We zijn goed op weg om een wereldrecord te breken in België. Op 17 februari 2011 overschrijden we het trieste record “langste tijd een land zonder effectieve regering”. Tot half februari is het nog in handen van Irak. De Europese gouden medaille heeft ons land een paar weken geleden al in de wacht gesleept. Toen onttroonden we Nederland.  

De politieke impasse rond de zesde staatshervorming lijkt zonder uitkomst. De zeven partijen die onderhandelen komen maar niet tot een akkoord. De ene ‘cruciale’ dag volgt de andere op. Verschillende onderhandelingen, telkens ‘de laatste kans’, volgen elkaar eveneens op. Maar het baat niet. Er is nog altijd geen akkoord. De laatste schipbreuk in de onderhandelingen rond de nota van Johan Vande Lanotte heeft bij een gedeelte van de bevolking iets losgemaakt. De gelatenheid werd plots boosheid en ergernis. Allerlei initiatieven zagen het licht: je baard laten groeien totdat er een regering is het grappigst. Sindsdien kan je ook digitaal kamperen voor de Wetstraat en dan is er ook de veelbesproken actie ‘No Government, Great Country’.

Een paar studenten uit Antwerpen en Brussel beslisten een oproep te lanceren voor een betoging. De enige eis van de actie was: ‘een regering, nu!’ Snel zwol het initiatief aan, mede met de hulp van de media. De tot nu toe onbekende organisatoren vielen als het ware ‘omhoog’. Waar sommigen jaren of een hele loopbaan over doen, bereiken zij op een paar dagen tijd: ze worden ‘BB’, of ‘Bekende Belgen’. Ze zeggen apolitiek te zijn. Nogal een tegenstrijdigheid als je snel een regering wil. Wat die regering precies moet doen blijft ook onbeantwoord. Als ze maar snel in het zadel wordt gebracht. We weten dat de politiek net zoals de natuur niet houdt van de leegte. Bij verstek van een links alternatief gedragen door een sociaal -politiek front met de PS, de SP.a en de vakbonden komt er plaats vrij voor allerhande initiatieven. De oproep voor de mars van 23 januari is net zo een initiatief dat aanslaat en iets wat onder het oppervlak leeft naar boven brengt.

Het is ook zo dat de grenzen van het geduld zijn bereikt bij een groot deel van de bevolking. De verwarring is groot. Mensen weten niet goed meer waarom ze nog stemmen en wat hun stem nog waard is. Er is veel ergernis, boosheid, ongerustheid. De mensen worden dolgedraaid door die marathononderhandelingen. Het algemeen klimaat van crisis van de vertrouwde instellingen (waaronder de meest belangrijke deze van de katholieke kerk) vergroot het gevoel van ontreddering.

Er wordt naar allerlei verklaringen gezocht voor dit politieke circus. Allerlei ’eenvoudige’ verklaringen doen de ronde. De politici zijn ‘incompetent’, ze ‘denken alleen maar aan hun eigenbelang’, ‘het is allemaal hun fout’ enzovoort. Hoe verleidelijk een simpele uitleg ook is, ze blijft… simpel. Hetzelfde geldt voor de ‘oplossingen’ die worden aangereikt. ‘Ontbind de partijen’, ‘verminder de dotaties’ om er maar een paar te noemen. De verleiding voor demagogie zowel bij rechts en links is soms groot. Nochtans is er vraag naar serieuzere verklaringen.

Communautaire en sociale polarisatie

De politieke impasse is het resultaat van grondige en zeer reële politieke en communautaire tegenstellingen. De N-VA en de eisen van het Vlaamse patronaat (eveneens gedeeld door de Franstalige patroons) staan hierin centraal. N-VA staat voor een combinatie van Vlaams-nationalisme en ultraliberalisme. De oude mechanismen van overleg en consensus, zo typerend voor België en ogenschijnlijk zo efficiënt in het verleden, blijken niet meer te werken. Het ‘Belgique à papa’ is eveneens een ingewikkeld en subtiel stelsel van sociale, communautaire en politieke compensaties en schokdempers. De veelheid van tegenstellingen die de Belgische samenleving doorkruisen worden zo geneutraliseerd. Dit stelsel kan enkel werken als er geld, veel geld is, om het raderwerk te oliën. Nu wil rechts Vlaanderen, met N-VA, Unizo en Voka op kop, dit België niet meer financieren. Het is immers een hindernis voor hun antisociale schoktherapie.

De redding van de banken heeft ook een duizelingwekkend gat geslagen in de overheidsfinanciën. Het raderwerk begint te kraken. De tegenstellingen kunnen moeilijker opgevangen worden. Er wordt nu ook met blote vuist gevochten in de Wetstraat en niet meer met fluwelen handschoenen. Ook de sociale relaties, dat wil zeggen de relaties tussen patroons en vakbonden, worden alsmaar bitser en moeilijker. De leden van de G10 (vakbonden en patroonsorganisaties) hoopten met een onderhandeld IPA te kunnen aantonen dat zij toch nog in staat waren water in elkaars wijn te doen en tot een eerbaar compromis te komen. Vooral de vakbondsonderhandelaars wilden hier hun staatsmanschap bewijzen.

