Al een hele tijd verschijnen berichten in de kranten over het begrotingstekort van de federale overheid en de plaats die de sociale zekerheid daarin inneemt. ACV-voorzitter Luc Cortebeeck zei in een interview aan De Standaard (22/08/09) dat besparen op de sociale zekerheid geen optie is, en dat het beter zou zijn om nieuwe inkomsten te zoeken. Maar waar moet de overheid deze halen?

Een aantal taboes doorbroken

Cortebeeck stelde voor om "de sterkste schouders de grootste lasten te laten dragen". Anders gezegd, betekent dit: een hogere belasting op vermogens en kapitaal. Cortebeeck was hiermee in geen geval origineel - denk aan de campagne van SP.a Rood dit jaar - maar hij heeft de politieke en economische wereld op stelten gezet. Er moet niet enkel een belastingshervorming komen, maar daarnaast moet ook de fiscale aftrekbaarheid van het pensioensparen en de dienstencheques worden aangepakt. Twee taboes in één interview doorbroken, en wat voor gevolgen had dit!

Liberale economen reageerden furieus, wat uiteraard logisch is als er geraakt wordt aan de belangen van de bourgeoisie en de bedrijfsleiders. Frans Vanistendael (KU Leuven) vergelijkt echter appelen met peren: "Het is niet door de aftrek voor pensioensparen of dienstencheques af te schaffen of de belasting op kapitaal te verhogen dat er meer werkgelegenheid komt voor jongeren. Daar zijn andere, niet-fiscale maatregelen voor nodig." (DS 26/09) Inderdaad, Vanistendeal heeft hierin gelijk, maar het feit is wel dat de sociale zekerheid en haar werking gebaseerd zijn op de werkende mensen en hun solidariteit ten opzichte van anderen door het leveren van een bijdrage om dat hele systeem draaiende te houden. Op die manier is het verbonden aan het belang van werkgelegenheid.

Vanistendael wil daarnaast ook dat de werkgeversbijdrage aan de sociale zekerheid voor jonge werknemers daalt, dat deze laatste dus goedkoper worden door een lagere loonkost. Daar staat weliswaar iets tegenover: laat de mensen langer werken, zodat ze langer kunnen bijdragen aan de sociale zekerheid. Op die manier komen we (onvermijdelijk) weer uit bij het Generatiepact.

Geert Noels, inmiddels 's lands meest bekende econoom, stelt dat de belastingen op dit moment al voor een groot deel betaald worden door de mensen met de hoogste inkomens. De grafiek die hij erbij plaatst, toont ons dat 10 procent van de bevolking 30 procent van de inkomens in handen heeft en 42 procent van de belastingen betaalt. Het geeft daarnaast ook duidelijk weer dat het inkomensverschil in België geen klein putje is, maar een heus ravijn. De reden waarom de mensen met de hoogste inkomens de meeste belastingen betalen, is - volgens Noels - te wijten aan de lage activeringsgraad in België, waardoor zij die wél werk hebben, grotendeels moeten instaan voor de belastingen. Dat de grootste inkomens meestal niet uit eigen arbeid voortkomen, maar uit de opbrengst van kapitaalsbeleggingen, en dus uit de arbeid van zij die wel werken, vergeet hij hier natuurlijk bij te vermelden.

Open VLD was (logischerwijze) tegen de voorstellen van Cortebeeck. Hogere belastingen en een einde maken aan pensioensparen zijn immers not done voor de liberalen. CD&V stotterde iets waaruit moeilijk op te maken was wat het standpunt zou worden en de jongeren van CD&V boorden Cortebeeck dan weer min of meer de grond in. In de SP.a had Caroline Gennez "niets toe te voegen".

Ten slotte is er nog Caroline Ven, sociaal-economische kabinetschef van premier Herman Van Rompuy, die aangelopen komt met typisch rechts-economische recepten (Knack, 26/08), en zij verschilt weinig van Frans Vanistendael en Geert Noels, in de zin dat ook volgens haar de activeringsgraad te laag ligt. Haar uitgangspunt is de dalende concurrentiekracht van België, die - zo stelt Ven - het gevolg is van de te hoge arbeidskosten. Haar oplossing hiervoor is een loonmatiging - voorkomen dat de lonen van werknemers stijgen - en een verdere daling van de lasten op arbeid.

