Een kameraad uit Ternat vroeg aan Jef Sleeckx of het geen tijd wordt om ofwel voor Groen! te gaan stemmen, ofwel een nieuwe arbeiderspartij op te richten. Jef Sleeckx mailde deze vraag door aan Erik De Bruyn, die er een antwoord op formuleerde. Omdat het een vraag is die bij veel militanten leeft, publiceren we deze discussie.

Beste

Op de jongste vakbondsbetoging heb ik een exemplaar van uw oproep aan het SP.a-congres gekregen. Hoewel zelf partijloos ben ik toch tevreden met uw initiatief.

De algemene aanval op de vakbonden kan ook louterend werken. Het valt op hoe vertegenwoordigers van de drie vakbonden zich combatiever opstellen en hun beste krachten met documentatie en tegenargumenten naar de tv sturen.

Kunnen de ontgoochelde vakbondsleden niet beter voor Groen! stemmen? Deze partij staat toch achter het ABVV in dit conflict over het brugpensioen. Ik weet het, deze partij kwam in het verleden soms wat gematigd uit de verf, maar ze kan wel opnieuw de vijf-procent drempel halen.

Tja, de socialisten in Belgie zijn eigenlijk altijd al sociaal-democraten geweest, maar nu ze sociaaldemocraten (nieuwe spelling) van het Engelse type aan het worden zijn, wordt het er niet beter op.Ook in Duitsland is hetzelfde aan het gebeuren met de SPD. De alliantie van de Westdeutsche Arbeitsgemeinschaft fuer Soziale Gerechtigkeit (WASG) met de PDS kreeg behoorlijk wat stemmen, maar kan een kleine socialistische partij (dus niet gauchistisch) bij ons van de grond komen ? Zou zo een socialistische partij ( jammer genoeg hebben de huidige socialisten rechten op alle mogelijke afkortingen met PS, SP, BSP, PSB,... ) het even goed kunnen doen als de SP in Nederland ? Zou zo een partij de kiesdrempel kunnen halen en stemmen van het VB kunnen terughalen? Indien men niet zeker is van het resultaat, is het misschien toch beter voor Groen! en Ecolo te opteren.

Een zaak staat vast : het gemeenschappelijk vakbondsfront moet er zijn en het ABVV dient versterkt te worden.

Met vriendelijke groeten

W.V.C. uit Ternat

Beste,

Ik kreeg uw mail doorgezonden van Jef Sleeckx. En ik vind dat er enkele interessante elementen in staan die een discussie waard zijn. Geef mij dus even de gelegenheid er uitgebreid op in te gaan.

Laat me eerst verduidelijken wie ik ben: ik ben lid van SP.a Deurne (Antwerpen), en ook mede-initiatiefnemer van 'SPa Rood', de nieuwe linkerzijde in de SP.a die de afgelopen dagen uitgebreid in het nieuws kwam.

De evolutie die in de SP.a al lang aan de gang is (Jef zal dat kunnen getuigen) barst nu helemaal open naar aanleiding van de positie die de SP.a inneemt in het trouwens volkomen misnoemde "eindeloopbaandebat". Het is de vakbondsbasis -en wijzelf als SPa Rood wat het politiek front betreft- die er pas achteraf, dankzij de stem van de straat en van de werkvloer, een debat van hebben gemaakt.

De SP.a houding in het debat is het gevolg van de slaafse volgzaamheid van de partij aan de richtlijnen van de "top van Lissabon" van 2000 waar de Europese regeringsleiders de krijtlijnen hebben uitgezet van een neoliberaal Europa. Een kapitalistisch Europa dat denkt in termen van concurrentie en een economische oorlog op wereldschaal, waarin het hoopt zijn grote rivalen,de Verenigde Staten en het Verre Oosten, te kunnen verslaan. En zoals in elke oorlog het geval is, hoopt de heersende klasse ook deze oorlog weer te kunnen winnen ten koste van het bloed, het zweet en de tranen van de "gewone soldaten", in dit geval de werknemers. De sociale bescherming van de werknemers moet volgens Lissabon worden afgebouwd omdat zij een blok aan het been is van een wendbaar, flexibel en concurrentieel Europa waarin de werknemers steeds overal à la carte moeten kunnen worden ingezet, en liefst niet te duur zijn.

