De overstromingen van december 2002 en van januari dit jaar hebben de problematiek van de waterwegen en de extreme urbanisering weer op de voorgrond gebracht. De gemeente Tubeke net zoals vele andere gemeenten heeft enkele vreselijk moeilijke dagen meegemaakt. De woningen aan de oevers van de Zenne werden snel verrast door de stijging van het waterpeil. De eindejaarsfeesten werden toen gevierd met de voeten in de modder en onderbroken door regelmatige bezoek van de brandweer en tegen een achtergrond van het lawaai van de waterpompen.

Het probleem is niet nieuw. De laatste tien jaar is de Zenne regelmatig buiten haar oevers getreden. Reden te meer om het probleem eens en voor altijd op te lossen. Een aantal werken werden reeds uitgevoerd maar met welk resultaat vragen wij ons af? Het rechttrekken van de slingerende Zenne heeft al duidelijk zijn beperkingen aangetoond. Deze waterweg blijkt ontembaar en bij ernstige regenval treedt de rivier buiten zijn oevers. Verschillende miljoenen werden hieraan besteed maar zonder de situatie te verbeteren.

Het is veel te eenvoudig de schuld alléén in de schoenen van een ontregeld klimaat te schuiven. We willen ook de overdreven urbanisering aan de kaak stellen. Zou het dan voldoende zijn om beter te plannen en minder te bouwen? Zijn de plaatselijke overheden dan helemaal gek geworden of onbevoegd zodat ze de bouwspeculanten de vrije hand laten?

Het is een publiek geheim dat net zoals de andere productiekrachten de grond de inzet is van grote speculatie waarbij milieubekommernissen en het risico voor overstromingen misprezen worden. Door het nijpend gebrek aan bouwgronden, draaien de betonmolens al jaren op volle toeren en zorgen ze voor vette winsten.

Maar waarom blijkt het College en de gemeenteraad van Tubeke blind voor deze problemen? Het antwoord is eenvoudig. Dezelfde mensen die geen vin verroerd hebben bij de sluiting van de Forges de Clabecq, de champagneflessen hebben ontkurkt bij de overname van Duferco en hemel en aarde hebben beloofd aan de arbeiders klagen nu over het gebrek aan inkomsten en de tekorten op de begroting. Om hier iets aan te veranderen moeten er nieuwe inwoners aangetrokken worden in de gemeente om de kassen te spijzen. Alle middelen zijn goed om dit doel te bereiken. Steeds meer kleine percelen worden alsmaar duurder verkocht. Hoge gebouwen worden opgetrokken op de meest chaotische manier en terreinen worden overgoten met beton zonder dat hier een hydrologische studie aan voorafgaat. Hoeft nog een lang betoog om te begrijpen dat nieuwe overstromingen onvermijdelijk zijn?

Het tekort op de begroting duwt in de richting van een ongeremde urbanisering die enkel en alleen maar de grote bouwondernemingen ten goede komt ten koste van het welzijn van de inwoners. Deze laatste bekommernis moet centraal blijven in de strijd van de arbeidersbeweging. De cynische dictatuur van de markt zwaait hier ook de plak ten koste van de gewone mensen. Het is veel te gemakkelijk om de natuur alle schuld te geven.