Onder dat akkoord ontploffen nu allerlei bommen, zowel rode als groene. De Franstalige christelijke bediendenbond verteert het akkoord ook al niet. Voordien hadden de rode metaalarbeiders en bedienden de tekst al naar de prullenmand verwezen. In het algemeen kan men zeggen dat de tegenstellingen vergroten of dat hun echte proporties aan het oppervlak komen. Dit is vooral het gevolg van bestaande klassentegenstellingen die de laatste 15 à 20 jaar alsmaar groter zijn geworden. De crisis van 2008 heeft die tegenstellingen en hun politieke uitdrukkingen (dikwijls zeer verward) nog meer uit elkaar gedreven. Weg van ‘het midden’, verder op naar polarisatie. Een vertwijfelde luisteraar vertelde de RTL-radio “dat er in België geen compromissen meer mogelijk zijn”, zowel tussen patroons en vakbonden als tussen politieke partijen.

Tegen nationalisme

In de verwarring die heerst is er toch wel duidelijkheid. Het feit dat er meer dan 30.000 mensen mee betoogden in Brussel is een belangrijke politieke daad die verder reikt dan de officiële intenties van de organisatoren. Het is een poging van een gedeelte van de bevolking om weer greep te hebben op de politiek, van onderuit en door massa-actie. Het is een objectief protest tegen dit politiek stelsel dat de burgers betuttelt, manipuleert en niet bang is om nationalistisch vergif en leugens te spuien. Het was een vraag naar een echt democratisch stelsel. Wie meeliep in de betoging van ‘Shame’ kwam veel jongeren tegen, waaronder velen die voor de eerste keer in hun leven deelnamen aan een betoging, net zoals de overgrootmoeder van 82 jaar die nooit van haar leven had betoogd. Er was jolijt in de betoging, maar ook veel boosheid tegen het nationalistisch opbod, tegen de N-VA in het bijzonder, tegen de verdeling tussen Vlamingen en Franstaligen. Er was ook ouderwets Belgicisme en soms koningsgezinde heimwee, maar ook veel ingehouden opstandigheid. De linkerzijde zou er goed aan doen dit terrein van de politieke boosheid ook te betreden. Een aantal vakbonden hebben dit begrepen. BBTK Antwerpen was daar met een opvallende delegatie en met de eis voor solidariteit tussen Vlamingen en Walen en voor een federale sociale zekerheid. Métallo’s uit Charleroi en ACV’ers waren er ook te zien.

De ABVV-Jongeren en de Jeunes FGTB hadden ook opgeroepen om te betogen voor ‘een sociale regering’. Terecht zeggen ze: “We begrijpen de werkers die genoeg hebben van deze institutionele blokkering. Maar ze moeten zich niet laten gaan door die vermoeidheid en om het even welke regering aaN-VAarden!” SP.a Rood verdeelde ook een pamflet en viel op met tweetalige spandoeken voor een regering die de banken de crisis doet betalen. Ook de progressieve kunstenaars van ‘Niet in mijn naam’ waren zeer zichtbaar. De hele arbeidersbeweging had er beter aan gedaan deel te nemen aan deze betogingen.

Natuurlijk zijn er andere kapers op de kust: de rechterzijde en de patroons. Snel na de oproep van ‘No Government, Great country’ spraken een groep industriekapiteins zich in dezelfde zin uit. Zij willen snel een regering die een echte schoktherapie doorvoert tegen de welvaartstaat en de openbare financiën. Zij spelen in op het gevoel van vermoeidheid onder de bevolking. Een regering met hun sociaaleconomische agenda hopen ze dan aaN-VAardbaar te maken.

Geen regering voor patronale schoktherapie

Zo stelt de patroon Mestdagh, net verkozen tot ‘ondernemer van het jaar’ in Le Soir: “Ik verkies een akkoord dat ongunstig is voor de Franstaligen boven de huidige blokkering. Zo zouden de Walen tenminste in actie schieten. Taboe-onderwerpen zoals de controle op de werklozen, het niveau van de werkloosheidsuitkeringen, het zwartwerk kunnen dan aangepakt worden”. Dit zijn de echte prioriteiten van het patronaat. De patronale think-tank Itinera vindt nu ook dat het allemaal welletjes is en stelt voor dat “het opmaken van de staatsbegroting zou worden toevertrouwd aan de privésector”, namelijk aan een speciaal daartoe opgericht besparingscomité dat bestaat uit deskundigen!

“Volgens Itinera moeten de inspanningen voor een begrotingsevenwicht voornamelijk komen uit verlaagde overheidsuitgaven, want rekenen op extra inkomsten is niet zeer realistisch omdat België al een zware belastingdruk heeft. En men verwijst naar deugdzame Europese landen die drastische maatregelen hebben genomen die men vroeger niet zou aangedurfd hebben. Concreet pleit Itinera voor een combinatie van snoeien in consumptieve uitgaven zoals lonen en subsidies en bovendien zouden ook de sociale uitgaven beperkt kunnen worden”, aldus het Brusselse ABVV.

We mogen onze neus niet optrekken voor zulke betogingen, zoals te veel linksen doen. Het terrein van de politieke boosheid, hoe verward en wisselvallig ook, moet daarom door de linkerzijde in het algemeen en de arbeidersbeweging in het bijzonder worden bezet. Niet om aan gemakkelijke demagogie te doen, maar om de rechtse ideeën te bekampen op het terrein waar ze worden verspreid. Om een links alternatief aan te bieden aan beide kanten van de taalgrens.

Zie ook dit filmpje van het Collectivo Zudaka:
{youtube}ubRAooDYYAo{/youtube}

Tijdschrift Vonk

layout Vonk 322 page 001

Activiteiten

Onze boeken

Onze boeken