Deze sociaal-economische doctrine heeft men zelfs trachten in steen te beitelen via een Europese Grondwet, die gelukkig -dankzij het gezond verstand van miljoenen mensen in Frankrijk en Nederland- een voorlopige nederlaag heeft opgelopen. In België heeft men het niet eens aangedurfd om deze Europese Grondwet aan een referendum te onderwerpen. Ook hier zou die de nederlaag lijden. In die zin meen ik dat SPa Rood zich volledig achter de acties van Jef Sleeckx, Lode Van Outrive, Georges Debunne en anderen moet scharen in verband met het afdwingen van een referendum in België over deze Europese Grondwet. Het verband tussen het project van een kapitalistisch Europa enerzijds, en het Generatiepact anderzijds, is immers zonneklaar. Dit verband verklaart trouwens ook waarom de liberalen nu reeds staan te springen om een tweede Generatiepact aan te kondigen, omdat ze weten dat het behalen van de doelstellingen van Lissabon 2000 dit vereist (en een derde, een vierde...). De VLD rekent er daarbij op dat de SP.a wel als stootkussen zal dienen om de schokken op te vangen. Eens het stootkussen versleten, zal men dan wel overschakelen op een CD&V/VLD regering, met een sterk verzwakte SP.a -die dan van ver moet terugkomen- in de oppositie.

Het feit dat een 'oud kanon' uit de SP-stal, namelijk Willy Claes (zie De Standaard van 3 november) hieraan meedoet geeft natuurlijk te denken. Hij "steunt" zogezegd Vande Lanotte maar in feite geeft hij de partij een extra dolksteek in de rug door unisono te zingen met de liberalen. Misschien wil hij oude rekeningen vereffenen die nog openstaan sinds het Agusta schandaal. In elk geval is hij altijd al een spreekbuis geweest van het "Atlantisme" (een oriëntatie op de USA) en van de rechterzijde in de partij. Voor Vande Lanotte is zijn steun dus eerder een vergiftigd geschenk.

De architecten van deze slaafse volgzaamheid aan "Lissabon 2000" in de partij zijn vooral Frank Vandenbroucke en Johan Vande Lanotte geweest. De eerste ging daarvoor zelfs een tijd intensief in de leer in het Groot-Brittannië van Tony Blair, waar deze variant van sociaal-democratie ooit het levenslicht zag en nu trouwens stilaan op zijn laatste benen loopt. Vandenbroucke en Vande Lanotte spannen zich dus in om in de Vlaamse sociaal-democratie een concept ingang te doen vinden dat in het Verenigd Koninkrijk (en ondertussen ook Duitsland) al tot op de draad versleten is.

De sterkte van beide heren ligt in het feit dat zij het partijapparaat beheersen en via dit partijapparaat ook de perceptie naar de media toe. De partijstrategie van de afgelopen jaren is er trouwens een geweest van de afbouw van de "participatieve democratie" in de partij, en dit onder het mom van de vernieuwing en de dynamisering. De "baronieën" zoals de voormalige SP-federaties kleinerend werden genoemd moesten plaats ruimen voor de almacht van de partijtop die haar eigen doctrine verspreidt door zich rechtstreeks via de massamedia uit te drukken (het "teletubbie" concept) en voortdurend de eigen partijbasis te negeren en zelfs te schofferen. Zelfs de partijcongressen, die op papier het hoogste orgaan zijn van de partij, zijn verworden tot conventies op zijn Amerikaans.

