1. De ware inzet van de affaire is en blijft het normaliseren van het ABVV op onsyndicale basis, nl. het omvormen van een vakbeweging in een parastatale instelling die het kapitalisme mee reguleert. Faust is een opposant en een obstakel in deze omvorming, net zoals linkse delegaties in ondernemingen dit nog steeds zijn. De uitsluiting van Roberto d’Orazio, Sylvio Marra & co had tot doel de basis te normaliseren; nu is het apparaat aan de beurt. Faust is een obstakel in de normalisatie omdat hij, met anderen in BBTK en erbuiten, zich heeft durven verzetten tegen de standpunten van M. De Vits en M. Nollet rond onder meer a) de loonnorm; b) de opsplitsing van het ABVV in Vlaamse en Waalse structuren; c) de beperking van de syndicale vrijheden en meer bepaald het verbod van solidariteitsacties en -stakingen; d) de noodzakelijke steun aan alle beklaagden van het proces Clabecq.

2. De statuten van BBTK en ABVV werden met de voeten getreden: BBTK nationaal forceert op administratieve wijze een beslissing op een federaal comité rond het voorstel van de voogdij. Het ontslag van Faust wordt op dit federaal comité niet besproken maar wordt eigenhandig beslist door nationaal voorzitter C. Roland. De enige redenen tot ‘onder voogdij-stelling’ zijn gebaseerd op een onvolledige audit van de COFI (Commissie Financiën van het ABVV). Deze audit stelt zaken vast die reeds lang bekend zijn: schulden en achterstallige betalingen. De omvang van deze schulden is geenszins disproportioneel met de gelden die een grote afdeling van 80.000 leden jaarlijks int, nl. 300 miljoen BEF.

3. De beslissing werd genomen in plaats van de Brusselse instanties: de Uitvoerende raad van BBTK Brussel-Halle-Vilvoorde met 144 verkozenen van alle sectoren (handel, industrie, financiën, non-profit) had zich over wanbeheer en verantwoordelijkheid moeten uitspreken. Deze instantie kon en kan nog steeds een voorlopig beheerder aanduiden of het dagelijks beheer toevertrouwen aan een controlecommissie. De negen Brusselse secretarissen hebben dergelijk voorstel nooit willen doen. Zij hebben de onder voogdij-stelling van BBTK nationaal gesteund en verklaren niets af te weten van schulden en misbruiken, tot de COFI alles aan het licht bracht. De waarheid ligt elders: iedereen was van schulden en belangrijke uitgavenposten op de hoogte (gebouw e.d.) en sommigen onder hen hebben misbruik gepleegd met vakbondsgelden, syndicale premies en hebben zich persoonlijk verrijkt achter de rug van de basis. Zij werden door BBTK nationaal voor de keuze geplaatst: ofwel steunen jullie ons in de ‘coup’ tegen Faust, ofwel vlieg je er zelf ook uit. De BBTK-affaire van Antwerpen heeft inderdaad een correctioneel staartje gehad … maar dit verhinderde nooit kd. C. Polenus zijn functies te behouden, ondanks zijn veroordeling.

4. De syndicale democratie is vandaag ver zoek in het ABVV. Een gewoon lid heeft geen enkel recht. Om te wegen op beslissingen moet men lid zijn van een instantie binnen de beweging of een mandaat bekleden in een OR, CPPB of syndicale delegatie. Maar de samenstelling van instanties wordt veelal van bovenaf geregeld terwijl de mandaten in de ondernemingen in handen zijn van de secretarissen. Niemand van de beschuldigden werd gehoord en Faust kan zich niet verweren binnen de instanties.

5. We leven dan wel in een burgerlijke samenleving maar het is ook een rechtstaat. Niemand van de beschuldigden werd echter gehoord. De huidige toestand in het ABVV wordt overheerst door willekeur, bureaucratische manoeuvres, achterklap en absolute non-democratie. Overleg gebeurt enkel op basis van het wikken en wegen van de respectievelijke bonzen en het financieel en/of numeriek gewicht van de geleding die ze vertegenwoordigen. Het is deze context absoluut legitiem dat er wordt gegrepen naar het juridisch wapen. Zij dient tot doel te hebben de interne democratie mogelijk te maken. In deze zin is het aanduiden van een juridisch voorlopige beheerder zowel een negatieve consequentie van de ondemocratische putsch tegen Faust als een positieve garantie dat de vergadering van het Uitvoerend bestuur van BBTK-BHV wel degelijk plaats vindt, iedereen wel degelijk wordt uitgenodigd op dezelfde datum, plaats en uur.

