en de werkgevers en aandeelhouders bijna niets meer betalen. Over gelijke kansen gesproken!

Zullen de banken onze pensioenen betalen?

Een ander punt waar SP.a graag mee uitpakt betreft de pensioenen. Vermits er onvoldoende inkomsten zijn in de sociale zekerheid wordt er een alternatieve financiering opgezet, het zgn. Zilverfonds, om onze pensioenen ook in de toekomst betaalbaar te houden. Klinkt mooi en slaat ook enorm aan bij de mensen. Maar is het dat ook?

Het is juist dat het Zilverfonds ondertussen gespijsd is met enkele inkomsten. Wat men er echter nooit bijvertelt, is dat de kleine lettertjes van het Zilverfonds bepalen dat de pensioenwaarborg van het Zilverfonds pas in werking treedt op het ogenblik dat onze staatsschuld gedaald is tot 60 procent van het BNP (de zgn. Maastrichtnorm). Momenteel is onze staatsschuld gedaald tot net onder de 100 procent van het BNP en er is dus nog veel af te betalen vooraleer we aan 60 procent zullen zijn. Dat wil wel zeggen dat tot dan het Zilverfonds eigenlijk een spaarpot is om de staatsschuld af te betalen en dit geld dus naar de banken gaat. Of zij onze pensioenen gaan betalen is zeer twijfelachtig. Opnieuw geen gelijke kansen dus want het pensioen van de banken krijgt hier meer kansen dan het pensioen van de gewone werknemers.

Wie z’n gat verbrandt, … laat anderen op de blaren zitten

Wie het programma van SP.a erop naleest, moet vaststellen dat dit geen verkiezingprogramma voor de werkende mens is. De retoriek is er nog wel, er wordt nog naar verwezen maar de praktijk is helemaal anders. Wie is er immers op vooruitgegaan onder de paarsgroene regering? Dat zijn toch vooral de grote bedrijven, de aandeelhouders en de rijken? En daar waar er toch iets is gedaan voor de werkende mens (bvb. de maximumfactuur) dan is dat ten koste gegaan van andere zwakken of weegt het niet op tegen de inleveringen die de werkende klasse moet doen.

SP.a moet echter goed beseffen waarmee ze bezig zijn. Als je een verhaal van solidariteit vertelt en je gaat daar allerlei plichten aan verbinden dan leer je de mensen eigenlijk uitsluiten. Want diegenen die nog aan de verplichtingen kunnen voldoen om ook alle rechten te verkrijgen, zullen hun inspanningen gaan verhalen op de zwakkeren en ook van hen eisen dat zij alle verplichtingen vervullen. Zo leren we de mensen naar beneden te schoppen. Getuige ook de vandaag algemeen aanvaarde stelling dat wie echt wil werken wel een job zal vinden. En anders zal het wel aan hem of haar liggen zeker, willen ze niet of zijn ze te lui? Als je dan bovendien ook nog eens de rechten beknot, zorg je ervoor dat de mensen op den duur niet meer solidair willen zijn. En eigenlijk hebben ze gelijk. Want ondertussen is er een derde partij in het spel die aan de zijlijn staat te lachen, nl. de grote bedrijven en de aandeelhouders. Over hun winsten wordt niet meer gesproken. En als twee honden vechten om het been van de job, dan loopt de derde er meestal mee heen. Over gelijke kansen gesproken.

Ondertussen produceren wij met z’n allen almaar meer rijkdom en krijgen wij daar via ons loon of via de sociale zekerheid een almaar kleiner wordend stukje van terug. Tegelijkertijd stellen we vast dat er voor niks nog geld is : geen geld voor lonen, geen geld voor onderwijs, niet voor openbare diensten, niet voor belastingcontroleurs en niet voor de mensen. Er is echter wel geld om oorlog te voeren in Irak, om een Europees leger op te zetten of om de bedrijven nog wat cadeau's te geven.

Wat nu?

Wil dit nu zeggen dat wij oproepen om niet voor SP.a te stemmen? Neen! Bij gebrek aan een linkerzijde in België domineert SP.a nog steeds de linkerzijde, bepalen zij de debatten en worden de ideeën van links aan hen gespiegeld. Bovendien zijn de andere, burgerlijke, partijen nog veel erger. Je moet dus het debat aangaan met SP.a en je krijgt daarvoor enkel de legitimatie als je deel uitmaakt van de beweging.

Gewoon stemmen op een partij zal de zaken echter niet veranderen. Je moet ook actief worden en strijden voor je ideeën. Sluit dus aan bij Vonk en strijd voor een revolutionair programma van maatschappijverandering. Hieronder vind je enkele elementen van ons programma (zie ook elders op de site):

- arbeidsduurvermindering naar 32 uur per week, zonder loonverlies en met verplichte aanwervingen - minder lasten op de inkomsten van loontrekkenden maar een belasting op kapitaal - behoud van de index en verhoging van de sociale uitkeringen en de pensioenen, niet alleen van de laagste - stop de verminderingen van de patronale bijdragen, stop de diefstal van ons loon - nationalisatie van de banken en de sleutelsectoren van de economie onder arbeiderscontrole

Tijdschrift Vonk

layout Vonk 322 page 001

Activiteiten

Onze boeken

Onze boeken