Op 31 maart wordt de Italiaanse oud-voetballer Paolo Di Canio aangesteld als de nieuwe trainer van Sunderland, een Engelse club uit de Premier League. Dit zorgt voor veel ophef onder de fans en leidt tot het vertrek van vicevoorzitter David Miliband, tevens een parlementslid voor de Labour Party. Waar werd deze onrust door veroorzaakt?

Di Canio heeft tijdens zijn loopbaan meerdere keren publiekelijk toegegeven een fascist te zijn. In zijn periode als speler bij Lazio Roma (2004-2006) liet hij regelmatig een Hitlergroet zien na het scoren van een doelpunt. Eén van de wedstrijden waar Di Canio dit deed was uitgerekend tijdens een competitieduel op 11 december 2005 tegen Livorno, een club met een zeer linkse aanhang. Dit leidde tot grote spanningen tussen de ultrarechtse supporters van Lazio en de linkse fans van Livorno.

Livorno

A.S. Livorno Calcio werd in 1915 opgericht in de Toscaanse havenstad Livorno, de geboorteplaats van de Partito Communista Italiano – de Italiaanse Communistische Partij. Tegenwoordig komt de club uit in de Serie B. De supporters van Livorno staan er bekend om dat zij hun politieke voorkeur trots laten zien tijdens de wedstrijden van hun club. Op de tribunes zwaaien vele supporters met vlaggen met de afbeelding van Che Guevara of de hamer en sikkel erop. Deze politieke voorkeur gaat hand in hand met een verregaande betrokkenheid bij hun club. Op 24 januari 2010 neemt de bij de fans zeer populaire trainer Serse Cosmi ontslag na een ruzie met voorzitter Aldo Spinelli. De fans reageerden direct door een grootschalige actie op touw te zetten waarmee ze Spinelli onder zware druk zetten. Twee dagen na zijn ontslag, stond Cosmi weer voor de spelersgroep. Deze prestatie is een bron van grote trots onder de supporters, omdat de arbeiders op de tribune daadwerkelijk invloed hebben gehad op de bourgeoisie in de bestuurskamer.

Een andere bron van trots is cultheld Cristiano Lucarelli. Deze spits, geboren en getogen in Livorno, kwam pas in 2003 naar de club uit zijn geboorteplaats maar was ruim voor die tijd een held bij de supporters. In 1997 scoorde de toen 22-jarige Lucarelli voor Jong Italië en tijdens het juichen liet hij zien dat hij onder zijn voetbalshirt een t-shirt droeg met de beeltenis van Che Guevara. In de overwegend rechtse voetbalwereld van Italië was dit ongehoord en het duurde tot 2005 voordat Lucarelli weer werd opgeroepen voor het nationale elftal van Italië. Het spreekt dan ook voor zich dat de komst van Lucarelli in 2003 met luid gejuich werd ontvangen op de tribunes van Livorno. Hij is in alle opzichten de tegenhanger van Paolo Di Canio. Hij laat trots weten dat hij een communist is en draagt het rugnummer 99, als eerbetoon aan de ultralinkse supportersgroep Brigate Autonome Livornesi, die in 1999 werd opgericht. Tot zijn vertrek in 2007, na een ruzie met voorzitter Spinelli, speelde hij 146 wedstrijden voor de club waarin hij 92 keer scoorde. In het seizoen 2009-2010 speelde hij nog eenmaal op huurbasis voor zijn thuisclub. Inmiddels is Lucarelli gestopt met voetballen.

 Over de grens

Echte communisten zijn in hun hart en nieren internationalisten. Dit geldt ook voor de fans van Livorno. Zij onderhouden al enige jaren zeer nauwe banden met de eveneens linkse supportersgroeperingen van Olympique Marseille en AEK Athene. Samen vormen de fanclubs Commando Ultras 84 (Olympique Marseille), Brigate Autonome Livornesi en Original 21 (AEK Athene) een “broederschapsdriehoek”. De leden van deze groepen laten regelmatig spandoeken en vlaggen zien met de logo’s van de bevriende clubs. Een andere niet-Italiaanse club waar de supporters van Livorno nauwe banden mee hebben, is Adana Demirspor uit Turkije. Voor een vriendschappelijke wedstrijd in september 2009 hielden de linkse Turkse en de Italiaanse fans een demonstratie in het centrum van de Zuid-Turkse stad Adana. Dit zorgde voor veel verraste reacties in het door reactionaire krachten geregeerde Turkije.

