Woede, machteloosheid, revolte…. Dat zijn de gevoelens die vele SP-leden, militanten en mandatarissen overhouden van het bezoek van enkele kopstukken van de partij in hun afdeling.

Van de aantijgingen tegen het ontbonden SP-bestuur bleef na nader onderzoek niets meer overeind. Tenzij de "clanstrijd" en de electorale afkalving. Indien dit de argumenten zijn om een afdeling te ontbinden, kunnen er nog veel volgen. Met de verkiezingen voor de deur knijpen veel SP-militanten liever een oogje dicht over wat er zich in Vilvoorde afspeelde. De SP staat er trouwens electoraal niet te best voor. De dood van Sémira Adamu en de problematiek rond de asielzoekrs, de veroordeling van Claes en co in het Agustaproces, de dreiging van een nieuw proces boven het hoofd van Vandenbroucke… Allemaal zaken waarvoor de partijbasis geen enkele verantwoordelijkheid draagt. Allemaal zaken waarvoor de partijtop een verpletterende verantwoordelijkheid draagt.

Tien jaar geleden nog had Louis Tobback de ambitie om de SP naar 30% te leiden. Chevalier, nu parlementslid voor de VLD, was nog ambitieuzer: hij ging voor niet minder dan de absolute meerderheid.

De SP is nodig

Bij de vorige verkiezingen deed de partijtop een noodoproep onder de slogan "de SP is nodig". Tientallen kunstenaars, academici en andere prominenten steunden de oproep. Het redden van de sociale zekerheid was het centrale thema van de vorige campagne en de SP "won" de verkiezingen. Met een goeie 18%. Op een aantal plaatsen waar de SP traditioneel in de oppositie zat (Hasselt, Oostende, Leuven) ging de partij gevoelig vooruit. Dit is de reden waarom de top denkt dat zij -en zij alleen- de toverformule heeft om de SP uit het moeras te trekken. Profileren, in het nieuws komen, stunts, dat zijn de magische formules voor electoraal succes. Partijmilitanten zijn natuurlijk ook nuttig, maar alleen wanneer ze enthousiast zijn over de regeringspolitiek. Binnen de traditionele vakbondsbasis van de partij zijn enthousiastelingen over de rol van de SP in de regering met een vergrootglas te zoeken. Binnen de rangen van de partij werden die op veel plaatsen vervangen door een klein legertje getrouwen die allerhande kabinetten bemannen en hun baan vaak te danken hebben aan de regeringsdeelname. Niet meteen de kameraden die warm lopen voor een draai naar links en een eventuele oppositiekuur. De SP is nodig, ja. Maar indien we het palmares bekijken van de regeringsdeelname van de laatste vier of zelfs tien jaar kunnen we niet anders dan concluderen dat de SP niet daarvoor nodig was. En dan drukken we ons beleefd uit.

Ongenoegen

De traditionele arbeidersbasis van de SP is bijzonder misnoegd over de rol van de partij in de regering. In de afgelopen jaren kregen ze een langdurige loonstop te verduren, groeiende flexibilitet, slechtere arbeidsomstandigheden, ontwaarding van hun statuut, hogere taxatie, noem maar op. Er was de sluiting van Clabecq, Renault Vilvoorde, Levis, Verlipack; massale afvloeiingen bij Ford Genk, nu VW… Vooral in industriële centra ging het bergaf met de electorale aanhang van de partij. Niet de schuld van de plaatselijke mandatarissen, maar van de politiek van de nationale leiding in de regering. Indien de plaatselijke SP haar voeling met deze industriële achterban wil behouden, kan ze niets anders dan in conflict komen met de nationale leiding, ook al wordt dit niet altijd uitgedrukt. Want wat moet je zeggen aan "de mensen die kwaad zijn". De regeringspolitiek verdedigen? Zeer moeilijk. Zeggen dat je er ook tegen zijt? Klinkt ongeloofwaardig wanneer je kameraden in ministerszetels zitten. Je probeert er dus het beste van te maken en hoopt stilletjes dat de tijd nadert dat de SP ofwel terug in de oppostiebanken verzeilt, of dat er zich binnen de partij een alternatief vormt op de huidige lijn.

De stalinistische stemmingen op de nationale raden en congressen verbergen een groeiend ongenoegen die vroeg of laat de kop zal opsteken. Een slecht verkiezingsresultaat, een drastische verslechtering van de economische situatie die het hele Maastrichtbeleid van de afgelopen jaren terug op losse schroeven zet, zelfs een nieuw incident rond het asielbeleid kan de detonator vormen van een kentering binnen de rangen. De tot nader bericht onafhankelijke mandatarissen van de "oude" SP afdeling in Vilvoorde kunnen hierbij een belangrijke rol spelen.

Strijden voor democratisering

De timing van de ingreep is uiteraard goed en doelbewust gekozen: net voor de kerstvakantie en bij het stratschot van de verkiezingscamapgne. Mogelijk durven velen nu hun nek niet uitsteken. Ze vrezen dat een interne strijd de al magere electorale kansen helemaal zullen verbrodden. Maar dit mag geen argument zijn om het hoofd te laten hangen en in het algemeen partijbelang te zwijgen. Zwijgen is hier een vorm van aanvaarden en zelfs medeplichtigheid. Een partij die dergelijke ondemocratische praktijken duldt is ten dode opgeschreven. De strijd voor interne democratisering is ook een strijd voor het voortbestaan van de partij. Maar dit gevecht kan niet worden losgezien van het politiek programma en de strategie van de partij. Inhoud en vorm zijn niet van elkander los te koppelen.

Voor een links alternatief

In de komende periode is het mogelijk dat de gedupeerden van Vilvoorde het moeilijk zullen hebben. Maar ze moeten hun strijd in een perspectief stellen. De huidige conjunctuur zal niet blijven duren. De belangrijkste zwakte van degenen die ontevreden zijn met de huidige gang van zaken is dat ze over geen of onvoldoende politiek alternatief beschikken. Een groot deel ervan is ofwel naar huis gegaan, of wacht stilletjes op betere tijden. Met het verdwijnen van Nieuw Links is de belangrijkste interne kritische stem verdwenen. En Jef Sleeckx, een van de weinige parlementsleden die nog eens zijn nek durfde uitsteken, houdt het voor bekeken. Anderzijds is de behoefte aan een valabel links alternatief op de huidige partijlijn nooit groter geweest dan vandaag. Het uitwerken van een minimumplatform, gebaseerd op een aantal fundamentele socialistische principes zowel op het vlak van programma als van interne werking kan hierbij een basis vormen om te werken aan een dergelijk alternatief. Hierover meer in de komende nummers van Vonk.