Yves Desmet schreef naar aanleiding van het SP.a-congres een wel zeer bijzonder editoriaal genaamd ‘Navel’. Daarmee verwijst hij naar de zogezegde navelstaarderij van de socialistische basis. Onze redactie kreeg alvast drie lezersbrieven gericht aan de redactie van De Morgen. De eerste werd opgenomen.

Navel

Volgens Yves Desmet is het “een levensgrote fictie te geloven” dat Erik De Bruyn één derde van de sp.a-leden achter zich kreeg “omdat een groot deel van de kiezers opeens Das Kapital van Karl Marx naar de letter wil uitvoeren.” Dat is zeer juist. Das Kapital is immers een economische analyse en niet een handboek om aan politiek te doen.

Erik De Bruyn heeft in zijn campagne dan ook nooit gepleit om Das Kapital naar de letter uit te voeren. Waar hij wel voor pleitte, was bijvoorbeeld een belasting op de grote vermogens. Waar hij tegen pleitte, was bijvoorbeeld de notionele intrestaftrek, die hij legale fraude noemt. Volgens Yves Desmet is dat blijkbaar staren naar de socialistische navel. Daarom raadt hij Caroline Gennez aan vooral geen rekening te houden met de stemmen voor De Bruyn. Of nog: “Als Gennez de leidster van een steeds verder slinkende sekte wil worden, dan moet ze naar die partijgetrouwen luisteren.”

Dat is verrassend want Yves Desmet stelt zelf de groeiende armoede aan de kaak, die intussen al één op zeven Belgen treft. En terwijl die armoede groeide, verpulverden de bedrijfswinsten de afgelopen jaren record na record. Voldoende onderzoeken (o.a. van professor Elchardus) tonen aan dat veel huidige kiezers van rechts op sociaal-economisch vlak links denken. Met andere woorden, in Vlaanderen bestaat een gigantisch draagvlak voor een socialistische politiek over winsten, uitbuiting en armoede. En laat dat nu juist het verhaal van Erik De Bruyn zijn.

Overigens was het tijdens het ondervoorzitterschap van Gennez dat de sp.a steeds meer begint te lijken op een slinkende sekte. Dat is een Europese tendens. Elders, zoals in Nederland en Duitsland, staat de traditionele sociaal-democratie daarom onder stijgende druk van linkse socialistische partijen. Erik De Bruyn vindt terecht dat we in Vlaanderen ons geen opsplitsing van de socialisten kunnen permitteren. Het minste wat je dan toch zou verwachten, is dat de partijleiding rekening houdt met de mening van één derde van haar leden.

Wim Benda, Borgerhout

De smet genaamd Yves

Van een politiek hoofdredacteur mag je toch wel enige intellectuele eerlijkheid verwachten. Het is weinig constructief de discussie binnen SP.a af te doen als een al dan niet “naar de letter” te willen uitvoeren Das Kapital.

Niet dat we ontkennen dat objectiviteit eenvoudigweg niet bestaat, maar toch: een politiek hoofdredacteur die ook buiten zijn krant graag op zoveel andere fora zijn zegje doet, zou zijn woorden toch met iets meer verantwoordelijkheidsgevoel mogen kiezen. Doet hij dat niet, dan kan hij immers niet meer die rol blijven spelen die we van topjournalisten verwachten. Desmet heeft ongetwijfeld ook "Un temps de chien" van Edwy Plenel gelezen. Plenel, toch een maatje groter dan Desmet, was tot voor kort hoofdredacteur van Le Monde. Volgens deze vakman kon een journalist niet anders zijn dan waakhond van de democratie. Het plat-populistische taalgebruik van Desmet maakt zijn schrijfsels niet alleen ongenietbaar, maar bovendien steeds minder relevant.

De teams Gennez-Van Der Maelen en De Bruyn-Heirman hadden de laatste weken hun retoriek reeds opgekuist om de discussie meer inhoudelijk te kunnen voeren. Na enkele uitschuivers besefte Caroline Gennez dat ze zich moest richten tot alle partijleden, en dat ze dit best op een respectabele manier zou doen. Na haar verkiezingsoverwinning herbevestigde zij dit voornemen en werd het congres eendrachtig afgesloten. Debatcultuur: ja, verdeeldheid: neen.

We zouden in de beeldspraak van waakhonden der democratie kunnen overstappen naar schoothonden van het establishment. Kijken we echter naar de inhoud. Yves Desmet heeft zo zijn eigen raad in petto voor de jonge voorzitster. De leden die SP.a Rood stemden maar die ook Caroline wil vertegenwoordigen, zijn volgens Desmet niets meer dan “toogtijgers van de volkshuizen”, “het gestaalde kader van de partaai”. Hier houdt zijn van stuitend elitisme getuigend taalgebruik niet op. Volkshuizen noemt hij “beschermde werkplaatsen van het socialisme”. Een derde van de getelde stemmen herleidt hij tot “derdegeneratiesocialisten”, een “slinkende sekte”. Hij besluit dan ook zonder de minste schroom: “Gennez moet geen rekening houden met de stemmen voor De Bruyn.” Het lijkt alsof Yves eigenhandig de klok vier maanden wil terugdraaien. Zijn reactie toont alleszins aan hoe vervreemd deze zoetgevooisde bullebak is van de maatschappelijke realiteit. Laten we de heer Desmet aanraden veilig op zijn troon te blijven zitten en als hoofdredacteur van het grootste ‘progressief georiënteerde’ blad zich even niet te laten inspireren door grote intellectuele voorgangers, die niet enkel een machtige pen hadden, maar tevens aan de fabriekspoorten hun solidariteit betoonden. Daar heeft Yves immers evenmin iets te zoeken als, zoals intussen toch wel blijken mag, in een waarlijk progressieve krant. Yves houdt van woordspelletjes; deze vindt hij waarschijnlijk ook een goeie. Yves, de smet op het blazoen van De Morgen.

Jan Willems

Doe zo voort

Hoi Yves Desmet,
Jammer dat je in dit lyrische opiniestuk - weeral eens - geen goed woord over je lippen krijgt over het schitterende resultaat van Erik De Bruyn. De druiven zijn nu duidelijk echt wel te zuur geworden. Wel vind ik het zeer mooi van jou dat je ons hier eerlijk en oprecht duidelijk maakt aan wiens kant jij nu eigenlijk écht staat. Alleszins niet aan mijn kant... maar ik ben dan ook maar een dwaze arbeider uit 'de navel'...:-)
Doe zo voort Yves, je kan het!

Yves Decockere, Mortsel