"De SP.A zou beter een goede socialistische partij zijn", zegt Erik De Bruyn, "dan een partij voor socialisten, progressieven en wat anderen. De financiële en economische crisis smeken om een degelijk socialistisch antwoord. Daar moet de partij zich op concentreren en niet op een inhoudsloze naamsverandering." Een opiniebijdrage in De Standaard.

Vanochtend werd ik zonder het te weten wakker in een nieuwe partij. Als lid van de SP.A mocht ik dat vernemen van collega's op het werk. Zij hadden beter naar het radionieuws geluisterd dan ik. In mijn partij vinden naast socialisten vanaf heden ook progressieven onderdak. Dus ook liberalen leid ik daaruit af. Er lopen immers nogal wat progressieve liberalen rond.

Ik zag op televisie 'onze' John Crombez de degens kruisen met Rik Daems van Open VLD over de begroting. Hoewel Crombez de kwaliteit van de huidige begroting terecht in vraag stelt, diste hij tegelijk een verhaal op over budgettaire orthodoxie dat me deed denken aan de liberalen van de vorige eeuw. Een aanzet naar een alternatieve begroting kwam er niet uit. Charlatan Daems daarentegen wist te charmeren met de verhoging van de pensioenen en andere zaken waarvoor socialisten zouden moeten warm lopen. Ik vrees dus dat we nog heel wat werk hebben om op het sociaaleconomische vlak een beetje uit de verf te komen

Daarbij helpt het niet een diarree van namen en begrippen over de kiezer uit te storten. In al die verpakkingen lijkt inhoud meer dan ooit zoek. In Antwerpen zijn we de Stadspartij. En in Boom heten we Boom één. Of de kiezer in deze Babylonische naamsverwarring straks zijn weg nog vindt, is maar de vraag.

En dat op een ogenblik dat we niet meer zouden moeten zijn dan een socialistische partij. Ik zou denken dat de wereldwijde economische crisis aantoont dat het de neoliberale recepten zijn die falen, en dat de tijd rijp is om met een socialistisch alternatief in de tegenaanval te gaan. Zoals we dat deden in de jaren tachtig van de vorige eeuw: het bracht ons tot op een zucht van dertig procent van de stemmen.

Op ons congres van oktober 2007 waren we het daarover trouwens roerend eens. De verwijzingen naar de glorierijke jaren tachtig waren niet van de lucht. Vanaf nu zou de partij een duidelijker profiel aannemen. Een oppositiekuur gaf ons daartoe de gelegenheid. Ook onze alliantie met Vlaams-nationalisten werd uitgespuwd. Dat we de naam van onze partij nog eens zouden veranderen om hen ter wille te zijn zou door de deelnemers aan dat congres als pure horror bestempeld zijn.

Maar mijn partij heeft het altijd nogal moeilijk met de uitvoering van congresbesluiten. Aan het einde van de rit presteert de partijtop het telkens weer haar eigen deuntje te fluiten. Zes mensen weten het in mijn partij steevast beter dan zeshonderd, laat staan zestigduizend. Misschien moeten we hen stilaan bestempelen als een partij in de partij. Nadat deze dynastie de partij gesplitst had in de vijftigduizend die vandaag nog lid zijn en de vijftigduizend die sinds die beruchte jaren tachtig de deur achter zich hebben dichtgetrokken, besloot men vooral niet te onderzoeken waarom die laatste groep vertrokken was. In de plaats daarvan werd aan een onafhankelijk vorser - echtgenoot van een SP.A-minister - gevraagd om een onderzoek in te stellen naar de redenen waarom de anderen gebleven waren. Die antwoordden dat ze het eigenlijk zelf zo goed niet meer wisten. Dat werd vertaald als: een lid van de SP.A kan gelijk welke Vlaming zijn en bijgevolg kan iedere Vlaming lid worden van de SP.A. Een remake van de oude CVP als het ware. De resultaten van deze bevraging kristalliseerden gisteren dan in een nieuwe naam voor de partij: socialisten, progressieven en nog een paar anderen.

De derde naamsverandering sinds ik lid ben geworden van de partij hing al een tijdje in de lucht. Maar waarom moest het nu ineens zo snel gaan? Het antwoord is ontluisterend: omdat een groepje professionele politici hun baan dreigen te verliezen. Politici die als een koekoek hun ei in verschillende nesten hebben gelegd. Politici waarvan we na enig speurwerk nog kunnen achterhalen waar ze ooit vandaan kwamen - de als een vuurwerkfabriek uit elkaar geklapte Volksunie - maar van wie het zeer moeilijk is in te schatten waar ze naartoe suizen en waar ze tot ontploffing zullen komen. Politici die ideologisch nog nauwelijks te plaatsen zijn, maar waarvan de netwerken stevig verstrengeld zijn geraakt met die van de toplaag van diverse partijen, waaronder de SP.A. Bert Anciaux is het vleesgeworden politieke opportunisme. Naast de naamsverwarring en de ideologische onduidelijkheid straalt dat opportunisme, die 'ons kent ons'-mentaliteit, die 'jobs for the boys'-manoevres, die 'politique politicienne' ook nog eens af op de SP.A.

SP.A Rood wil er desondanks alles aan doen om de linkse eenheid te bewaren. We willen nog altijd blijven meevaren met de Titanic maar we zullen tot de laatste snik blijven vechten voor een koerswijziging. Ondertussen eisen we een plaats op dicht bij de reddingsboten. Wij handhaven ons aanbod om kandidaten te plaatsen op SP.A-lijsten met een duidelijk SP.A Rood-label. Dat is meer dan ooit nodig: zo kan de kiezer die op zoek is naar het origineel straks de socialisten onderscheiden van de progressieven en de anderen.

Naar verluidt zou Anciaux een bruidsschat hebben meegebracht: zijn electoraal potentieel. Momenteel valt niet in te schatten over welk breukdeel van 0,6procent het gaat. Dat is de laatste score die zijn vorige partij wist te halen in de opiniepeilingen.