"The miner, the mechanic and cattle raiser all over the West prefer Levi's" zo staat er te lezen op een facsimile van een 19e eeuwse reclameposter achter de balie van het peperdure Europese hoofdkwartier van Levi's in Brussel. Maar de mijnen zijn dicht, de veehouders zijn versmacht door de agro-hormonenindustrie en de mecaniciens alléén zijn niet talrijk genoeg om de productie van jeans af te nemen. Althans zo luidt de redenering van het management van deze kledingmultinational: vier fabrieken in Europa moeten sluiten, één Noordfranse en drie Belgische (Wervik, Gits en Deurne). Een typisch staaltje van het kapitalistische mismanagement op deze planeet.

Terwijl méér dan de helft van de wereldbevolking gekleed gaat in lompen zou er een overproductie zijn van jeansbroeken. In België alléén al maakte Levi Strauss trouwens vorig jaar 430 miljoen frank winst. Zo slecht gaan de zaken dus niet. Maar de sluitingen verhullen een verdoken delocalisatie: in Turkije, Polen en zelfs China worden nieuwe fabrieken geopend waar arbeiders tegen een hongerloon véél broeken maken die ze zichzelf nooit zullen kunnen veroorloven.

Het grimmige bezoek van de arbeiders (v/m) van Levi's aan hun hoofdzetel heeft iets van een uitdrijvingsritueel: onder begeleiding van een hels kabaal van voetzoekers, fluitjes en hoorns danst een aan een stok vastgebonden en nog vers gestroopte en bebloede haas een morbide afscheidsdans (voor die van GAIA en ALF in een Franse kolère schieten: het beest was al een tijd dood). Het is een verwijzing naar de grote baas van Levi Strauss, Bob Haas, die zichzelf met de broekenbusiness wist vet te mesten en een appeltje voor de dorst kon opzij leggen van maar liefst 24 miljard frank. De kinderen moeten toch kunnen studeren nietwaar?

Gesprekken met arbeidsters uit Gits en Yser (Frankrijk) leren ons dat deze mensen dan ook onder geen beding de sluiting van hun bedrijf accepteren en tot het uiterste, d.w.z. bedrijfsbezetting willen gaan om de werkplaatsen te redden. Anders is het gesteld in Deurne, waar een belangrijke minderheid zo snel mogelijk een ontslagpremie wil incasseren en z'n biezen wil pakken. Dit heeft alles te maken met het feit dat niet alleen de politici en de pers de fabriek steevast ten dode opschrijven (De Morgen schreef al vanaf de eerste dag in de verleden tijd over Levi's, knap voor een krant die haar eigen voortbestaan dankt aan de inzet van duizenden mensen) maar dat er ook geen duidelijk weerwoord komt van de lokale vakbondsleiding. Zo verklaarde Dominique Daggelinckx, ABVV-secretaris van de ondernemingsraad in Deurne in de krant dat "verzet niet baat". Tegenover ons corrigeerde hij dit. Zijn woorden zouden verkeerd zijn weergegeven, wat we best willen geloven met de hedendaagse journalisten die alleen maar horen wat ze willen horen. Maar het is en blijft een feit dat er in Deurne tot nader order nog geen duidelijk signaal werd gegeven door de syndicale leidingen dat er met alle middelen zal gestreden worden voor het behoud van de fabriek. Er wordt gezegd dat de arbeiders zich geen lange staking kunnen veroorloven, en een bezetting evenmin. Maar wat dan met bvb. die "alleenstaande vrouwen met drie kinderen" die nog volgens Daggelinckx in het bedrijf werken. Kunnen zij zich een sluiting veroorloven. Wie kan zich trouwens wél een sluiting veroorloven aan de vooravond van een wereldwijde economische crisis en terwijl de bedrijven alom afvloeiingen in het vooruitzicht stellen? Alleen als je naam haas is kan je dat...

Daarom moet het patronaat gedwongen worden vers geld in de bedrijven te pompen en de productie te vernieuwen, zodat alle jobs kunnen behouden blijven. Dit moet worden afgedwongen door de strijd tot vér buiten de fabriekspoorten te brengen en andere bedrijven, studentenorganisaties, buurtcomité's en arbeiderspartijen in een breed front samen te brengen voor het behoud van de vier fabrieken. Het potentieel aan solidariteit met de arbeiders van Levi's is enorm, want meer en meer mensen beseffen dat hen morgen hetzelfde kan overkomen. Dit potentieel moet nu aangeboord en georganiseerd worden.