Alleen uitzonderlijke momenten van verhoogde sociale polarisatie en klassenstrijd zoals we die hebben meegemaakt in oktober 2005 bieden een kans om dit helse mechanisme even te doorbreken. Of om "zand in de machine" te strooien om even met de woorden van de kameraden van ATTAC te spreken. Het is de verdienste van "SPa Rood" dat wij deze "window of opportunities" (een kortstondig ogenblik waarin dingen mogelijk zijn die anders niet kunnen) hebben aangegrepen om de beweging van oktober 2005 een politieke uitdrukking te geven. De énige succesvolle politieke uitdrukking trouwens, het bestaan van Groen! en klein links ten spijt. Maar "SPa Rood" zal zijn bestaan niet tot deze unieke periode beperken natuurlijk. De nieuwe linkerzijde binnen de SP.a is een politiek feit geworden. Het is de uitdrukking van "oktober 2005" in het Vlaamse politieke landschap. Ook al is deze uitdrukking nog bescheiden.

Ik kom nu tot een antwoord op de kern van uw betoog.

Eerst wat Groen! betreft. Groen! heeft in deze cruciale periode een kans laten schieten om zich effectief op te werpen als mogelijke politieke spreekbuis van de syndicale strijd. Het bleef bij een oppervlakkige en opportunistische betuiging van sympathie. Maar dat wil nog niet zeggen dat Groen! een antikapitalistische analyse van het Generatiepact en van "Lissabon 2000" zal onderschrijven. De redenen daarvan zijn tweeërlei. Ten eerste blijft Groen! een middenklassepartij die zichzelf rond een andere (onechte) breuklijn heeft gepositioneerd dan het sociaal-economische, namelijk de tegenstelling tussen 'mens en milieu'. Waarbij zij tot op de dag van vandaag nog steeds weigeren te onderschrijven dat deze tegenstelling een afgeleide is van het kapitalistisch karakter van onze economie. De tweede reden is opportunistischer: Groen! zou zich daarmee in de huidige politieke context voor onbepaalde tijd uitsluiten van regeringsdeelname, en dat willen zij niet.

Ik denk dus niet dat we onze eieren in de korf van Groen! moeten leggen. Wat niet wegneemt dat als er mensen zijn die binnen Groen! hetzelfde tot uitdrukking zouden willen brengen als datgene wat wij nu binnen de SP.a tot uitdrukking brengen, dit een welkome versterking zou betekenen van de politieke uitdrukking van "oktober 2005".

De keuze die wij nu dus ter linkerzijde moeten maken is niet zozeer de keuze tussen het lidmaatschap van deze of gene politieke partij, of zelfs van deze of gene vakbond, maar wel de keuze voor een consequent en gedurfd antikapitalistisch en socialistisch programma.

Dat is de reden waarom ik naast mijn lidmaatschap van SP.a en ABVV ook lid ben van Vonk. Wat niet wil zeggen dat daarom iedereen die lid is van Vonk ook meteen lid is van SP.a of zelfs ABVV (het kan ook ACV zijn).

Dan is er het tweede, veel besproken alternatief van een "nieuwe linkse partij". Ten eerste is het natuurlijk van belang te beseffen dat het lang niet de eerste keer zou zijn dat er zoiets in Vlaanderen of in België wordt geprobeerd. Het is dan ook van belang enige lessen te trekken uit deze ervaringen. Ik zal mij te beperken tot twee min of meer memorabele en recente voorbeelden (want verder terug in de tijd zijn er nog méér te noemen).

Ten eerste "Gauches Unies", dat tot stand kwam in de nasleep van de stakingen tegen het Globaal Plan in 1993. Het stierf een roemloze dood, hoewel het bevolkt was met het puikje van de syndicale linkerzijde. Dit toont aan dat voluntarisme of de kwaliteit en de werkkracht van sterke individuen niet volstaan om uit het niets een nieuwe partij te bouwen. Ten tweede was er de Beweging voor Sociale Vernieuwing (BSV), een eerder lokaal Antwerps fenomeen rond de ex-SP politica Patsy Sörensen, dat eveneens de steun kreeg van honderden linkse syndicale militanten. Klein links vond het indertijd vooral belangrijk om Sörensen zo snel mogelijk uit de SP los te weken en de toenmalige zich ontwikkelende linkervleugel in de SP te laten instorten. Na een eerder woelige passage via Agalev (waarin de breuklijn bij de groenen tussen het sociale en het ecologische weer volop tot uitdrukking kwam) is ook de BSV vandaag de dag een uitgebrand wrak.

