Eén ding staat vast. Deel 1 van het ideologisch congres van de SP.a, op 18 maart 2006 in Tour & Taxis in Brussel, zal niet worden bijgeschreven in de annalen van de politieke geschiedenis van België. In deze voormalige douaneloods werden wel een aantal teksten gedeclareerd en vervolgens door een honderdtal vastbenoemde gemandateerden van de nodige waarmerken voorzien, maar het ontgaat ons een beetje wat hiermee bewezen werd.

Geen enkele beklijvende tussenkomst van de kopstukken van de partij. Een bijzonder matte afsluiter door voorzitter Johan Vande Lanotte die ons, als één van de blaadjes van het klavertje vier dat ons het geluk moet brengen, een loonmatiging belooft. Voor de goede orde: deze hoogst persoonlijke visie van de voorzitter werd niet aan het congres voorgelegd en dus ook niet goedgekeurd. We kunnen er dus hooguit akte van nemen, en het beschouwen als een voorbode van wat de socialistische regeringsdeelname ons nog zal brengen.

Het lag er dik bovenop: de kopstukken geloven er zelf niet in. Als klap op de vuurpijl besloot congresvoorzitter Pascal Smet dan maar om het congresverloop af te raffelen en op het grote beeldscherm over te schakelen naar het laatste kwartier van de wielerwedstrijd Milaan- San Remo. Een kameraad uit Leuven wiens – trouwens uitstekende - tussenkomst plots werd afgebroken wist meteen waarom: hebben ze amendementen? Geef ze een wielerwedstrijd!

Maar de meeste congresgangers vonden dat allemaal best wel gezapig: voor de meesten onder hen is de aanwezigheid op zo’n congres nu eenmaal een verplicht nummertje. De partijbasis vertegenwoordigen doen zij al lang niet meer.

Als kapok om de ideologische leegte te vullen, en om te doen alsof het niet SP.a Rood was dat de bulk van de amendementen had aangeleverd -zoals De Morgen van 18 maart terecht schreef- werden een half dozijn organisaties uit het middenveld zoals dat heet uitgenodigd om amendementen in te dienen. Dat leverde een hallucinant spektakel op waarin bijvoorbeeld de Fietsersbond erin geslaagd is de technische specificaties waaraan een veilige fiets moet voldoen in de beginselverklaring van de partij bij te schrijven. Waarbij het hen misschien ontgaan is dat dit betekent dat een veilige fiets door de SP.a vanaf nu net niet haalbaar wordt geacht.

De bonzen kwamen slechts één keer tot leven. Namelijk toen de vastbenoemde gemandateerden bijna de fout maakten om een amendement van de Gezinsbond weg te stemmen. Dat amendement strekte er namelijk toe om gezinnen die meerdere lapjes bouwgrond klaar hebben liggen voor hun kinderen (de arbeiders bij Volkswagen of Opel zullen deze situatie zéker herkennen als zijnde uit hun leven gegrepen) te ontzien bij de eventuele heffing van een speculatietax. Dat was genoeg om zelfs Frank Vandenbroucke even van zijn stoel te krijgen om het bedreigde amendement ter vrijwaring van de kleine landeigendom in bescherming te nemen.

In velerlei opzichten was dit dus een marginaal congres: qua voorbereiding, qua opkomst, qua inhoud, en qua representativiteit ten aanzien van de partij die het geacht wordt te vertegenwoordigen. Dit soort vertoningen beschadigt de partij meer dan dat zij ze versterkt. Zoiets wordt beter niet teveel herhaald.

Bij afloop stonden tweehonderd wagens in de file op een parking met één uitgang via een rood licht. We hadden allemaal gelijke kansen om buiten te geraken, maar rechts kreeg voorrang.

En wat met SP.a Rood?

Op vrijdag 17 maart om 9u20 kregen we nog de volgende e-mail van partijsecretaris Alain André:

Ik geef u mee dat tussenkomsten op het congres gebonden zijn aan amendementen die door de resolutiecommissie naar het congres verwezen werden.

Omdat het gros van onze amendementen sneuvelde in de aanloop, een ander deel zonder meer werd aanvaard en dus niet meer ter discussie werd gesteld op het congres, en we nog een ander deel niet persoonlijk mochten verdedigen (misschien te wijten aan een milde vorm van Pascal Smetvrees?) zag het er dus naar uit dat we niet mochten tussenkomen op het congres.

Daarom had SP.a Rood haar centrale tussenkomst op papier gezet (zie hieronder) en uitgedeeld aan de ingang. Zelfs in dit vrij steriele midden kregen we toch nog veel positieve reacties.

Dankzij deze actie kon de congresvoorzitter toch niet anders dan de micro opendraaien voor tussenkomsten vanuit de zaal.