Datzelfde Turkije is de laatste weken ook het toneel van een interessant schouwspel. Supporters van de Istanbulse aartsrivalen Besiktas, Fenerbahçe en Galatasaray lopen naast elkaar in hun demonstraties tegen de regering van premier Erdogan. Waar deze fans in normale tijden het liefst elkaar de hersens in slaan, staan zij nu broederlijk tegenover de ME en trotseren ze samen het traangas. Door hun ervaring met straatgeweld vormen ze ervaringsdeskundigen voor de overige Turkse demonstranten die nu blootgesteld worden aan het meest wrede politiegeweld.

St. Pauli

Naast Livorno, is FC Sankt Pauli een andere club die in de voetbalwereld vooral bekend is vanwege haar socialistische aanhang. FC Sankt Pauli is een Hamburgse voetbalclub die werd opgericht in 1910 in de volkswijk Sankt Pauli. De ontwikkeling van een normale voetbalclub naar een linkse cultclub begon in de jaren tachtig met het ontstaan van een alternatieve supportersscène, vooral gebaseerd op linkse politiek, sociaal activisme en een antifascistische opstelling. St. Pauli werd de eerste voetbalclub in Duitsland die een verbod instelde op alle ultrarechtse acties in en rond het stadion. Dit was, zeker in die tijd, een unicum in de voetbalwereld, die werd geplaagd door ultrarechtse hooligans.

Hun denkbeelden op het gebied van racisme, fascisme en homoseksualiteit zijn vastgelegd in het supportersmanifest van de club en vormen het hart van de supportersgroeperingen. In tegenstelling tot de fans van Livorno, zijn de supporters van St. Pauli ook buiten het stadion politiek actief. Fans van de club zijn betrokken geweest bij het kraken van leegstaande panden en bij demonstraties voor het behoud van sociale woonvoorzieningen. De supporters beseffen dat de wijk waar het stadion van de club staat deel uitmaakt van de identiteit van de club en dat zij een sociale verantwoordelijkheid hebben jegens de wijk Sankt Pauli.

Waar de andere voetbalclubs op alle mogelijke manieren proberen meer geld binnen te slepen en op deze wijze meer succes willen bereiken, zijn de fans van St. Pauli bereid sportief succes in te ruilen voor het unieke karakter van de club. Een bestaan in de Tweede Bundesliga is voor de meeste fans een kleine prijs om te betalen voor het behoud van de identiteit van hun club. In de door geld gedomineerde voetbalwereld is dit een bijzonder verfrissend geluid.

Politiek en voetbal

In Nederland hebben politiek en voetbal weinig met elkaar te maken. Natuurlijk is er af en toe een analyse te lezen over de rivaliteit tussen Feyenoord en Ajax, die te maken zou hebben met de arbeiders uit Rotterdam tegenover de kooplieden uit Amsterdam, maar een echte politieke dimensie ontbreekt. De meeste rivaliteiten hebben een sportieve of regionale basis. Dit neemt niet weg dat de verhoudingen binnen de maatschappij in een voetbalstadion pijnlijk worden blootgelegd. Veel stadions hebben skyboxen, die alleen voor grote bedrijven betaalbaar zijn. In deze comfortabele ruimtes ver verheven boven de normale tribunes kan de bourgeoisie elkaar vermaken onder het genot van een bitterbal, een wijntje en een potje voetbal. Iets verder naar beneden staan vele rijen zachte stoelen (soms met stoelverwarming) waar de middenklasse plaats kan nemen. Weer verder zitten de arbeiders. Volgepropt als vee in een vak zitten ze kort op elkaar op plastic klapstoeltjes en hebben ze bijna een verrekijker nodig om hun spelers op het veld vele meters naar beneden te kunnen aanschouwen.

Zo vormt het voetbalstadion een perfecte afspiegeling voor de klassenverhoudingen in de samenleving. Het verschil in luxe leidt ook in de voetbaltempels tot spanning. Vaak keren de supportersgroepen zich tegen de heren in de skyboxen die in hun ogen de voetbalclub verpesten door commercie boven het voetbal te stellen. Waar voor de zakenlieden de voetbalclub een leuk platform is om reclame te maken voor hun bedrijven, is de voetbalclub voor de gewone supporters in de straat hun liefde en hun leven. Deze verschillende visies botsen en zijn onverenigbaar, net als de visie van de bourgeoisie en de arbeidersklasse.