Ook in de nog steeds voortlevende kleine linkse partijen van vandaag zoals de PVDA, LSP of SAP zitten talloze hardwerkende politieke talenten opgesloten die er ondanks al hun opofferingen niet in slagen een nieuwe linkse massapartij tot stand te brengen. Gewoon omdat grote partijen nu eenmaal via een andere dialectiek tot stand komen.

Een 'bewijs uit het tegendeel' van diezelfde stelling zijn de door u aangehaalde recente politieke ontwikkelingen in Duitsland. De opgang van de Linkspartei doet de hoop ook bij ons herleven dat een min of meer krachtige partij links van de sociaaldemocratie ook in België mogelijk moet zijn. Het is echter zeer belangrijk te analyseren hoe die Linkspartei er gekomen is. Haar twee grootste componenten zijn twee grote brokstukken afkomstig uit de traditionele linkse massapartijen van Duitsland: de voormalige Oostduitse communistische partij PDS en een stuk linkerzijde van de SPD (sociaal-democraten) rond Oskar Lafontaine. Deze twee componenten ontbreken voorlopig in België, en zeker in Vlaanderen. Overigens vertoont de Linkspartei een inherente zwakte: ook deze partij is het nog lang niet eens over een consequent antikapitalistisch programma (de grootste weerstand komt paradoxaal genoeg vanuit de PDS component!) en legt daarmee een hypotheek op haar eigen toekomst. Evenmin biedt de Linkspartei op zich geen antwoord op de nog steeds overheersende aanwezigheid van een rechts georiënteerde SPD die ook in Duitsland nog steeds de grootste 'linkse' partij blijft. Ook hier blijft de uitbouw van een linkerzijde in, of een 'herovering van' de SPD nodig (en die groeit trouwens onder druk van de gebeurtenissen zelfs na het verdwijnen van Lafontaine spontaan weer aan!). De Duitse Vonk ('Der Funke') is dan in Duitsland ook actief en aanwezig in zowel de SPD als de Linkspartei.

Tenslotte nog een woord wat Jef Sleeckx betreft. En ik hoop dat hij meeleest. Ik merk dat Jef dezer dagen voortdurend gesolliciteerd wordt "om met iets nieuws te beginnen". De idee is dan ook verleidelijk. Zeker met een "boegbeeld" zoals Jef aan onze zijde. Jef vertegenwoordigt immers het beste uit de recente geschiedenis van de Vlaamse sociaaldemocratie. Hij is erin geslaagd om tegen de stroom in steeds de voeling met de arbeiders te behouden. Hij heeft zijn mensen nooit verloochend en heeft daar een politieke prijs voor betaald.

Maar het enorme politieke kapitaal van Jef is onlosmakelijk verbonden met het feit dat hij lid is van de SP.a en daar de dwarsligger van de dwarsliggers is. Ook nu weer speelt hij een onvervangbare rol met SPa Rood en met het initiatief rond een Europees referendum. Haal de leeuw niet weg uit zijn savanne, zijn pels zal verdoffen en zijn tanden zullen uitvallen. Niets zou zo erg zijn als Jef te laten verloren gaan in een steriel politiek project "links van de SP.a". In het verleden heeft klein links al zo vaak getracht om zich vast te klampen aan linkse boegbeelden om zichzelf uit het moeras te trekken. We denken daarbij aan Jan Cap, Roberto D'Orazio, Patsy Sörensen... Het gevolg is echter dat deze mensen stuk voor stuk in het moeras werden getrokken, en dit moeras is nog steeds even klein.

Ja natuurlijk, de syndicale strijd heeft een politiek verlengstuk nodig, maar "SPa Rood" geeft dit met beperkte krachten in de huidige Vlaamse politieke constellatie naar best vermogen. Het feit dat wij met relatief weinig middelen er toch in slagen een zekere impact te hebben en erin slagen "oktober 2005" politiek te vertolken, bewijst dat wij een niet altijd vanzelfsprekende, maar correcte formule hanteren. Ik hoop daarom dat u en vele anderen ons zullen versterken en onze politieke hefboom nog sterker zullen maken.

Kameraadschappelijke groeten,

Erik De Bruyn