Dit resulteerde toch nog in een aantal SP.a Rood tussenkomsten, waaronder die van Nick Deschacht. Nick slaagde er zowaar in om eventjes de stolp van dit congres te heffen en de wereld zoals zij werkelijk is binnen te laten. Hij verwees naar het miljoen betogende studenten in Frankrijk, en naar de acties tegen het Generatiepact, en toonde aan hoe hol het begrip gelijke kansen blijft in een economie die massaal ongelijkheid voortbrengt. Hij riep op om ermee op te houden de sociale rechten van de mensen voortdurend aan te tasten in de nooit eindigende roep om méér competitiviteit. Hij haalde de liberale professor Paul De Grauwe aan die nu ruiterlijk toegeeft dat heel de retoriek van de té hoge lonen in België enkel bedoeld is om de winsten te verhogen. Nick kreeg daarvoor stevige bijval vanuit de zaal.

Op die manier slaagden we er toch nog in om, samen met de uitstekende tussenkomsten uit onder andere de afdelingen Aalst, Leuven, Sint-Niklaas, regio Waas, en van Animo, te elfder ure de schijn van een congres hoog te houden.

De partijleiding daarentegen heeft zich met de wijze van aanpakken van dit congres van haar zwakste zijde getoond, en op bepaalde ogenblikken zelfs een beetje belachelijk gemaakt.

Als dit het nieuwe “behaarde imago” van de partijvoorzitter moet verbeelden waarover De Standaard schrijft, dan zal er toch meer dan één toupetje aan te pas komen om de inhoudelijke kaalheid ervan te verbloemen.

Pamflettekst: Laten we samen naar links kijken

Het congres moet een moment van discussie zijn, om vervolgens met de partij eensgezind naar buiten te kunnen treden. Socialisme zal democratisch groepswerk zijn, of het zal niet zijn.

Helaas voldoet dit eerste gedeelte van ons drieledig ideologisch congres niet helemaal (of is het helemaal niet?) aan deze doelstelling. “Filteren” kan misschien een teken zijn van organisatorische sterkte, maar het is veel méér nog een teken van politieke zwakte. Op het ogenblik dat wij dit pamflet uitdelen ziet het er niet naar uit dat iemand van SP.a Rood zal spreken op dit congres.

We zien ons dan ook genoodzaakt om de korte tussenkomst die Erik De Bruyn wou maken namens SP.a Rood, schriftelijk aan u te overhandigen:

Beste partijgenoten,

Maar ook: beste en erg talrijke kameraden die de partij helaas reeds verlaten hebben omdat zij teveel naar het centrum is opgeschoven,

En ook: beste militanten van het ABVV met wie ik in oktober 2005 samen de strijd tegen het Generatiepact heb gevoerd,

Bij mijn inschrijving voor dit congres bekeek ik mijn partijlidkaart. Ik stel vast dat die lidkaart aangeeft dat ik lid ben van SP.a, zonder dat er verder wordt verduidelijkt waar die letters voor staan.

Ik kan jullie geruststellen: de laatste congresbeslissing terzake was dat dit letterwoord staat voor Socialistische Partij Anders. Sociaal en Progressief Alternatief is slechts een onderschrift.

Een ideologisch congres moet zich dus beraden over de inhoud van dat socialisme. Voor mij is dat al snel een uitgemaakte zaak. Als ik vandaag vaststel dat er nog maar eens 450 banen op de tocht worden gezet bij Volkswagen in Vorst, en dat de arbeiders van Opel in Antwerpen voor de zoveelste maal het zwaard van Damocles boven hun fabriek zien hangen, als ik even over de grenzen kijk en ik zie dat de studenten van de Sorbonne en de jongeren van heel Frankrijk storm lopen tegen een jongerenbanenplan dat hen degradeert tot koopwaar, dan weet ik waarover dat socialisme gaat. Zwijg mij dan alstublieft over gelijke kansen.

Als ik op de website voor syndicalistenwebsite voor syndicalisten lees dat vandaag in Zuid-Amerika 1,3 miljoen mensen in pure slavernij leven, en dat er tegelijk nog nooit zoveel dollarmiljardairs zijn geweest, zwijg mij dan alstublieft over gelijke kansen.

Gelijke kansen voor iedereen zullen er pas komen wanneer de bron van onze welvaart, de economie, onder democratische controle wordt gebracht. Gelijke kansen blijven een lege doos zonder economische democratie. Economische democratie – en daaronder verstaan we: nationalisatie van de sleutelsectoren van de economie (zoals energie); werknemerscontrole; sterke openbare diensten en bedrijven... - blijft dus de ruggengraat van het socialisme, ook in tijden waarin we tegen de stroom oproeien, en de realisatie ervan verre van evident is.

Onze ideologie is nu eenmaal geen wegwerpideologie die maar tien jaar moet meegaan.

Onze ideologie moet duurzaam zijn.

Onze ideologie moet ook geen academisch hersenspinsel zijn, maar aansluiten op de sociale strijd. Niet tegen, maar mét de vakbonden, onze voornaamste bondgenoten in maatschappijverandering.

Kameraden, wij keren u de rug niet toe. Integendeel, we gaan nu samen en eensgezind de campagne voor de gemeenteraadsverkiezingen in. Maar laten we dan ook samen en eensgezind naar links kijken, in plaats van verdwaasd en “in verwondering” om ons heen te staren.