Dinsdag 26 november werd de 27-jarige Belg van Marokkaanse afkomst Mohamed Achrak bij hem thuis in een woonblok te Borgerhout doodgeschoten door zijn 66-jarige buurman. De autoriteiten sloten meteen uit dat het om een racistische moord zou gaan. Nochtans zou de dader in zijn buurt bekend staan voor zijn racistische houding. De autoriteiten en de media leiden echter de aandacht af van een racistisch motief door te stellen dat de dader een psychiatrisch verleden heeft.

Het idee dat het hier om een afleidingsmanoeuvre gaat wordt nog versterkt door het feit dat het hier net hetzelfde discours betreft dat we ook te horen kregen over de dader van de meervoudige moord op een Marokkaanse familie in mei te Schaarbeek. Toen werd ook gezegd dat de dader een psychiatrisch verleden had. Dat je minstens licht gestoord moet zijn om een medemens in koelen bloede af te maken is evident. Men probeert hier echter te vermijden de discussie aan te gaan over de acuut problematische omstandigheden in wijken zoals Borgerhout en Schaarbeek, die door gebrek aan structurele oplossingen uitmonden in etnische spanningen.

Tegen demonisering en criminalisering

Opvallend is hoe deze betreurenswaardige gebeurtenis, waardoor logischerwijze toch in de eerste plaats Marokkanen of Belgen van Marokkaanse afkomst zich bedreigd zouden moeten voelen, vakkundig wordt aangegrepen om een regelrechte oorlogsverklaring te richten tot het meest misnoegde deel van de Marokkaanse gemeenschap. De demonisering van de Arabisch-Europese Liga (AEL) door politici en pers, waarvan we de laatste weken getuige mochten zijn, kwam door deze gebeurtenis plots in een stroomversnelling. De rellen en baldadigheden waarmee een aantal Marokkaanse jongeren op een contraproductieve manier uiting gaven aan hun misnoegdheid en frustratie als gevolg van de moord in Borgerhout, worden Abou Jahjah en de AEL aangewreven.

Verhofstadt juichte in de Kamer het beleid van nultolerantie van de Antwerpse politie toe en veroordeelde de rol van de AEL bij de rellen dinsdag en woensdag in Antwerpen. “De Liga wil de stad terroriseren'', zei de premier. “Ze wil de politie verjagen en probeert greep te krijgen op Antwerpse wijken, om daar misdaadactiviteiten voort te zetten." Verhofstadt beklemtoonde evenzeer dat de AEL pas buiten de wet kan worden gesteld als er een waterdicht juridisch dossier bestaat. Maar actie is op komst, zei de premier stoer. Ook minister van Binnenlandse Zaken Duquesne rolde met de spierballen. “Mocht blijken dat het wettelijk arsenaal voor het Antwerps parket niet voldoende is om op te treden tegen de AEL, dan neem ik zelf een initiatief om de wet aan te passen.''(De Standaard 29/11/02).

Donderdagavond rond 21u was het dan zover. De Antwerpse politie arresteerde Dyab Abou Jahjah. Hij werd klemgereden in de buurt van zijn flat te Deurne. De politie had een aanhoudingsbevel van de onderzoeksrechter. Welke beschuldigingen de AEL-voorman ten laste worden gelegd, wilde het parket niet zeggen. Ook werd de woning van Abou Jahjah doorzocht en nam men een aantal van zijn bezittingen in beslag. Vrijdag werd bekendgemaakt dat Abou Jahjah onder meer bendevorming, weerspannigheid en opzettelijke slagen aan een agent ten laste worden gelegd. Hij blijft voorlopig aangehouden.

Of deze beschuldigingen terecht zijn zullen we waarschijnlijk nooit met zekerheid weten en is ook van secundair belang. Het is echter duidelijk dat de hele demonisering en criminalisering van Abou Jahjah en de AEL gezien moet worden in het kader van de internationale machtsverhoudingen, ‘the war on terrorism’, de oorlogsvoorbereidingen tegen Irak en de aan het fetisjisme grenzende fixatie op moslims bij dit alles.

Het is deze internationale context die ook grotendeels verklaart waarom een beweging zoals de AEL net nu opkomt en zoveel media-aandacht krijgt. De problemen in het Midden-Oosten, het aanslepende Palestijnse conflict en de arrogante houding van imperialistische mogendheden zoals de VS, Groot-Brittannië en Israël gecombineerd met de sociale problemen en het racisme dat migrantenjongeren hier ondervinden, en vooral het gebrek aan aantrekkingskracht en maatschappelijk alternatief van de arbeidersbeweging, zijn de verklaring voor de opkomst van een organisatie zoals de AEL.