Voor elk probleem een duurzame oplossing

De werking van de sociale zekerheid hangt vast aan de werkgelegenheid, en dat beseffen de liberalen maar al te goed. Maar ook voor socialisten is dit geen onbekend nieuws. Liberalen hebben het klassieke antwoord aangehaald van het langere werken, het activeringsbeleid, het generatiepact dat nog steeds doorleeft. Tegenover het liberale recept staat echter de klassieke socialistische eis van een 32-urenweek zonder loonsverlies. Als we de mensen langer laten werken, komt er automatisch minder plaats vrij op de arbeidsmarkt voor de jongere generaties. Dat betekent ook dat diegenen die werk hebben en aan het werk blijven, langer moeten bijdragen aan de sociale zekerheid en de lasten moeten dragen voor de (jongere) werklozen.

Caroline Ven wilde een daling van de arbeidskosten en een loonmatiging om meer mensen aan het werk te krijgen. Lagere arbeidskosten lokken immers bedrijven en zorgen voor werkgelegenheid. Dat betekent dat meer werknemers kunnen bijdragen aan de sociale zekerheid. Die bedrijven krijgen door de lagere kosten echter cadeaus toegeworpen. Dat betekent dat de werknemers - ook in tijden van crisis - zullen moeten inleveren. Als ze dan werk hebben, moeten ze echter nog steeds langer werken en dat betekent dus dat er niet meteen plaatsen zullen vrijkomen op de arbeidsmarkt.

Als men meer werknemers wil laten bijdragen tot de sociale zekerheid, is een 32-urenweek de beste oplossing. Door de mensen minder lang te laten werken, komen er uren vrij en kan de arbeid beter verdeeld worden onder meer mensen die anders geen kansen zouden hebben op de arbeidsmarkt. Meer bijdragen vereisen dus meer werknemers en daarom zijn dus ook beschikbare arbeidsuren en werkgelegenheid nodig.

Moeten we de belasting op arbeid verlagen of afschaffen? Neen, dat niet. Geen belasting op arbeid raakt aan het hele systeem van de sociale zekerheid. Het betekent dat er geen bijdragen meer geleverd kunnen worden. Het zou veel beter zijn om de belasting op arbeid aan te vullen met een vermogensbelasting. Een vermogensbelasting van 2 procent op alle vermogens boven de 1 miljoen euro levert 7 miljard euro per jaar op. Hiermee gaan we in tegen de belangen van de rijken, maar wie de middelen heeft, mag gerust een bijdrage leveren.

Ook het pensioensparen moet worden aangepakt. Een einde maken aan de fiscale aftrekbaarheid ervan is al een eerste stap en kan nieuwe inkomsten genereren om de sociale zekerheid te financieren. Een betere stap zou zijn om de verschillende lastenverlagingen van de voorbije jaren terug te draaien. Want daar ligt de werkelijke oorzaak voor het tekort in de sociale zekerheid.

ABVV-voorzitter Rudy De Leeuw stelt in De Morgen (02/09) dat banken aan 1 procent lenen bij de overheid en zelf ontlenen aan 4 procent. Voor de sociale woonkredieten is geen geld meer over, omdat de banken hun verantwoordelijkheid niet willen opnemen en het geld niet opnieuw willen investeren in de maatschappij. Winsten staan voorop, en de zwaksten in de samenleving, zij die de recessie het meeste voelen, komen met moeite rond. Dit is een reden te meer om een openbare bank te eisen, waar mensen veilig hun geld op kunnen zetten en die investeert in sociale projecten.

Hoe zit het met de betaalbaarheid van deze voorstellen? Boven werd reeds verwezen naar een vermogensbelasting en het stopzetten van de fiscale aftrekbaarheid. Dat is uiteraard niet genoeg. De overheid moet ook meer inspanningen doen om fiscale fraude aan te pakken, die naar schatting rond de 30 miljard euro per jaar ligt. Het is duizelingwekkend hoeveel geld de overheid hierdoor misloopt.

Er is meer dan dit alles. Bedrijven hebben in het verleden té vaak cadeaus gekregen, zoals de notionele intrestaftrek. Deze afschaffen kan de overheid immense bedragen opleveren. En wat met de banken? 92 procent van het bruto binnenlands product ging naar de banken. Met dat geld is spijtig genoeg niet veel goeds gebeurd. Maar er is dus wel degelijk geld! Geld dat men niet in sociale doeleinden, maar wel in een falend kapitalisme heeft geïnvesteerd. De crisis zal niet opgelost worden door te besparen, door overal de hakbijl in te zetten en door geld op een verkeerde manier te spenderen. Geen cadeaus aan de bedrijven en de rijken meer. Wij betalen hun crisis niet. Laat de bazen hun eigen crisis betalen!