6. Indien C. Roland, M. De Vits en de Brusselse secretarissen willen aantonen dat ze NIET ter kwader trouw zijn moeten ze de vergadering van het Uitvoerend Comité van BBTK-BHV respecteren. Om algemeen secretaris Faust te ontslaan moet er een twee derde meerderheid zijn. Om nieuwe beheerders aan te duiden is een enkelvoudige meerderheid voldoende.

7. De PVDA speelt in deze affaire een uitermate negatieve rol. Door ogenschijnlijk geen partij te kiezen steunen ze de facto de putschisten en Mia De Vits. Ze verspreiden mee allerlei roddels en onwaarheden en ze verzetten zich net zoals BBTK nationaal en het ABVV tegen de inmenging van het gerecht; verspreiden mee petities van de Brusselse secretarissen. Ze roepen misschien “alle macht aan de basis”, maar welke macht hebben de basismilitanten rechtstreeks? De PVDA toont hierbij enkel aan in welke mate zij steeds een sekte is gebleven: het vrijwaren van enkele posities van partijkameraden in ruil voor het offeren van Faust. Indien zij deze houding niet hebben aangenomen rond de strijd van Clabecq, was dit enkel omdat zij dachten aldus meer te kunnen kapitaliseren, lees kannibaliseren, op de rug van de arbeidersstrijd.

8. De afwezigheid van interne democratie heeft alle misbruiken van lidgelden en subsidies vergemakkelijkt. In een beweging die steeds verder weg groeit van het syndicalisme stijgt op alle niveaus het corrupt gedrag. Bonzen beschikken over Visa-kaarten en tankkaarten; nationale verantwoordelijken beschikken over een chauffeur en de regionale secretarissen enkel over een dienstwagen. Ontelbare onkosten worden terugbetaald en dit gebeurt des te gemakkelijker aangezien de grens tussen het persoonlijke en het beroepsmatige vervaagt en het syndicale “toch een engagement is met lange werkuren”. Ook in de bedrijven stijgt opportunisme en het misbruiken van bijvoorbeeld syndicale kredieturen of machtsposities. De institutionalisering van de vakbeweging, de sociale fondsen en de syndicale premies meegefinancierd door de werkgevers, de uitbetaling van de werkloosheidsgelden enzovoort, dit alles maakt van de vakbond een structuur die dagdagelijks miljoenen euro’s beheert.

9. Om corruptie, belangenvermenging en misbruiken tegen te gaan moeten er eindelijk maar eens maatregelen genomen worden. Steunend op de ervaringen die onze stroming heeft opgebouwd in de arbeidersbeweging stellen wij het volgende voor: een maximum loongrens van 2000 euro netto; niet meer dan 8 jaar een mandaat van bezoldigd secretaris; dienstwagens zijn een collectief werkinstrument met een maximum aantal kilometers en mogen geen luxeauto’s zijn; detacheringmogelijkheid voor werkers om na het voltijds uitoefenen van een mandaat terug te keren naar hun oorspronkelijke tewerkstelling; doorzichtige boekhouding voor alle leden met intern en extern revisoraat (audit); loskoppeling van de financiële stromen afkomstig van de overheid (werkloosheidskassen) of van paritaire fondsen (vorming, opleiding) en de dagelijkse werking van de vakbondsstructuren.

10. Militanten van het marxistische blad Vonk verzetten zich tegen de putsch van het federaal ABVV en BBTK nationaal en het ontslag van A. Faust. Wij roepen op om deze strijd voor de handhaving van de syndicale autonomie van BBTK-BHV uit te laten groeien tot een beweging voor een democratisch syndicalisme.