Sociale ellende

Mohamed Chakkar, voorzitter van de Federatie van Marokkaanse Verenigingen, verwijst in dat verband naar rellen met allochtone jongeren in Brussel in 1991. “Er zou beter onderwijs komen, meer tewerkstelling, jongerenwerking. We hebben er niet veel van gezien. Jongeren hebben daarna nog signalen gegeven, in Antwerpen, in Sint-Niklaas. Zij doen dat op een agressieve manier en dat veroordelen we, maar wil men eindelijk eens luisteren naar hen!" De pijnpunten zijn bekend, zegt hij: “In het onderwijs loopt de leerachterstand op, die bedraagt nu al drie jaar. De doorstroming naar het hoger onderwijs vermindert. Het Gelijke Kansendecreet is een gemiste kans. We hebben twee jaar amendementen ingediend. Minister van Onderwijs Marleen Vanderpoorten is hier twee keer geweest. Ze was onder de indruk maar ik zie dat niet in haar beleid.'' “Wij pleiten al lang voor kleinere klassen, extra pedagogisch comfort, aangepast didactisch materiaal. Veel scholen doen of hun populatie niet veranderd is terwijl 65 procent van de kinderen die in Borgerhout naar school gaan van allochtone afkomst zijn. De witte vlucht is gigantisch maar men doet of er niets aan de hand is. Tewerkstelling bijvoorbeeld. Nog zo'n pijnpunt. “De VDAB zegt zelf dat in Antwerpen de werkloosheid onder allochtone jongeren 37 procent is. Het Vlaams Economisch Verbond geeft toe dat er in bedrijven structurele discriminatie bestaat”, vertelt Chakkar.

De problemen die hier beschreven worden zijn echter geen problemen die uitsluitend migranten treffen. Het zijn sociale problemen die voortkomen uit de structurele ongelijkheid die in stand gehouden wordt door het kapitalistisch systeem. Het is juist dat migranten daarvan de grootste slachtoffers zijn omdat zij te maken hebben met de sociale problemen die ook de rest van de werkende bevolking treffen en daarbij nog eens gediscrimineerd worden op allerlei manieren.

De ideologie van het AEL

De AEL klaagt terecht discriminatie en sociale achterstelling aan, maar doet dit op basis van etniciteit en religie. De AEL is een Arabisch nationalistische en Islamitische organisatie. De woordvoerder Abou Jahjah vergelijkt de aanpak van zijn organisatie graag met het vroege gedachtengoed van Malcolm X, toen hij zichzelf nog als een ‘black muslim’ omschreef. Later, tegen het einde van zijn leven ontwikkelde Malcolm X een heel andere visie weg van het nationalisme in de richting van een gemeenschappelijke revolutionaire strijd van zwarte en blanke arbeiders tegen het kapitalisme. De Black Panthers in de VS hadden een betere kijk op de zaak. Bobby Seal, een van de leiders van de Black Panthers stelde: “Wij bestrijden het racisme met solidariteit. Wij bestrijden het uitbuitende kapitalisme niet met zwart nationalisme. We bestrijden het kapitalisme met socialisme. En we bestrijden het imperialisme niet met meer imperialisme. We bestrijden het imperialisme met proletarisch internationalisme.”

De AEL blijkt nog ver weg van deze conclusies. De nationalistische en religieuze aanpak werkt een polarisatie van gemeenschap tot gemeenschap in de hand die nooit ten voordele kan zijn van de migranten. Zo geeft men eigenlijk onbewust een verlengstuk aan de demagogie van het Vlaams Blok, maar dan van de andere kant. Er is niets progressiefs aan het terugplooien op de eigen cultuur, het ijveren voor de oprichting van eigen scholen, partijen of instellingen. Jonge en radicale migranten moeten strijden tegen het racisme en sociale achteruitstelling op basis van een revolutionair socialistisch programma. De echte tegenstellingen liggen op klassenlijnen. Het is enkel de gezamenlijke strijd van alle arbeiders ongeacht hun nationale of religieuze oorsprong voor sociale verandering die een duurzame oplossing kan bieden.

De grote verantwoordelijkheid ligt hier bij de arbeidersbeweging, de vakbonden en de SP.a. Deze organisaties zouden het racisme moeten bevechten op de werkplaatsen en in de wijken en verbinden met een programma voor maatschappijverandering. Een programma voor de strijd voor socialisme. Het is in dat verband ook schandalig dat in een stad als Antwerpen, waar de socialisten in de gemeenteraad zitten en de burgemeester hebben, op zo’n repressieve manier wordt opgetreden tegen mensen die – weliswaar op een contraproductieve manier – uiting geven aan terechte frustraties en problemen. Ook de uitspraak van Leona Detiège dat de moord geen racistisch motief zou zijn, is beneden alle pijl. Heel deze politiek speelt enkel in het voordeel van het Vlaams Blok, dat reeds bekendmaakte blij te zijn met het repressieve optreden en de arrestatie van Jahjah, er aan toevoegde dat er verder gegaan moet worden op de ingeslagen weg en dat de AEL verboden moet worden.

De AEL verbieden is echter totaal geen oplossing. De basis van het probleem blijft op die manier onaangetast en zal vroeg of laat weer op een andere manier aan de oppervlakte komen. De voorwendsels op basis waarvan men vandaag trouwens de AEL tracht te verbieden zullen ook zonder schroom ingezet worden tegen andere organisaties zoals vakbonden en linkse partijen op het moment dat ze gezien worden als een bedreiging voor het establishment, de heilige orde van de ‘vrije markt’. Hiervan zagen we de laatste jaren een voorbeeld met het proces tegen de syndicale afgevaardigden van de Forges De Clabecq of momenteel in Italië, waar Berlusconi twintig mensen liet arresteren die een prominente rol spelen in de antiglobaliseringsbeweging.

Voor een radicale antikapitalistische aanpak

Voor een fundamentele oplossing van de problemen van de migrantengemeenschap is het noodzakelijk dat ze de echte polarisatie die aan de gang is onder ogen zien. De polarisatie tussen arm en rijk, de polarisatie tussen arbeid en kapitaal. Zowel op wereldvlak als lokaal nemen armoede en sociale problemen toe door economische achteruitgang en de daarmee gepaard gaande afbouw van sociale stelsels. Men tracht de werkende bevolking de crisis te doen betalen en creëert daarmee spanningen die de aandacht afleiden van de echte problemen zoals werkloosheid, flexibiliteit, bedrijfssluitingen, vervreemding, uitsluiting, vermindering van sociale uitkeringen, oorlogen enzovoort, met als gevolg het uiteenvallen van het hele sociale weefsel.

Naar aanleiding van de ‘rellen’ in Brussel in 1991 publiceerden wij reeds een programma tot omvorming van de volksbuurten dat vandaag de dag, meer dan tien jaar later, nog steeds van toepassing is:

- Vernieuwing van vervallen woningen. Onteigening van duizenden leegstaande woningen indien ze niet binnen de drie maand verhuurd worden. Drastische verhoging van het budget voor sociale woningbouw zodat iedereen een appartement gegarandeerd kan worden dat groot genoeg en bewoonbaar is aan prijzen die niet hoger liggen dan 10 procent van het inkomen. Geen uitdrijving zonder nieuwe huisvesting.

- De buurten moeten beschikken over sport- en culturele centra, jeugdhuizen enzovoort, gratis en onder controle van comités paritair samengesteld uit de gemeentelijke administratie, de jeugdorganisaties, buurtcomités en vakbonden.

- Niet-racistische discotheken aan democratische prijzen.

- Extra crèches om te voldoen aan de vraag naar kinderopvang

- Strijd tegen mislukking op school. Een opleiding en diploma voor elke jongere die de school verlaat. Voor een echte herfinanciering van het onderwijs.

- Efficiënte maatregelen waardoor een vaste job voor elke jongere gegarandeerd wordt. Vermindering van de arbeidsduur tot 32 uren per week zonder verlies van inkomen en met bijkomende aanwervingen. Afschaffen van alle nepstatuten.

- Hou drugs uit onze buurten! Een massale campagne opgezet door bewoners, jeugdorganisaties en de vakbonden.

- Stemrecht en verkiesbaarheid voor iedereen.

- Opzetten en verkiezen van buurtcomités om zelf de buurten te kunnen beheren en vreedzaam samen te leven met alle nationaliteiten.

- Om deze maatregelen te kunnen bekostigen moeten we financiële middelen vrijmaken door de nationalisatie van de banken en financiële instellingen onder beheer en controle van de arbeidersbeweging.